Kookles G.W.

Kookles
Thema: Oer-Hollands
Hoofdgerecht: Aardappelen met broccoli en gehaktbal van rundergehakt
Nagerecht: Stoofpeertjes
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
KokenMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1,4

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Kookles
Thema: Oer-Hollands
Hoofdgerecht: Aardappelen met broccoli en gehaktbal van rundergehakt
Nagerecht: Stoofpeertjes

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen kookles:


- Leerling kan aan de hand van werkkaarten een gerecht bereiden
- Leerling kan zelfstandig plannen



- Leerling kan met maten rekenen.
Leerling handelt ergonomisch, hygiënisch, methodisch en veilig

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
Uitleg over de gerechten
tweetallen maken
demonstratie ui snipperen
bereiden van gerechten
serveren gerechten
Opruimen/ schoonmaken
Evalueren kookles

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitleg over de gerechten

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Thema: Oerhollands

Geschiedenis van Oer-Hollands
Basis ingrediënten van het traditionele Oer-Hollandse gerecht

Slide 5 - Tekstslide

De geschiedenis van een oer-Hollandse maaltijd gaat ver terug in de tijd. In de middeleeuwen woonde bijna de gehele bevolking op het platteland; men was wat de voedselvoorziening betreft afhankelijk van wat men zelf verbouwde. Het basisvoedsel bestond uit granen, voornamelijk rogge, gerst en haver, waarvan brood, pap of een pannenkoek gemaakt werd. Rogge- en gerstebrood met reuzel of kaas en haverbrij waren heel bekend. (Hartman E. , 2015)
Kijkend naar de zestiende eeuw zien we dat de omstandigheden niet of nauwelijks veranderen. Wel raakten zuivelproducten meer in zwang, al werden ze spaarzaam gebruikt. De tuinbouw begon zich te ontwikkelen, maar kool, wortelen, rapen, knollen en uien werden nog steeds het meest gebruikt, zoals voorheen. Wel kregen sla, postelein, andijvie en kruiden meer bekendheid. (Hartman E. , 2015) Tijdens de achttiende eeuw veranderde het patroon niet veel. Wel werd langzaam de aardappel met reuzel of uitgebakken spek een populair hoofdvoedsel. Veel mensen hadden rond deze periode las van scheurbuik. Pas omstreeks 1800, toen de aardappel ingeburgerd raakte en door de uitbreiding van het aantal tuinen en de kascultuur meer groenten en vruchten geteeld en gegeten werden, kwam de ziekte minder voor. (Hartman E. , 2015)
Na 1900 verbeterde de sociaaleconomische situatie en daalde het alcohol gebruik. De lengte van jongemannen die in militaire dienst kwamen nam toe; de zuigelingensterfte nam af, door verbeterde gezondheidszorg, maar ook door de verbeterde hygiëne. Het basisvoedsel bestond uit aardappelen, aangevuld met erwten en bonen, tarwebrood en roggebrood, boekweitepap, zuivelproducten en kleine porties vlees. (Hartman E. , 2015) Na de tweede wereldoorlog volgde er eerst een periode van economisch herstel en daarna een tot dan toe ongekende stijging van de welvaart. Het werk werd meer gemechaniseerd en daardoor lichamelijk minder zwaar; men kreeg dus minder behoefte aan een energierijke voeding. (Hartman E. , 2015)
Kijkend naar de geschiedenis kunnen we dus wel stellen dan de Nederlandse keuken of terwijl het oer-Hollandse eten met name geïnspireerd is door het landbouwverleden. Nederlandse gerechten zijn vaan relatief eenvoudig en voedzaam. De basis ingrediënten van de traditionele avondgerechten zijn aardappelen, groenten en vlees.

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat vind jij van deze actualiteit?
Zou jij een pluktuin ook gebruiken?

Slide 7 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Ingrediënten
Broccoli
Stoofpeertjes
Kleine bosuien
Kruimige aardappelen 

Slide 8 - Tekstslide

Broccoli is een groente welke veel gegeten wordt in Nederland. Van broccoli eten we de nog gesloten bloemknoppen. Broccoli is een koolsoort en is nauw verwant aan bloemkool. Broccoli wordt meestal gekookt, rauw of gebakken gegeten. We kennen twee types broccoli, namelijk: de kropbroccoli en deze met groene spruiten
Een tweede onderscheid in aardappelrassen valt te maken op grond van hun gedrag in de keuken. Er zijn aardappels die stevig blijven na het koken, de vastkokers, en aardappels die uit elkaar vallen als ze gaar zijn, de loskokende of kruimige aardappels. De eerste kun je gebruiken om te bakken, te roosteren of gekookt in een salade. De kruimige heb je nodig voor een smeuïge puree of gekookt als begeleiding van de jus. Er zijn ook rassen die ertussenin zitten. Die zijn geschikt voor frieten en chips. (Mariën, 2017) Het ras komt oorspronkelijk uit Friesland, uit te gemeente het Bildt
De ui is pittige en zeer veelzijdig. Je kunt hem rauw eten maar ook koken, stoven of bakken. Er zijn verschillende soorten ui met ieder hun eigen smaak en toepassing. De bosui heeft bijvoorbeeld een zachte, zoete smaak die een beetje doet denken aan prei. 
Een stoofpeer is kleiner en harden dan de ‘gewone’ peer. De stoofpeer wordt niet rauw gegeten, maar gestoofd. Stoofperen zijn groen of groenbruin en voelen stevig aan. 
Halfvolle melk of volle melk? Waar kies jij voor?
Halfvolle melk
Volle melk

Slide 9 - Poll

Met de lln in gesprek. Waarom kies jij daarvoor? Wat is is wellicht wel of niet het voordeel hiervan?
Gezouten of ongezouten boter, waar kies jij voor?
Gezouten
Ongezouten

Slide 10 - Poll

Met lln in gesprek, waarom kies jij hiervoor en wat is wellicht wel of niet het voordeel hiervan?
Wat is een seizoen groente?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Is broccoli dan een seizoen groente?
Ja
Nee

Slide 12 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

UItleg geven over de voedingswaarden
Keukenmaterialen en Ingrediënten
Boodschappen

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heet dit rode doekje?
A
Theedoek
B
Vaatdoek
C
Dweil
D
Handdoek

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor doek is dit?
A
Vaatdoek
B
Handdoek
C
Theedoek
D
Dweil

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarmee maak je een goed sopje?
A
Met koud water en afwasmiddel
B
Met alleen heet water en afwasmiddel
C
Met lauw (warm en koud) water en afwasmiddel
D
Met alleen water

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de woorden naar de juiste plaatjes
afwasborstel
theedoek
vaatdoek
afdruiprek

Slide 18 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk antwoord is goed?
A
De gootsteen wordt schoongemaakt
B
De aanrecht wordt schoongemaakt
C
Schoonmaken doe je met een theedoek
D
Je hoeft dit niet schoon te maken

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Klik het plaatje met de zeef aan
A
B
C
D

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Klik het plaatje met de koekenpan aan
A
B
C
D

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Klik het plaatje met de braadpan aan
A
B
C
D

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk materiaal pak je om te wegen?
A
B
C
D

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat staat er op de weegschaal?
A
170 kilo
B
170 liter
C
170 gram
D
170 milliliter

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Met welk materiaal kan ik een halve liter melk meten?
A
B
C
D

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent ergonomisch werken?
A
Een juiste werkhouding
B
Werken volgens een methode
C
te langzaam werken
D
Te snel werken

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zie je hier?
A
Een ui koken
B
Een ui snipperen
C
Een ui fruiten
D
Een ui braden

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is NIET hygiënisch? (kunnen meerdere antwoorden goed zijn)
A
De vloer schoonmaken met een vaatdoekje
B
Handen wassen voordat je gaat koken
C
Eten proeven en de lepel vervolgens hergebruiken
D
Niet voorspoelen

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat kan ik maken?
A
B
C
D

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarin bak je een ei?
A
B
C
D

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welke pan verwarm ik de knakworstjes?
A
B
C
D

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ork ork ork soep eet je met een.....
A
B
C
D

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tweetallen maken

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Techniek ui snipperen

Demonstratie

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Samen het stappenplan doornemen, nog vragen?
Materialen pakken (Laten checken)
Ingrediënten pakken (Laten checken)
Aan de slag volgens het stappenplan.

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evalueren

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Upload hier jouw foto van het gerecht.

Slide 37 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies