IFFR| po 3&4 - Korte films - Ik zie, ik zie...

Ik zie, ik zie...
PO 3&4
les voor de film
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstNederlands+1BasisschoolGroep 3,4

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Introductie

Les ter voorbereiding op het IFFR korte filmprogramma 'Ik zie, ik zie...' voor groep 3&4.

Instructies

De LessonUp helpt om gericht te kijken en het gesprek met de klas aan te gaan. In deze les worden de leerlingen voorbereid op het filmbezoek in het theater. Ze krijgen een korte introductie op de films die ze gaan bekijken en verkennen het thema: 'Ik zie, ik zie...', waarin de leerlingen worden uitgenodigd om actief naar film te kijken en situaties in een ander licht te zien.

In de volgende les vindt het filmbezoek plaats. De leerlingen zullen vijf films bekijken en samen bespreken met een moderator/filmdocent. 

Na het filmbezoek is er een verwerkingsles via LessonUp. In deze les bespreken jullie het filmbezoek na en maken de leerlingen verwerkingsopdrachten. 

Het is handig om de LessonUp vooraf te printen, zodat je alle aantekeningen bij de hand hebt tijdens de les. Veel plezier!

Deze lessen zijn ontwikkeld door International Film Festival Rotterdam (IFFR).

Onderdelen in deze les

Ik zie, ik zie...
PO 3&4
les voor de film

Slide 1 - Tekstslide

Voor de docent

Deze LessonUp is gemaakt door IFFR en te geven in de klas voorafgaand aan het filmbezoek.

Lesindeling:
  1. slide 1-4 = introductie IFFR - 5 min
  2. slide 5 = kennismaking met het thema - 5 min.
  3. slide 6 = optioneel: opdracht - 5 min.
  4. slide 7-12 =  voorbereiding filmprogramma - 25 min.
  5. slide 13 = reflecteren en afsluiten - 5 min.
  6. slide 14 = video 'Hoe bezoek je een filmtheater' - 5 min.

Duur van de les: 45 minuten (uit te breiden met extra opdrachten)

Voorbereiding
Het is fijn om de les vooraf al een keer door te nemen. Je kunt deze notities ook uitprinten of opslaan via deze PDF. Dan heb je ze los naast de les houden.

Thema 
Ik zie, ik zie...  

Leerdoel
  • nadenken over het thema
  • oefenen om anders en met meer aandacht naar dingen te kijken
  • informatie halen uit beelden en dit kunnen verwoorden.
  • ontdekken welke films er in het programma zitten.
  • leren hoe je je gedraagt in een filmtheater. 

Vertel de leerlingen kort wat ze gaan doen:
Jullie gaan een filmprogramma van IFFR volgen. Dit programma bestaat uit een korte les in de klas. Daarna bekijken jullie het filmprogramma in de filmzaal en tot slot hebben jullie nog een korte les in de klas om de films na te bespreken. Het thema is 'Ik zie, ik zie...'

Tip: Zet de notities aan door op het icoon met het schrijfblokje onderin de balk te klikken. Bekijk de notities vooraf of print ze uit. Hierin staat extra informatie. 

Heb je nog niet eerder met LessonUp gewerkt? Hier vind je aanvullende informatie.
Kijken
Bekijk mij!
Legenda
Vragen
Ik ben een vraag!
Weetje!
Ik ben een weetje!
Doen
Ik ben een opdracht!

Slide 2 - Tekstslide

Hier staat een overzicht van de betekenis van alle iconen in LessonUp. Zodra je op een icoon klikt, verschijnt er een tekst.  
Kort, korter, kortst!
International Film Festival Rotterdam
Welk dier zie je op deze foto? 
Ik zie, ik zie... wat het zelfde is en wat anders is. Jij ook?
Wat is een filmfestival?

Slide 3 - Tekstslide

5 min - Introductie IFFR
Bespreek met de leerlingen wat IFFR is. 
Klik op de vraagtekens voor een vraag, de antwoorden vind je hieronder. 

Vraag 1
Welk dier zie je op de foto? 

Antwoord vraag 1
Het dier is een tijger. Dit is het logo van IFFR: Internationaal Filmfestival Rotterdam (IFFR). Hebben de leerlingen hem weleens eerder gezien?
In de winter hangt hij overal in de stad: zoals op vlaggen en op posters. Soms staat hij tijdens het festival ook op het plein bij het centraal station. Misschien, als ze goed kijken, kunnen ze hem volgende keer in de stad ontdekken!

*klik nu op het kleine witte IFFR logo voor een foto van een echte tijger.*

Vraag 2
Ik zie zie... wat het zelfde is en wat anders is. Jij ook?
Hoe lijkt het logo van het festival op de echte tijger? (vb: strepen, oren, vorm van de neus). 

En wat zijn de verschillen? (vb: vacht, kleur, 'echt' en niet getekend, je ziet het hele lichaam en niet alleen het hoofd).

Vraag 3
Wat is een filmfestival?

Antwoord vraag 3
Een festival is eigenlijk een feestje. Dus een filmfestival is een filmfeestje! Tijdens het feestje kun je in de bioscoop speciale films zien van over de hele wereld. Het is een plek waar je met elkaar over films kunt praten. Soms komen de mensen die de film hebben gemaakt ook langs om te vertellen hoe ze de film gemaakt hebben. En er is een wedstrijd voor wie de meest bijzondere film heeft gemaakt. Als je die wint, krijg je zelfs een prijs. Er zijn films voor volwassenen, maar ook speciaal voor kinderen. En je kunt tijdens het festival meer over film leren.

Vertel de leerlingen dat jullie binnenkort ook naar het filmfestival gaan en daar films gaan zien in de bioscoop/het filmtheater. 
Wat gaan we doen / leren?
Leerdoel toevoegen
Dit gaan we deze les doen!
We gaan;
  • Kennismaken met het thema 'Ik zie, ik zie...'
  • Ontdekken welke films we tijdens het filmbezoek gaan zien
  • Ons voorbereiden op het filmbezoek

Slide 4 - Tekstslide

Bespreek wat we deze les gaan doen: 
  • Kennismaken met het thema
  • Ontdekken welke films we tijdens het filmbezoek gaan zien
  • Ons voorbereiden op het filmbezoek. 
Ik zie, ik zie...
Het thema is 'Ik zie, ik zie...'. Waar denk je aan als je dat hoort?
Heb je zelf weleens gehad dat iets anders was dan dat je eerst dacht?
Anders kijken (1)
Welk dier ze je hier? Wat zie je nog meer?
Anders kijken (2)
Welk dier ze je hier? Wat zie je nog meer?

Slide 5 - Tekstslide

5 min. - kennismaking met het thema

Vraag 1
Het thema is 'Ik zie, ik zie...'. Waar denk je aan als je dat hoort? 

Alle antwoorden zijn goed. 
Moeten de leerlingen ook aan het bekende kijk-spelletje denken? 
Leg uit dat de zin bij het spel verder gaat met 'Ik zie, ik zie... wat jij niet ziet'. 

Vertel dat in de films die ze gaan zien situaties voorkomen waarbij dingen anders zijn dan ze op het eerste gezicht lijken. Soms, als je beter (of anders) kijkt, ontdek je dat dingen anders zijn dan dat je eigenlijk dacht. En soms lijkt iets misschien eerst een groot probleem, maar als je dan nog eens kijkt en even nadenkt, dan zie je dat er gewoon een oplossing voor te verzinnen is. Dat is ook zo in deze films.

Ik zie, ik zie, gaat bij deze films dus over goed kijken, anders kijken, en zoeken naar oplossingen.

Ik zie, ik zie, gaat ook over twee keer naar een situatie kijken. Waren dingen bijvoorbeeld anders dan dat je eerst dacht? Ontdek je de tweede keer andere dingen?

Vraag 2
Heb je zelf weleens gehad dat iets anders was dan dat je dacht?
Alle antwoorden zijn goed. 
Hulpvraag voor de leerlingen: bijvoorbeeld iets dat heel spannend leek, maar eigenlijk niet zo eng was. Of iets waarvan je dacht ' dat is vast heel vies', bleek eigenlijk wel lekker. Of iets dat eerst moeilijk leek, maar wat nu misschien niet meer zo moeilijk is?

Opdracht: anders kijken - optische illusie 1
Welk dier zie je hier?
Een eend of een konijn? Kunnen de leerlingen met behulp van de leerkracht ook het andere dier herkennen?

Opdracht: anders kijken - optische illusie 2
Welk dier zie je hier?
Een zwaan of een eekhoorn? Kunnen de leerlingen met behulp van de leerkracht ook het andere dier herkennen?


Opdracht: Ik zie, ik zie.... een verandering!
  • Twee kinderen lopen langs alle andere kinderen en gaan ergens staan waar iedereen hen goed kan zien. 
  • Daarna gaan ze naar de gang.
  • Op de gang veranderen ze iets aan hun uiterlijk.
  • Als ze weer binnenkomen, lopen ze weer een rondje langs alle kinderen,
  • De kinderen schrijven op wat er veranderd is.

  • Wie heeft gezien wat er anders is?

Slide 6 - Tekstslide

5-10 min - opdracht

Leg onderstaande opdracht uit aan de leerlingen. 

Dit spel kan het best gespeeld worden in een kring. Zorg er bij een reguliere klassenopstelling voor dat de gekozen kinderen goed te zien zijn door alle andere kinderen. Doe dit door hen bijvoorbeeld een catwalk te laten lopen door de paden of langzaam een rondje te laten lopen door de klas langs alle tafeltjes.
  • Kies 2 leerlingen uit (kan ook een enkele leerling zijn).
  • Laat de leerlingen door de klas lopen, zodat alle andere kinderen hen goed kunnen observeren.
  • Vertel tegen de klas dat ze heel goed moeten kijken, want straks is er iets anders en het is aan hun om te ontdekken wat dat is.
  • Laat de gekozen kinderen de klas uit gaan. Vertel hen dat ze op de gang (allebei) iets aan hun uiterlijk moeten veranderen. (bijvoorbeeld de schoenveters los, sok uit, trui achterstevoren, bril af, elkaar's vest aan, haar los/vast, etc.).
  • Roep de gekozen kinderen terug de klas in.
  • Laat hen opnieuw door de klas lopen.
  • Zien de andere kinderen wat er veranderd is? Laat hen hun antwoord opschrijven op een blaadje of hun hand opsteken als ze het weten. Je kunt ook iedereen laten staan en als ze gezien hebben wat er veranderd is, kunnen ze gaan zitten. Zodra iedereen dan zit, kun je klassikaal het antwoord bespreken.
  • Herhaal de oefening zo vaak je wilt.
Het doel is om de leerlingen goed en geconcentreerd te laten kijken. 

Je kunt zelf het niveau een beetje aanpassen door de gekozen kinderen een opdracht te geven (subtiele of minder subtiele verandering, korter of langer de tijd, maar 1 kind een verandering i.p.v allebei, etc.).
thema verkennen - 15 min.
5 korte films

Slide 7 - Tekstslide

20 min. - voorbereiding filmprogramma 

Voor de docent
We gaan nu kort kennismaken met de films die de leerlingen in het filmtheater gaan zien. Het doel hiervan is om actief informatie te halen uit de getoonde beelden en over te brengen aan anderen. Daarnaast prikkelen we de verbeeldingskracht: film is immers het vertellen van verhalen. 

Bij het bespreken van de film stills zijn alle antwoorden goed. Wel wordt gestimuleerd om de leerlingen te vragen om hun antwoord toe te lichten.

Vertel de leerlingen:
We gaan binnenkort naar een filmzaal. Dat is een plek waar je met veel mensen op een heel groot scherm films ziet. Wie is er weleens in een bioscoop geweest?

In de filmzaal gaan we vijf korte films kijken. Er zal ook een filmleraar zijn die wat gaat vertellen over de films en graag wil horen wat jullie van de films vinden. Op de plaatjes zie je de films die we gaan kijken. 

Straks gaan we de plaatjes 1 voor 1 bekijken en goed kijken. Wat zien we allemaal?



 voorbereiding filmprogramma - 10 min.
Hoofdpersoon
Een hoofdpersoon is de belangrijkste persoon in een verhaal. 

In de film T-Rex is T-Rex de hoofdpersoon.
Wat zie je allemaal op dit plaatje?
Wie denk je dat de hoofdpersoon van deze film is?
Waar denk je dat de film over gaat?

Slide 8 - Tekstslide

20 min. - voorbereiding filmprogramma (vervolg)

Film 1: T-Rex

Vertel aan de leerlingen:
De eerste film heet T-Rex.

Bespreek de volgende vragen.

Vraag 1
Wat zie je allemaal op dit plaatje?

Notitie voor de docent:
Dit programma gaat over goed kijken. Neem de tijd om de plaatjes goed te bekijken. Kunnen de leerlingen voorbij hun eerste idee kijken? Kunnen ze ook de details zijn? Bijvoorbeeld dat 1 aapje een ander kleur shirt draagt dan de rest?

Vraag 2
Waar denk je dat de film over gaat?
Waarom denk je dat?

**Weetje: hoofdpersoon
Een hoofdpersoon is de belangrijkste persoon in een verhaal. Stel je voor dat je een film kijkt of een boek leest. Dan is er altijd iemand waar het verhaal het meest over gaat. Dat noemen we de hoofdpersoon. 

Verdieping: kunnen de kinderen voorbeelden geven? Assepoester, Dolfje in Dolfje Weerwolfje, 'jij' als je een verhaal verteld over jezelf, etc.


Vraag 3
Wie denk je dat de hoofdpersoon van deze film is? Waarom denk je dat?
De film heet T-Rex. Meestal als de titel een naam is, dan draait de film om die persoon. Op dit plaatje kijkt iedereen ook naar de T-Rex en geven ze de T-Rex de bal. Het lijkt bij dit plaatje dus om de T-Rex te gaan. Die lijkt het meest belangrijk
 voorbereiding filmprogramma - 10 min.
Wie van de familie zie je op dit plaatje?
live-action
Een live-action film is een film met echte mensen. 

Dat is anders dan een animatie, die getekend, geknutseld of met de computer gemaakt is.

Slide 9 - Tekstslide

20 min. - voorbereiding filmprogramma (vervolg)

Film 2: Slurp

Vertel aan de leerlingen:
De tweede film heet 'Slurp'. Dit is een live-action film (hotspot): dat is een film met echte mensen. 

Dat is anders dan een animatie, die getekend, geknutseld of met de computer gemaakt is. (zoals T-Rex)

Weten de leerlingen wat slurpen is? Kunnen ze het geluid na doen? Wat kun je allemaal slurpen?

De film gaat over een familie die samen gaat eten, maar 1 iemand slurpt heel erg. De andere mensen in de familie vinden dat heel irritant, dus het kindje van de familie gaat een oplossing verzinnen om het slurpen te stoppen.

Bespreek de volgende vragen.

Vraag 1
Wie van de familie zie je op dit plaatje? Hoe zie je dat/ waarom denk je dat?

Het is oma. De persoon ziet er oud uit, dat zie je aan de rimpels en het grijze haar. Ze draagt ook kleren en sieraden die je vaker bij dit soort oude oma's ziet.
 voorbereiding filmprogramma - 10 min.
Waar denk je dat de film over gaat?
Denk je dat de egel aardig of gemeen is? 
Hoe denk je dat de hond zich voelt?

Slide 10 - Tekstslide

20 min. - voorbereiding filmprogramma (vervolg)

Film 3: Pijn in de Kont (a Pain in the Butt)

Vertel aan de leerlingen:
De derde film die we gaan kijken heet 'Pijn in de Kont'.

Bespreek de volgende vragen.

Vraag 1
Waar denk je dat de film over gaat?

Vraag 2
Denk je dat de egel aardig of gemeen is? Waarom denk je dat?
Alle antwoorden zijn goed. 

Voorbeeld antwoord:
Aardig, want de egel kijkt vrolijk en loopt met uitgestrekte armen op de hond af, alsof hij hem wil knuffelen.

Gemeen:,want de egel loopt met zijn armen vooruit, alsof hij de hond wil pakken. De hond kijkt ook bang naar de egel.

Vraag 3
Hoe denk je dat de hond zich voelt? Waarom denk je dat?

Alle antwoorden zijn goed. 
Voorbeeld antwoord:
Bang, want de egel lijkt hem te willen vangen. Verbaasd, want zijn ogen zijn groot en zijn mond is open. Alsof hij pijn heeft, want zijn mond in open alsof hij schreeuwt en er steekt een stekel uit zijn billen.

Extra: Kunnen de kinderen de emoties van de dieren nadoen?

 voorbereiding filmprogramma - 10 min.
Zijn draken hier ook welkom?
Wat zie je allemaal op dit plaatje?
Ben jij ook weleens bang voor iets dat je niet kent?

Slide 11 - Tekstslide

20 min. - voorbereiding filmprogramma (vervolg)

Film 4: Er was eens in Drakenstad

Vertel aan de leerlingen:
De vierde film die we gaan kijken heet 'Er was eens in Drakenstad'. 

Deze film gaat over Samson, de draak. Hij wordt gepest in zijn eigen Drakenstad en besluit naar de stad van de mensen te vluchten. Maar daar is hij niet welkom. Behalve bij Simon, een mensenkind. Die droomt er van om vrienden te zijn met een draak. Samen ontdekken Simon en Samson een hele nieuwe wereld.

Bespreek de volgende vragen.

Vraag 1
Wat zie je allemaal op dit plaatje?

Vraag 2
Dit is een plaatje van het mensendorp uit de film. Zijn draken hier ook welkom?
Waarom denk je dat? Wat zie je waardoor je dat weet?

Draken zijn niet welkom. Je ziet een kruis boven de draak en een groen vinkje boven het mensfiguur op het bord aan de linkerkant. Rechts zie je borden met kruizen 'verboden voor draken'.

Vraag 3
De mensen kennen de draken niet en daarom zijn de meeste mensen bang voor hen en zijn ze niet welkom in het dorp. Ben jij ook weleens bang voor iets dat je niet kent? 

Vervolgvraag: Wat kun je doen om dat op te lossen?

Er iets over leren uit verschillende boeken of er een filmpje over kijken, met andere mensen over praten, gewoon proberen en zelf achter komen, etc.

 voorbereiding filmprogramma - 10 min.
Opdracht: "Als ik later rijk ben..."
Vul om de beurt de zin aan. Onthoud daarbij wat er eerder al gezegd is. Hoeveel dingen kunnen we met elkaar verzinnen en onthouden?

"Als ik later rijk ben..."
Wat zie je allemaal op dit plaatje?
In welk seizoen denk je dat de film zich afspeelt?

Slide 12 - Tekstslide

20 min. - voorbereiding filmprogramma (vervolg)

Film 5: Als ik Later Rijk Ben

Vertel aan de leerlingen:
De vijfde film heet 'Als ik Later Rijk Ben'. 

Bespreek de volgende vragen.

Vraag 1
Wat zie je allemaal op dit plaatje?

Vraag 2
In welk seizoen speelt deze film zich af denk je? Waarom denk je dat?
Waarschijnlijk in de zomer. Het is mooi weer en mensen kamperen. Dat gebeurt vaak in de zomervakantie. Nuri eet een ijsje, dus het is waarschijnlijk warm. Ze heeft ook een pet op tegen de zon. 

Vertel de leerlingen waar de film over gaat
In deze film zijn Philip en Nuri allebei op vakantie. Philip slaapt in een tent. Nuri in een camper. Philip vindt de camper van Nuri heel cool. Zijn eigen tent vindt hij een beetje saai. Maar daar denkt Nuri heel anders over.

Opdracht: vul aan en onthoud
Laat de kinderen dromen over wat zij zouden doen als ze later rijk zijn, net als de Nuri in de film op een gegeven moment doet. Ze mogen dit doen door de titel van de film af te maken: 'Als ik later Rijk Ben'...

Laat de leerlingen om de beurt iets toevoegen aan de zin. Hieronder staan vier variaties op deze oefening. Kies de versie die het best bij jouw groep past:

1. Laat de kinderen om de beurt vertellen wat zij zouden doen of willen als ze later rijk zijn. Ze kunnen dit ook eerst in koppels of groepjes met elkaar doen en daarna kun je een aantal leerlingen vragen om hun idee te delen met de hele klas.

2. Speel klassikaal een spel en laat hen om de beurt iets toevoegen aan de zin "Als ik later rijk ben...". Laat hen daarbij het eerdergenoemde herhalen. (vergelijkbaar met "ik ga op reis en ik neem mee"). Bijvoorbeeld:
leerling 1: Als ik later rijk ben... open ik een snoepfabriek.
leerling 2: Als ik later rijk ben... open ik een snoepfabriek en ga ik op safari.
leerling 3: Als ik later rijk ben... open ik een snoepfabriek, ga ik op safari en bouw ik een kasteel als huis.
etc.

3. Hetzelfde als hierboven, maar laat de kinderen een beweging verzinnen voor bij hun droom. De leerlingen moeten nu niet alleen goed luisteren, maar ook goed kijken.

4. Laat de leerlingen de zin afmaken en daar een bijpassende tekening/ knutselwerk van maken. 



Afronding
Wat is een filmfestival?
Naar welke film ben je het meest benieuwd?
Wat gebeurt er als je extra goed naar iets kijkt?
Wat is een hoofdpersoon?

Slide 13 - Tekstslide

5 min - reflecteren en afronden inhoudelijk gedeelte

We hebben vandaag geleerd wat een festival is. We hebben goed gekeken én anders gekeken elkaar, naar dingen om ons heen en naar verschillende plaatjes. We hebben ontdekt welke films we binnenkort gaan kijken en daar vast onze eigen fantasie op los gelaten.

Stel de volgende vragen aan de leerlingen.

Vraag 1
Wat is een filmfestival?
Hebben de leerlingen dit onthouden?

Vraag 2
Wat is een hoofdpersoon?
Hebben de leerlingen dit onthouden?

Vraag 3
Naar welke film ben je het meest benieuwd?

Vraag 4
Wat gebeurt er als je extra goed naar iets kijkt?
Hebben de leerlingen bijvoorbeeld gemerkt dat er dan soms nieuwe dingen opvallen? 

Bespreek de ervaringen verder open na. Vraag hen wat ze hebben geleerd van deze les of waar ze thuis over zouden vertellen. 
reflecteer en kom terug op het leerdoel (evt.met werkvorm) - 5 min.
Bekijk het filmpje 'Hoe bezoek je een filmtheater'. 

Slide 14 - Tekstslide

5 min. - voorbereiden op het filmbezoek

Vertel de leerlingen dat filmkijken in de bioscoop anders is dan thuis op de bank.

Bekijk de video ter voorbereiding op het filmbezoek. 

Snappen de leerlingen na het zien hoe ze zich in het filmtheater moeten gedragen? 

Hebben ze nog vragen over de volgende les?

Alvast veel kijkplezier!

Slide 15 - Tekstslide

Dit is de laatste slide van de LessonUp voorafgaand aan het filmbezoek. 
Je vindt de LessonUps voor na het filmbezoek op de website

Veel plezier bij het kijken van de film(s)!