In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 120 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Piet veroorzaakt een auto ongeluk en daarmee schade aan meerdere auto's. Wat voor soort handeling is dit?
A
Handeling met een bedoeld rechtsgevolg
B
Handeling zonder een rechtsgevolg
C
Handeling met een niet-bedoeld rechtsgevolg
Slide 6 - Quizvraag
Carla tekent haar arbeidscontract bij H&M. Wat voor soort handeling is dit?
A
Handeling met een bedoeld rechtsgevolg
B
Handeling zonder rechtsgevolg
C
Handeling met een niet-bedoeld rechtsgevolg
Slide 7 - Quizvraag
Sara slaat haar neef Jimmie een blauwoog, omdat ze hem vervelend vindt. Wat voor soort handeling is dit?
A
Handeling met een bedoeld rechtsgevolg
B
Handeling zonder een rechtsgevolg
C
Handeling met een niet-bedoeld rechtsgevolg
Slide 8 - Quizvraag
Manfred pakt uit zijn koelkast een appel. Wat voor soort handeling is dit?
A
Handeling met een bedoeld rechtsgevolg
B
Handeling zonder rechtsgevolg
C
Handeling met een niet-bedoeld rechtsgevolg
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Dhalia zegt de huur op bij haar huurbaas. Dat is een...
A
Meerzijdige rechtshandeling
B
Eenzijdige rechtshandeling
Slide 12 - Quizvraag
Bernard huurt een scooter bij scooterverhuur b.v. Dit is een...
A
Meerzijdige rechtshandeling
B
Eenzijdige rechtshandeling
Slide 13 - Quizvraag
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Is deze advertentie voldoende bepaald?
Slide 21 - Open vraag
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Hoe speelt het vertrouwensbeginsel een rol in dit geval?
Slide 27 - Open vraag
Slide 28 - Tekstslide
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Tekstslide
Slide 31 - Tekstslide
Slide 32 - Tekstslide
Slide 33 - Tekstslide
Slide 34 - Tekstslide
Slide 35 - Tekstslide
Slide 36 - Tekstslide
Slide 37 - Tekstslide
Slide 38 - Tekstslide
Slide 39 - Tekstslide
Slide 40 - Tekstslide
Damian verkoopt drugs (LSD) aan de minderjarige Hanna. Deze rechthandeling is...
A
vernietigbaar
B
nietig
Slide 41 - Quizvraag
Sandra wil een paar mooie schoenen kopen van het merk Louboutin. Kenmerk van dit merk is de rode zool. Sandra koopt via Tweedehands Merkschoenen b.v. een paar Louboutins voor 400 euro. Achteraf blijken het geen echte Louboutins te zijn en dat de zool rood is geschilderd om Sandra te misleiden. Deze overeenkomst is...
A
nietig
B
vernietigbaar
Slide 42 - Quizvraag
Sandra wil een paar mooie schoenen kopen van het merk Louboutin. Kenmerk van dit merk is de rode zool. Sandra koopt via Tweedehands Merkschoenen b.v. een paar Louboutins voor 400 euro. Achteraf blijken het geen echte Louboutins te zijn en dat de zool rood is geschilderd om Sandra te misleiden. Op basis waarvan is de overeenkomst vernietigbaar?