Spelling blok 4 + literaire thriller

Vandaag
- Boektrailers
- Introductie nieuwe boek: literaire thriller
- Spelling blok 4
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Vandaag
- Boektrailers
- Introductie nieuwe boek: literaire thriller
- Spelling blok 4

Slide 1 - Tekstslide

Boektrailers

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een thriller?
Noteer twee kenmerken waar een thriller volgens jou aan moet voldoen. Overleggen met buurman/-vrouw mag. (1 min)

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Link

Literaire thriller
Wat is het verschil tussen een literaire thriller en een gewone thriller denk je? Noteer één verschil. (1 min)

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Link

Waarom lezen we een literaire thriller?
- Overstap van jeugd- naar volwassenenliteratuur
- Volwassen thema's en volwassen hoofdpersoon, maar makkelijk te volgen verhaal met alledaags taalgebruik.

Slide 7 - Tekstslide

Huiswerk
Neem een literaire thriller mee voor tijdens het stillezen.

Tips:
1. Kijk bij lezenvoordelijst.nl bij het genre "literaire thriller".
2. Literaire thrillers verkopen goed en veel mensen hebben er één of meerdere in huis. Kijk thuis in de boekenkast.
3. Als je het moeilijk vind om een boek uit te zoeken, probeer dan eens één van de onderstaande schrijfsters:
- Saskia Noort
- Suzanne Vermeer
- Loes den Hollander
- Simone van der Vlugt
- Marion Pauw

Slide 8 - Tekstslide

Let op:
Het moet een thriller zijn die geschreven is voor volwassenen.

Mel Wallis de Vries of Maren Stoffels mag dus niet!!!

Slide 9 - Tekstslide

Spelling
We gaan aan de slag met spelling. We doen eerst blok 4 en daarna blok 3.

Slide 10 - Tekstslide

Spelling blok 4 ZS
Aan de slag met opdracht 16 op pagina 153. (10 min)

Als je de regels niet meer weet kun je op youtube de filmpjes van Arnoud Kuijpers bekijken.
Alle(n)/Beide(n): spellingregels deel 12
Apostrof: spellingregels deel 9
Trema: spellingregels deel 8

Slide 11 - Tekstslide

Check met je buur. +/-
Wissel jullie antwoorden met elkaar uit.
Zet een + bij de woorden waar jullie zeker van zijn; een +/- bij woorden waaraan je twijfel en een - bij woorden waarvan je geen idee hebt.

Slide 12 - Tekstslide

Nabespreken
We kijken de boel klassikaal na.

Slide 13 - Tekstslide

Huiswerk
- Literaire thriller meenemen
- Opdracht 16 blok 3. Pagina 111

Slide 14 - Tekstslide