Theorie les 2

Theorie les 2
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Theorie les 2

Slide 1 - Tekstslide

Hoeveel inwoners heeft een stad nodig om een megastad genoemd te worden?
A
5 miljoen
B
15 miljoen
C
10 miljoen
D
20 miljoen

Slide 2 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een primate city?
A
Amsterdam
B
Brasilia
C
Bangkok
D
Parijs

Slide 3 - Quizvraag

Rotterdam ligt in een vlak, vruchtbaar gebied. Het ligt aan de rivier en vlakbij de kust.
Wat wordt hier omschreven?
A
Wereldstad
B
Site
C
Situation
D
Koloniale dubbelstad?

Slide 4 - Quizvraag

Hoe verandert het stedelijk patroon?
De urbanisatiegraad neemt toe op de wereld. 
Veel rijke landen hebben een hoge urbanisatiegraad, met een laag urbanisatietempo. Armere landen is het juist andersom.

Slide 5 - Tekstslide

Hoe verandert het stedelijk patroon?
  • Vanuit veel grote steden zijn de afgelopen vijftig jaren juist veel mensen en bedrijven verhuisd naar plaatsen rond de stad. Dat noem je suburbanisatie.
  • Maar toch groeien steden ook weer ondanks de suburbanisatie. Dit noemen we re-urbanisatie.
  • Vooral jongeren trekken naar de stad. Naast het grote vestigingsoverschot is de natuurlijke groei de voornaamste reden waarom de stadsbevolking in ontwikkelingslanden zo snel groeit.

Slide 6 - Tekstslide

Opbouw en verandering in de westerse stad
Als je van het platteland richting de Amerikaanse stad rijdt, kom je verschillende lagen tegen:
  1. De Suburbs. Ruim opgezette wijken met laagbouw aan de rand van de stad.
  2. De oude woonwijken. Vaak wonen hier bevolkingsgroepen met een lager inkomen -> Getto's.
  3. Het CBD. Deze is van veraf al te zien met alle hoogbouw. Hier zijn vooral veel kantoren.

Slide 7 - Tekstslide

Opbouw en verandering in de westerse stad
De opbouw van de Amerikaanse steden lijkt erg op die van Europese steden.
Een verschil is dat Europese steden vaak wel nog een historische binnenstad hebben. Denk bijvoorbeeld aan Amsterdam. 
Maar ook Amsterdam heeft toch een soort CBD. Dit is een zakencentrum die niet in het centrum is gebouwd, maar vlakbij. Voor Amsterdam is dit de Zuidas. 

Slide 8 - Tekstslide

Opbouw en verandering in de niet-westerse stad
Grote steden in niet westerse landen lijken vaak chaotisch. Ze zijn zo snel gegroeid en daardoor is er bijgebouwd zonder veel planning. Toch hebben ze kenmerken:
  • Eén of meerdere zakencentra. Het CBD lijkt steeds meer op westerse steden.
  • Verspreid liggende industrieterreinen, soms nog vlak bij het centrum.
  • Woonwijken van de rijken, villa's achter zwaarbewaakte hekken.
  • Krottenwijken in alle andere open ruimte.

Slide 9 - Tekstslide

De muntenverdeling
De muntenverdeling op de site klopt niet, en die kunnen we niet veranderen. 
Hiernaast is de echte muntenverdeling!
Keuzeopdrachten: 1 grote opdracht en 2 kleine. 

Slide 10 - Tekstslide

Aan de slag
Zoek je groepje op en maak afspraken:
  • Wie gaat de opdrachten van deze les maken?
  • Zijn de opdrachten van de vorige keer af?
  • De projectmanager vult het logboek in wat je krijgt van mij.
  • Ga verder met je startopdracht en lees alvast de keuze opdrachten door.

Slide 11 - Tekstslide