2.4 Politieke stromingen

1 / 40
volgende
Slide 1: Video
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 8 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

2.4 Politieke groepen



Liberalen - socialisten - confessionelen

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het eind van deze presentatie kun je herkennen en uitleggen waarom rond 1917 een aantal politieke problemen werd opgelost en welke dit waren.

Slide 4 - Tekstslide

Leervragen
1. Ik kan beschrijven wat een volksvertegenwoordiging is en hoe dit in Nederland is ontstaan
2. Ik kan de verschillende politieke stromingen noemen en van elkaar onderscheiden
3. Ik kan beschrijven wat het socialisme is en hoe dit is ontstaan
4. Ik kan  de rol van het feminisme bij het ontstaan van algemeen kiesrecht beschrijven

Slide 5 - Tekstslide

1815: Verenigd Koninkrijk der Nederlanden

  • Napoleon verslagen bij Waterloo

  • Vorsten wilde oude orde herstellen

  • Zoon van prins Willem V wordt koning Willem I

Slide 6 - Tekstslide

Willem I
  • Regeerde met ministers

  •  De Eerste en Tweede kamer bestonden al

  • Maar hoe regeerde hij echt?

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video


Paniek bij de vorsten
in heel Europa! Revolutie 1848




  • Ook in Den Haag...
  • ...koning Willem II wordt van conservatief 'in één nacht' liberaal

Slide 9 - Tekstslide

Gevolgen
  • De leider van de Nederlandse Liberalen: Johan Rudolf Thorbecke maakt een nieuwe grondwet:

  • Koning verloor zijn macht moest luisteren naar de eerste en de tweede kamer 

  • volksvertegenwoordiging

Slide 10 - Tekstslide

Nieuwe Grondwet 1848
  • Artikel 1
  • Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Stemrecht
  • Stemmen voor de tweede kamer verkiezingen 
  • Wie mochten er stemmen?
  •  Alleen rijke mensen mochten stemmen dat was maar een paar %

Slide 13 - Tekstslide

Politieke stromingen
  1. Liberalen
  2. Confessionelen:
    Protestanten & Katholieken
  3. Socialisten

Slide 14 - Tekstslide

Aantekeningen

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Karl Marx

  • 1867 Das Kapital
  • Grondlegger socialisme

  • Visie: Rijken worden rijker, armen worden armer
  • Communisme

Slide 17 - Tekstslide

Soclialisten
  • Arme mensen mochten niet stemmen, wie hadden het zwaar?

  • Sociale kwestie en wat doet de  (liberale) overheid?

  • Socialisten willen dit anders:
  1. gelijkheid
  2. stemrecht


Slide 18 - Tekstslide


Feminisme



  • Vrouwen (& mannen) die opkomen voor de (gelijke) rechten van de vrouw

Slide 19 - Tekstslide

Eerste feministische golf


  • In Nederland: 1870-1920

  • Doel 1: Kiesrecht voor vrouwen
  • Doel II: Toelating tot universiteiten

Slide 20 - Tekstslide

Tegenstanders
  • 'Onfatsoenlijk'

  • 'De rol van de vrouw is binnenshuis'

  • 'De vrouw is een moeder'

  • 'Politiek is geen plek voor vrouwen'

Slide 21 - Tekstslide

Succes rond 1917

  • Rol vrouw in de Eerste Wereldoorlog

  • Rol van de vrouwen door het recht op onderwijs was verbeterd

Slide 22 - Tekstslide

Kiesrecht!

  • 1917 Algemeen mannen kiesrecht

  • 1919: Algemeen Kiesrecht

  • Iedereen kiesrecht vanaf 25 jaar

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Geef aan waarom de arbeiders stemrecht wilden. Kies het meest juiste antwoord
A
Ze wilden zelf in de regering zitten
B
Ze wilden dat rijke mensen naar hun gingen luisteren
C
Ze wilden hun werk en woonomstandigheden verbeterd zien
D
Ze wilden dat de fabriekseigenaren minder winst maakten

Slide 25 - Quizvraag

Noem de politieke stroming die het opkwam voor de arbeiders
A
Conservatieven
B
Liberalen
C
Socialisten
D
Confessionelen

Slide 26 - Quizvraag

Welke eis werd niet gesteld om te mogen stemmen in de 19e eeuw?
A
Je moest man zijn
B
Je moest rijk genoeg zijn
C
Je moest oud genoeg zijn
D
Je moest slim genoeg zijn

Slide 27 - Quizvraag

Leg uit waarom het logisch was dat de socialisten en feministen gingen samenwerken voor écht algemeen kiesrecht.
A
Ze nemen het allebei op voor de arbeiders
B
Ze nemen het allebei op voor de vrouwen
C
Ze willen allebei dat de overheid niet te veel moet regelen.
D
Ze willen allebei gelijkheid

Slide 28 - Quizvraag

Wie was de eerste koning van Nederland?
A
Napoleon
B
Willem - Alexander
C
Willem I
D
Willem II

Slide 29 - Quizvraag

Waarom ondertekende koning Willem II een grondwet die er voor zorgde dat hij minder macht kreeg?

Slide 30 - Open vraag

Leg uit wie na 1848 het land bestuurde.
A
Koning
B
Ministers

Slide 31 - Quizvraag

Begrippen uit deze les

  • Confesionelen 
  • Liberalen 
  • Socialisten
  • Conservatieven
  • Feministen


Slide 32 - Tekstslide

Jaartallen uit deze les

  • 1848: Revolutiejaar
  • 1848: Thorbecke maakt een nieuwe Grondwet
  • 1917: Algemeen mannen kiesrecht
  • 1919: Algemeen kiesrecht 

Slide 33 - Tekstslide

Personen uit deze les

  • Koning Willem I
  • Koning Willem II

  • Karl Marx 
  • Thorbecke 

Slide 34 - Tekstslide

Aantekeningen

Slide 35 - Tekstslide

Controle vragen
1. Ik kan beschrijven wat een volksvertegenwoordiging is en hoe dit in Nederland is ontstaan
2. Ik kan de verschillende politieke stromingen noemen en van elkaar onderscheiden
3. Ik kan beschrijven wat het socialisme is en hoe dit is ontstaan
4. Ik kan  de rol van het feminisme bij het ontstaan van algemeen kiesrecht beschrijven

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Video

Slide 38 - Video

Slide 39 - Video

Slide 40 - Video