Restaurant

Restaurant
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
dppMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Restaurant

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Serveren
  • Praktijktoets informatie 
  • Begrippen: ergonomisch werken, arbeidsomstandigheden, Arbowet, werkgever, werknemer.
  • Samenwerken
  • Poster maken  
  • Publisher 

Slide 2 - Tekstslide

Praktijktoets tafel dekken
  1. Was je handen 
  2. Tafellaken of placemats  
  3. Borden 2 cm van de tafelrand en recht tegenover elkaar 
  4. Mes rechterkant, snijkant naar het bord 
  5. Vork links 
  6. Soeplepel rechts (indien van toepassing) 
  7. Dessertlepel boven het bord. Handvat rechts 
  8. Gevouwen servet rechts naast het bestek 
  9. Wijnglas of waterglas boven het mes

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Voeding poster maken
  • Wat zijn de functies van voeding?
  • Wat is de hoeveelheid aanbevolen voeding?
  • Leg de Schijf van Vijf uit. 
  • Benoem de 5 basisregels van voeding
  • Leg de volgende  begrippen uit: ergonomisch werken, arbeidsomstandigheden, Arbowet, werkgever, werknemer.
  • Zorg dat je poster een gekleurde kader heeft

  • Voorbeeld juist gedekte tafel toevoegen,   (bijv foto ervan maken) voor het volgende menu
timer
1:00:00

Slide 5 - Tekstslide

Hoeveel cm moet een bord van de tafelrand staan?
A
Ongeveer 3 cm
B
Ongeveer 2 cm
C
Ongeveer 4 cm
D
Ongeveer 1 cm

Slide 6 - Quizvraag

Waar moet de dessertlepel liggen?
A
Boven aan het bord
B
Links van het bord
C
Rechts van het bord
D
Onderaan het bord

Slide 7 - Quizvraag

Waar leg je een servet?
A
Links naast het bestek
B
Rechts naast het bestek

Slide 8 - Quizvraag

Waar staat het wijn of waterglas?
A
Linksboven
B
Rechtsonder
C
Rechtsboven
D
Linksonder

Slide 9 - Quizvraag

Wat staat hier fout?
A
Soeplepel
B
Vork
C
Mes
D

Slide 10 - Quizvraag

Wat staat hier fout?


A
Soeplepel
B
Vork
C
Mes
D
Soeplepel, vorm en mes

Slide 11 - Quizvraag

Wat staat hier fout?
A
Mes, vork en soeplepel
B
Soepkom
C
Alles staat goed
D
Alles staat fout

Slide 12 - Quizvraag

Wat staat hier fout?


A
Soeplepel
B
Vork
C
Mes
D
Alles is goed

Slide 13 - Quizvraag