Mentoruur mei

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Life skill
 Ik weet dat ik niet alleen op school kom om iets te halen (leren), maar ook te brengen. Van elkaar leren is een voorrecht. 

Slide 2 - Tekstslide

STRESS!

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Wat kan je doen tegen stress? Wat kan je doen om je zekerder te voelen?

Slide 5 - Woordweb

Slide 6 - Video

Wat kun je doen aan stress in je lijf? 
Boost your confidence!

Hoe?

1.
2.
3.

Slide 7 - Tekstslide

Wat kun je doen aan stress in je lijf? 
Boost your confidence!

1. Bewegen - Quick Fix - POWER POSE
2. Growth Mindset - Geloof dat je kan verbeteren.
3. Wees niet bang om te falen, zie het als oefening.

Slide 8 - Tekstslide

POWER POSE
Onderzoekster Amy Cuddy toont aan dat het doen van een 'power-pose' het stress-level in je lijf daadwerkelijk omlaag brengt. 

Door je 2 minuten lang uit te strekken gaat het testosteron (zelfvertrouwen) hormoon omhoog en het cortisol (stress) hormoon omlaag.  
                  
                 Je kunt dus met je lichaam je eigen geest beïnvloeden! 

Slide 9 - Tekstslide

Hoe werkt een power pose?
  • Zorg voor een rustig plekje waar je alleen bent. 
  • Neem de pose aan en hou 2 minuten vol. 
  • Je lichaam vertelt je geest: You've got this! 

Slide 10 - Tekstslide

Waarom moet je bewegen bij stress?



Als je stress hebt, komt er een stofje vrij (cortisol) waardoor je de stress blijft voelen. Als je gaat bewegen, maak je ook stofjes aan, onder andere adrenaline, dit zorgt ervoor dat het cortisol weer wordt afgebroken.

Stress + sporten = minder stress!


Slide 11 - Tekstslide

Growth Mindset



Geloof dat je kan verbeteren.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Tips vlak voor en tijdens de toets.
1. Activeer je lijf en daarmee je hersenen: Ga er goed voor zitten. Knijp of wrijf kort in je handen voordat je de pen pakt. Daarmee activeer je linker en rechter hersenhelft. 

2. Wanneer je de toets voor je hebt: Dwing jezelf rustig de opgave te lezen. Herhaal de vraag een aantal keer in je hoofd.

3. Wanneer je het antwoord noteert: hou in gedachte dat de docent wil zien dat je de vraag hebt begrepen. Gebruik je inzicht, denk logisch na. Schrijf netjes en formuleer helder.

4. Weet je een vraag echt niet sla die dan even over. Wanneer je klaar bent met de vragen die je goed begrijpt ga dan terug naar de vragen die je hebt overgeslagen.

5. Misschien gek: maar als jij je hard en diep concentreert met bijna boze wenkbrauwen, kom je soms niet bij het inzicht dat je zoekt. Dit heet: Overconcentratie
. Dus: Til heel even je mondhoeken en wenkbrauwen op. Forceer een glimlach, adem uit. (In)spanning uit je gezicht en kijk nog eens met een “frisse blik” naar de vraag en wellicht schiet het je ineens te binnen. 

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Link