Les 11 TIB, dinsdag 28 oktober

• NT2
• WO
• Studiejaar 1

Taal in de buurt, dinsdag 28 oktober

Welkom allemaal!

Hoe gaat het? 

Planning

- Praten over de herfstvakantie

- Kloktijden herhalen

- Leesteksten bespreken en controleren

Wat gaan we doen vandaag?

Lesdoelen

Vandaag leer je:

- praten over de vakantie

-  In groepjes je antwoorden op de leestekst te bespreken en controleren met een antwoordenblad

Terug van (herfst)vakantie

- Was je thuis of op vakantie? Ik was...

- Wat heb je gedaan? Ik heb (gewandeld/gekookt/gefietst/...)

- Wat voor weer was het? Het regende/was zonnig/was koud/was warm

- Met wie was je? Ik was met ...

loopt rond, helpt met woorden zoals ‘thuis’, ‘gereisd’, ‘lekker gegeten’, ‘gewerkt’

De hele uren

13:00 -

14:00 -

15:00 -

De halve uren

13:30 -

14:30 -

15:30 -

Kwart over en kwart voor

7:15 -

7:45 -

8:15 -

8:45 -

Minuten

13:10 -

13:20 -

13:40 -

13:50 -

Werk in tweetallen. Hoe laat is het?

Wat is de tijd?

Laat cursisten antwoord geven

Nakijken - bij de dokter

We gaan vandaag onze antwoorden op de leestekst nakijken.

Je doet dat in groepjes met cursisten die dezelfde tekst hadden.

Daarna controleer je met het antwoordenblad.

“Vandaag gaan we de leestekst van vorige les nakijken.

We doen dat niet klassikaal, maar in groepjes.

Iedereen werkt samen met mensen die dezelfde tekst hadden:

A1 bij A1, A2 bij A2.

Eerst praten jullie samen over de antwoorden. Daarna krijgen jullie het antwoordenblad om te controleren.”

Stap 1: 

Bespreek de antwoorden in je groep (10 min.)

Stap 2: 

Controleer met het antwoordenblad (10 min.)

Stap 3: 

Noteer moeilijke woorden of tips

Klaar?

Schrijf 2 moeilijke woorden uit je tekst op. Zoek op wat ze betekenen en schrijf ze in je schrift (met de betekenis).

Als je er niet was de vorige keer, mag je de leestekst gaan lezen en alle moeilijke woorden onderstrepen en opzoeken.

Eerst bespreek je samen de vragen en antwoorden.

Je zegt wat jij had, en de anderen ook.

Samen beslissen jullie wat het beste antwoord is.

Daarna geef ik jullie het antwoordenblad om te controleren.

Terugblik:

Welke vraag was moeilijk?

Wie heeft een nieuw woord geleerd?

PAUZE! (15 minuten)

Extra opdracht

Werk in tweetallen. Lees en zeg hardop

08:15 →

14:30 →

19:45 →

22:10 →

09:55 →