Grammar unit 2

1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

octopus
A
octopuses
B
octopusses
C
octopuss
D
octopi

Slide 3 - Quizvraag

tooth
A
toothes
B
tieth
C
tooths
D
teeth

Slide 4 - Quizvraag

child

Slide 5 - Open vraag

egg
A
eggies
B
eggs
C
egges
D
egs

Slide 6 - Quizvraag

watch

Slide 7 - Open vraag

goose
A
gooses
B
goosees
C
goosies
D
geese

Slide 8 - Quizvraag

hero

Slide 9 - Open vraag

cherry

Slide 10 - Open vraag

Wat is een demonstrative
pronoun in het nederlands?

Slide 11 - Open vraag

What are the four
demonstrative pronouns?
A
am, is, are
B
this, that, these, those
C
the, a, an
D
there, here

Slide 12 - Quizvraag

... here, is a book.

Slide 13 - Open vraag

... frogs over there are all croaking.

Slide 14 - Open vraag

... car on the road got into an accident.

Slide 15 - Open vraag

... children here, never listen.

Slide 16 - Open vraag

Schrijf het voluit in een zin: 17:00.

Slide 17 - Open vraag

Schrijf het voluit in een zin: 14:30.

Slide 18 - Open vraag

Schrijf het voluit in een zin: 08:45.

Slide 19 - Open vraag

Schrijf het voluit in een zin: 23:55.

Slide 20 - Open vraag

Schrijf het voluit in een zin: 13:20.

Slide 21 - Open vraag

May is the ... month of the year.

Slide 22 - Open vraag

A year has ... months.

Slide 23 - Open vraag

December is the ... month of the year.

Slide 24 - Open vraag

Today is my parents'
... wedding anniversary. (40)

Slide 25 - Open vraag

I only have ... minutes to get
ready for school. (28)

Slide 26 - Open vraag

This is my ... birthday. (22)

Slide 27 - Open vraag

I ... football all the time. (play)

Slide 28 - Open vraag

Milan always ... video games.
A
played
B
play
C
plaies
D
plays

Slide 29 - Quizvraag

Koalas ... up trees. (climb)

Slide 30 - Open vraag

Salih ... too much television.
A
watches
B
watch
C
watchses
D
watchs

Slide 31 - Quizvraag

What time ... you go to bed.
A
does
B
do
C
dos
D
doses

Slide 32 - Quizvraag

He usually ... to the cinema on fridays. (go)

Slide 33 - Open vraag

... she always ... this
fast? (write) ..., ...

Slide 34 - Open vraag

They normally ...... home on saturdays. (not/be)

Slide 35 - Open vraag

My cat ...... mice at all. (not/chase)

Slide 36 - Open vraag

My cat never ... mice. (chase)

Slide 37 - Open vraag

My sister ...... pasta. (not/eat)

Slide 38 - Open vraag

Slide 39 - Tekstslide