Klassikaal: Les 5 BMI

Klassikaal: Les 5 BMI
Vandaag:
Variaties in het DNA
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Klassikaal: Les 5 BMI
Vandaag:
Variaties in het DNA

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
Je begrijpt de verschillende soorten DNA-variaties, zoals SSR’s, VNTR’s, SNP’s,

Slide 2 - Tekstslide

Codeert ál het DNA voor een eiwit?
A
Ja
B
Nee

Slide 3 - Quizvraag

Worden introns of exons vertaald in het uiteindelijke mRNA?
A
Exon
B
Intron

Slide 4 - Quizvraag

"Junk" DNA

Slide 5 - Tekstslide

Variatie's in het DNA
- Short Tandem Repeats (STR's)
- Variable Nucleotide Tandem Repeats (VNTR's)
- Short Interspersed Elements (SINE's)
- Long Interspersed Elements (LINE's)
- Single Nucleotide Polymorphims (SNP's)
- Restriction Fragment Length Polymorphisms (RFLP's)

Slide 6 - Tekstslide

Short Tandem Repeats (STR's)
  • Ook wel Simple Sequence Repeats (SSR's) genoemd.
  • 2-6 basenparen die continu herhalen achter elkaar.
  • Wordt gebruikt in identificeren van ziektes en personen (bv bij een crime scene)

Slide 7 - Tekstslide

Variable Nucleotide Tandem Repeats (VNTR's)
  • Ook weer repeats, maar aantal basenparen is meer dan bij SSR's (10 tot 100 nucleotiden)

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen SSR’s en VNTR’s?
A
VNTR’s zijn korter dan SSR’s
B
VNTR’s bestaan uit langere repeats dan SSR’s
C
VNTR’s zitten alleen in RNA
D
Alleen SSR's zijn uniek per persoon

Slide 10 - Quizvraag

 Short Interspersed Nuclear Elements (SINE's)
- repeats tot 500 bp.
- zijn transposons (mobiele elementen)
- bv. Alu repeats
- kunnen geen functionele eiwit maken

Slide 11 - Tekstslide

Long Interspersed Nuclear Element (LINE's) 
- repeats van ongv. 9000 bp groot.
- ook mobiele elementen (transposons)

Slide 12 - Tekstslide

Interspersed vs tandem

Slide 13 - Tekstslide

Wat zijn SINE's?
A
Lange DNA-repeats die vaak meer dan 9000 basenparen bevatten.
B
Korte DNA-repeats die meestal minder dan 500 basenparen bevatten.
C
DNA-repeats die altijd coderend zijn en tot functionele eiwitten leiden.

Slide 14 - Quizvraag

Single Nucleotide Polymorphism (SNP's)
één nucleotide verschil

Slide 15 - Tekstslide

Kan je een voorbeeld noemen van iets in de praktijkles wat een SNP is?
(naam zichtbaar)

Slide 16 - Open vraag

Restriction Fragment Length Polymorphisms (RFLP's)
Wanneer een SNP de restrictiesite beïnvloedt.

Slide 17 - Tekstslide

Het experiment die we met PTC deden is een RFLP.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Aan de slag
Wat? Zelfstandige LessonUp maken.
Hoe? Dit doe je individueel, bij hulp vraag je het eerst je buurman/buurvrouw. Daarna vraag je het aan mij.
Hoelang? De hele les, op de laatste 5 minuten na.
Uitkomst? Je bent klaar met de zelfstandige LessonUp.
Klaar? Ga door met de praktijkvoorbereiding voor vrijdag.

Slide 19 - Tekstslide

Sleep de beschrijving naar de juiste DNA variatie.
STR
VNTR
SINE
LINE
SNP
RFLP
Puntmutatie

Mobiel element, rond de 600 bp
Mobiel element, rond de 9000 bp
Korte repeats van 2-6 nucleotiden
Lange repeats van 10-100 nucleotiden
Een puntmutatie in de herkenningsplaats van een restrictie-enzym

Slide 20 - Sleepvraag

Wat heb je geleerd in deze theorieles?
(naam zichtbaar)

Slide 21 - Open vraag