§8.3 Wederzijdse erkenning (1967 - 1993)

Het conflict tussen Israël en de Arabische wereld


§8.3 Wederzijdse erkenning (1967 - 1993)
In deze les kun je 15 punten verdienen.
Hierna: kaart Israël
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Het conflict tussen Israël en de Arabische wereld


§8.3 Wederzijdse erkenning (1967 - 1993)
In deze les kun je 15 punten verdienen.
Hierna: kaart Israël

Slide 1 - Tekstslide

Hierna: leerdoelen.

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen.
Aan het eind:

1. kun je de gevolgen van de Oktoberoorlog beschrijven;

2. kun je uitleggen hoe de Camp David-akkoorden tot stand komen;

3. kun je de eerste intifada beschrijven;

4. kun je verwoorden welke rol de Oslo-akkoorden spelen in het Israel-Palestina conflict. 

+ kun je een oplossing benoemen hoe in de toekomst om te gaan met het Israël-Palestina-conflict.
Hierna: uitleg leerdoel 1 en 2.

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoel 1 en 2
In vorige paragrafen leren wij dat het in het Midden-Oosten al eeuwenlang onrustig is, waaronder tussen de joden (Israël) en moslims (Palestina).
In 1967 vindt de Zesdaagse Oorlog plaats, waarin Israël grote gebieden van Arabische landen als Egypte, Syrië en Jordanië verovert. 
Zes jaar later, in 1973, willen deze landen wraak op Israël, waarna de Oktoberoorlog start. 
Israël weet deze aanval af te slaan, o.a. door hulp van de VS en Nederland.

Hierna gaan de Arabische landen met een ander middel Israël onder druk zetten, namelijk....

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoel 1 en 2
.... via een olieboycot. Veel Arabische landen hebben veel olie en gaan dit niet meer verkopen aan bondgenoten van Israël, bv de VS en Nederland, waarna in Nederland wordt besloten een autoloze zondag in te voeren om zo brandstof te besparen.

Door de olieboycot gaat de VS helpen met praten tussen Israël en de Arabische landen. Uit deze gesprekken komen de Camp Davidakkoorden, waarin Egypte officieel Israël gaat erkennen als land en als ruil geeft Israël het bezette gebied weer terug aan Egypte. 
Hierna: uitleg leerdoel 3 en 4.

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoel 3 en 4
Hiernaast zie je Farish, een 14-jarige Palestijnse jongen die in 2000 een steen gooit naar een Israëlische tank. Tien dagen laten gooit hij ook stenen naar Israëlische soldaten, waarna hij wordt doodgeschoten.
Farish deed mee aan een intifada, een Palestijnse opstand tegen de Israëlische bezetting die al vanaf 1987 bestaan.
Het doel van deze intifada is een eigen land 'Palestina' oprichten en het stoppen van de Israëlische bezetting.

Door de intifada starten in 1993 vredesbesprekingen tussen Israël en de Palestijnen. Een gevolg zijn de Oslo-akkoorden.
Maar wat staat in deze Oslo-akkoorden...?
Hierna: vervolg uitleg.

Slide 6 - Tekstslide

Vervolg leerdoel 3 en 4 
In de Oslo-akkoorden wordt afgesproken dat de Palestijnen gedeeltelijk zelfbestuur zouden krijgen in Gaza en de Westelijke Jordaanoever. De Palestijnen kunnen dan hun eigen bestuur kiezen, de Palestijnse Autoriteit. Later zou het een onafhankelijke Palestijnse staat worden. In ruil daarvoor erkennen de Palestijnen het land Israël

Maar de Oslo-akkoorden lossen veel problemen niet op:
Zo wordt over de Israëlische nederzettingen door Joodse kolonisten in Palestijns gebied en de mogelijke terugkeer van Palestijnse vluchtelingen niets afgesproken. En bij welk 'land' hoort Jeruzalem?

Kortom, nog steeds veel onrust!!
Hierna: poll.

Slide 7 - Tekstslide


Klik op de afbeelding om in te zoomen.
Stel, je wilt deze afbeelding gebruiken voor een werkstuk over de Oktoberoorlog, maar je twijfelt over de titel. 
Welke titel vindt jij het beste passen bij de afbeelding? 
Hierna: Open vraag.
“Het Israëlische leger behaalde een glansrijke overwinning.”
“Het Israëlische leger werd verrast en kon nog maar net overwinnen.”

Slide 8 - Poll


Klik op de foto om in te zoomen.
Deze foto werd in 1993 gezien als een teken van hoop op vrede.
Leg uit waarom.
Hierna: enkele quizvragen.

Slide 9 - Open vraag


Twee uitspraken:
1. Het willen terugveroveren van Israëlisch bezet gebied door Arabische landen is een oorzaak / gevolg van de Oktoberoorlog.
2. De Oktoberoorlog begint op de Joodse feestdag Jom Kipoer, een oorzaak / gevolg is dat Israël deze oorlog ook wel de 'Jom Kipoeroorlog' noemt. 
A
1. oorzaak, 2. gevolg
B
1. oorzaak, 2. oorzaak
C
1. gevolg, 2. oorzaak
D
1. gevolg, 2. gevolg

Slide 10 - Quizvraag


Klik op de afbeelding om in te zoomen. 

De afbeelding hiernaast is gemaakt op een autoloze (1) zaterdag / zondag in Nederland (1973) en is een (2) oorzaak / gevolg van de olieboycot van Arabische landen
A
1. zaterdag, 2. oorzaak
B
1. zaterdag, 2. gevolg
C
1. zondag, 1. oorzaak
D
1. zondag, 2. gevolg

Slide 11 - Quizvraag


De Oktoberoorlog wordt door de Arabische landen ook wel de Ramadanoorlog genoemd, omdat deze oorlog tijdens de Ramadan plaatsvindt. 
Waarom zouden Israël en Arabische landen een andere benaming hebben voor deze zelfde oorlog?

A
Beide kijken terug op de oorlog vanuit hun eigen standpunt
B
Jom Kipoer is een feestdag en Ramadan niet.
C
Beide spreken een andere taal.
D
Omdat Israël de oorlog won en de Arabische landen niet.

Slide 12 - Quizvraag


Wie 'wint' de Oktoberoorlog
A
Egypte en Syrië, want die versloegen Israël.
B
Egypte en Syrië, want die wisten Israël te verrassen met hun aanval.
C
Israël, want dat kreeg steun van de Verenigde Staten.
D
Israël want dat wist zijn grondgebied te verdedigen.

Slide 13 - Quizvraag


Klik op de afbeelding om in te zoomen.

Op de poster is een begrip weggelaten. 
Welk begrip zou er op de plaats van het vraagteken moeten staan?
A
Intifada
B
Oslo-akkoorden
C
Palestijnse Autoriteit
D
olieboycot

Slide 14 - Quizvraag


Waarom kon de Palestijnse Autoriteit zichzelf geen regering noemen?
Hierna: sleepvraag.
A
Er was geen onafhankelijke Palestijnse staat.
B
Het land was verdeeld tussen Gaza en de Westelijke Jordaanoever.
C
Dat mocht niet van Israël.
D
Dat was onderdeel van de Oslo-akkoorden.

Slide 15 - Quizvraag

Welke positieve uitkomsten kwamen er voor Israël en voor de Palestijnen uit de Oslo-akkoorden?
Sleep de zinnen naar het juiste land:
Israël
Palestina
Gedeeltelijk zelfbestuur
Erkenning van Israël als land.

Op termijn een eigen staat

Slide 16 - Sleepvraag


Klik op de afbeelding om in te zoomen.
1. De groengekleurde landen erkennen Israël wel / niet als land.
2. De meeste landen in het Midden-Oosten erkennen Israël wel / niet als land.
Hierna: sleepvraag.
A
1. wel, 2. niet
B
1. wel, 2. wel
C
1. niet, 2. wel
D
1. niet, 2. niet

Slide 17 - Quizvraag

Welke problemen zijn er nog steeds in het Israëlisch-Palestijnse conflict?
Sleep de drie juiste antwoorden naar het groene vinkje:
Israël wil nauwelijks nederzettingen weghalen in de bezette gebieden.
De aanslagen tegen Israël blijven doorgaan.
Beide landen zien Jeruzalem als hun hoofdstad.
Palestijnen kunnen niet bidden in Jeruzalem.
Palestijnen hebben geen zelfbestuur.

Slide 18 - Sleepvraag

Hierna: filmpje Oslo-akkoorden - ff terugspoelen (± 11 min.)
Je gaat zo een filmpje kijken (± 11 min). Kopieer-plak onderstaande vragen (bv in Word) en geef tijdens het filmpje antwoord op de vragen.
Later in de les lever je de antwoorden via Lesson Up in!
1. Maak de zin af: Na de Eerste Wereldoorlog wordt Palestina een mandaatgebied van….
2. Joden wonen spreid over de hele wereld. Hoe wordt deze Joodse verstrooiing ook wel genoemd?
3. Zoek op internet: Wat is een zionist?
4. In de Tweede Wereldoorlog worden 6 miljoen (!!!) joden op een systematische vermoord. Hoe wordt deze gebeurtenis ook wel genoemd?
5. Wat vindt op 15 mei 1948 plaats?
6. De gebeurtenis van 15 mei 1948 heeft als gevolg een periode die door de Palestijnen ook el El Nakba wordt genoemd. Wat is het Nederlandse woord voor El Nakba?
7. Geef een verklaring voor het woord El Nakba
8. In welk jaartal vindt de Zesdaagse Oorlog plaats?
9. Waarom richten de Palestijnen de PLO op?
10. Waarom wordt de Israëlische premier Rabin in 1995 doodgeschoten door een Joodse rechts-extremist?

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

+ De Oslo-akkoorden hebben niet het gewenste effect opgeleverd. 
Welke oplossing heb jij voor het Israël-Palestina-conflict? 
Hierna: enkele quizvragen.

Slide 21 - Woordweb


Twee uitspraken:
1. In 1948 is het land Israel gesticht, daarvoor heette dit gebied Palestina.

2. In 1948 is het land Israel gesticht, dat is dus de 19e eeuw.
A
Alleen uitspraak 1 is juist
B
Alleen uitspraak 2 is juist
C
Beide uitspraken zijn juist
D
Beide uitspraken zijn onjuist

Slide 22 - Quizvraag


De Oslo-akkoorden gaan over vrede tussen Israël en....?
A
de Verenigde Staten
B
Palestina
C
Egypte
D
Iran

Slide 23 - Quizvraag


Welke godsdienst ziet Palestina niet als een heilige plek?
A
De Islam
B
Het Christendom
C
Het Boeddhisme
D
Het Jodendom

Slide 24 - Quizvraag


Een feit is objectief en een mening is subjectief.
Welk uitspraak is objectief en welke subjectief? 

1. De Oslo-akkoorden zijn ondertekend door de Israëlische premier Rabin en de Palestijnse PLO-leider Arafat
2. De Oslo-akkoorden hebben hun doel (:vrede) totaal niet bereikt! 


Hierna: sleepvraag.
A
1. objectief, 2. objectief
B
1. subjectief, 2. subjectief
C
1. objectief, 2. subjectief
D
1. subjectief, 2. objectief

Slide 25 - Quizvraag

Bij het vak geschiedenis heb je 4 soorten onderzoeksvragen.
1. Beschrijvende vragen: gebruik je als meer wilt weten over een situatie of verschijnsel in het verleden.
2. Verklarende vragen: gebruik je als je wilt uitleggen waardoor dingen gebeurd zijn.
3. Vergelijkende vragen: gebruik je als je overeenkomsten en verschillen van een situatie of verschijnsel wilt weten.
4. Waarderende vragen: gebruik je om te onderzoeken wat jij ergens van vindt.
Hierna: Sleepvraag.
Beschrijvende vraag
Verklarende vraag
Vergelijkende vraag
Waarderende vraag
Welke rol spelen de Oslo-akkoorden in het Israël-Palestina- conflict? 
Waarom bouwt Israël metershoge muren rondom Palestijnse gebieden? 
Welke verschillen zijn er tussen de Onafhankelijksheids-oorlog (1948) en de Zesdaagse Oorlog (1967)?
Wie is er meest schuldig aan dit conflict, Israël of Palestina? 

Slide 26 - Sleepvraag

Sleep de gebeurtenissen in de juiste tijdsvolgorde (van vroeger naar later):
Hierna: Poll: Hoe lang duurt volgens jou nog dit conflict? 
Tijdens de Tweede Wereldoorlog vindt de Holocaust plaats. 
De staat Israël wordt gesticht door Ben Goerion. 
De eerste Intifada wordt door de Palestijnen uitgevoerd. 
De Oslo-akkoorden worden ondertekend. 
De Zesdaagse Oorlog start. 

Slide 27 - Sleepvraag


In deze les heb je veel geleerd over het conflict tussen Israël en Palestina. 
Hoeveel jaren duurt het nog denk jij voor dat conflict ten einde komt?
Hierna: evaluatie: inleveren antwoorden op kijkvragen.
Nog 1 jaar
Nog 1 a 3 jaar
Nog 3 a 5 jaar
Nog 5 a 10 jaar
Nog 10 a 20 jaar
Langer dan 20 jaar
Dit conflict komt nooit ten einde.

Slide 28 - Poll


Lever hieronder in de antwoorden op de kijkvragen die je zojuist tijdens het filmpje hebt gemaakt: 

Slide 29 - Open vraag