Olifanten

Olifanten
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Olifanten

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
- Aan het einde van deze les weet jij meet over olifanten
- Aan het einde van deze les weet jij wat een olifant eet

Slide 2 - Tekstslide

Wat weten jullie al over olifanten?

Slide 3 - Open vraag

Olifanten komen verspreid voor in Afrika ten zuiden van de Sahara en in het zuiden en zuidoosten van Azië. Zij zijn de enige nog levende soorten van de slurfdieren, uitgestorven zijn onder andere de mammoeten en mastodonten. Olifanten zijn de grootste levende landdieren. 

Slide 4 - Tekstslide

Kenmerken van olifanten
De mannelijke Afrikaanse olifanten kunnen een hoogte van 4 m en een massa van 7000 kg bereiken. Deze dieren hebben verschillende onderscheidende kenmerken, zoals een slurf die wordt gebruikt voor vele doeleinden, met name voor het grijpen van voorwerpen. Hun snijtanden groeien uit tot slagtanden en dienen als hulpmiddelen voor het verplaatsen van objecten, het graven en als wapen tijdens gevechten. 

Slide 5 - Tekstslide

De grote oorflappen van de olifant worden gebruikt om de temperatuur van het lichaam te beheersen. Afrikaanse olifanten hebben grotere oren en een holle rug, terwijl Aziatische olifanten kleinere oren hebben een bolle of rechte rug.

Slide 6 - Tekstslide

De slurf
Alleen olifanten hebben een slurf. De verlengde neus van een tapir, zeeolifant en spitsmuis worden ook wel slurf genoemd, maar deze slurven lijken totaal niet op de slurf van een olifant. Een slurf bestaat uit tienduizenden spiertjes, waardoor hij heel soepel en sterk is. Een olifant kan er een boomstam mee optillen, maar ook een muntstuk van de grond oprapen. Voor olifanten is de slurf een hand, neus en radar tegelijk. Eigenlijk is een slurf in de loop van de jaren ontwikkeld uit de neus en de bovenlip van de olifanten. 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Worden er ook op olifanten gejaagd?
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quizvraag

Stropers schieten de olifanten voor het ivoor van hun slagtanden. Ivoorhandel is een van de belangrijkste bedreigingen voor wilde olifantpopulaties. Vanwege hun onmiskenbare uiterlijk en intelligente gedrag spelen olifanten een rol in kunst, religie, mythologie en populaire cultuur.

Slide 10 - Tekstslide



Vergelijking van de kop en voorkant van het lichaam van de Aziatische olifant (1) en de Afrikaanse olifant (2)

Slide 11 - Tekstslide

De huid
De huid van een olifant is over het algemeen erg ruig, zo'n 2,5 cm dik op de rug en delen van het hoofd. De olifant wordt hierom ook wel dikhuid genoemd. De huid rond de mond, anus en de binnenkant van de oren is aanmerkelijk dunner. Olifanten hebben een typische grijze huid, maar Afrikaanse olifanten zien er bruin of roodachtig uit na het zwelgen in gekleurde modder.

Slide 12 - Tekstslide

Tanden
Olifanten hebben meestal 26 tanden: de snijtanden, die bekendstaan als de slagtanden, 12 premolaren en 12 molaren (kiezen). In tegenstelling tot de meeste zoogdieren die met melktanden beginnen en deze vervolgens vervangen door een enkele vaste set van volwassen tanden, zijn olifanten polyphyodonte dieren die een cyclus van tandrotatie hebben gedurende hun hele leven.

Slide 13 - Tekstslide

Olifanten tanden

Slide 14 - Tekstslide

Wat is de draagtijd van een olifant?
A
20 maanden
B
22 maanden
C
24 maanden
D
28 maanden

Slide 15 - Quizvraag

WIST JE DAT?
Olifanten de langste draagtijd van alle zoogdieren op aarde hebben, maar liefst 22 maanden! Vrouwelijke olifanten kunnen maar eens in de 4 tot 5 jaar een jong krijgen

Slide 16 - Tekstslide

Eetgewoontes
Een olifant is een niet-herkauwende planteneter. Per dag eet een Afrikaanse olifant ongeveer 200 kilo voedsel, een Aziatische iets minder. Zij eten voornamelijk gras of bladeren, maar ook wortels, boomschors, vruchten of ander groen. Olifanten in dierentuinen krijgen doorgaans meer groenten en fruit, dat voedzamer is, waardoor ze minder tijd met eten bezig zijn.

Slide 17 - Tekstslide

Wat hebben jullie geleerd?
Zijn de leerdoelen behaald?

Einde!

Slide 18 - Tekstslide