leerdoelen 1.4 - ademhalen
1 = Je kunt de verschillen noemen tussen ingeademde lucht en uitgeademde lucht .
(gehaltes zuurstof en koolstofdioxide)
2= Je kunt beschrijven hoe een inademing en een uitademing tot stand komen .
(borstademhaling & buikademhaling)
3 = Ik kan de begrippen vitale capaciteit en longvolume.