Zoönosen les 4

1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
GezondheidsleerMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Hoe gaat het vandaag met jullie?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll


Kletspraat
Heb je een bijbaan? Zo ja, waar werk je?

Slide 3 - Open vraag

Noem drie ziekteverschijnselen van Salmonellose (bij mensen).

Slide 4 - Open vraag

Een persoon heeft contact gehad met vogels. Deze persoon heeft nu griepklachten als koorts, hoesten, hoofdpijn, spierpijn en benauwdheid. Welke zoönose heeft deze persoon waarschijnlijk?
A
Tuberculose
B
Papegaaienziekte
C
Botulisme
D
Ziekte van Lyme

Slide 5 - Quizvraag

Noem drie dingen die je kan doen om de ziekte van Lyme te voorkomen.

Slide 6 - Open vraag

Noem drie ziekteverschijnselen van Q-koorts (bij mensen).

Slide 7 - Open vraag

Op welke wijze vindt besmetting met hondsdolheid plaats?
A
Indirect via contact met urine
B
Indirect via waterdruppels
C
Direct via contact met speeksel
D
Direct via aanraken

Slide 8 - Quizvraag

Welke dieren dragen hantavirussen over?
A
Geiten en schapen
B
Muizen en ratten
C
Vogels
D
Parasieten

Slide 9 - Quizvraag

Welke ziekteverschijnselen (bij mensen) horen bij mond-en-klauwzeer (MKZ)?
A
Watervrees, overgevoelig voor licht en geluid, verlamming
B
Griepklachten, oog- en long ontsteking
C
Lever- en nierontsteking
D
Blaren en zweren

Slide 10 - Quizvraag

Een persoon heeft contact gehad met fretten. Deze persoon heeft nu griepklachten als koorts en hoesten, spierpijn en hoofdpijn en kan niet meer ruiken en proeven. Welke zoönose heeft deze persoon waarschijnlijk?
A
Hondsdolheid
B
Hantavirus
C
COVID-19
D
Mond-en-klauwzeer (MKZ)

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Op welke wijze planten schimmels zich voort?
A
Sporen
B
In cellen van mensen en dieren
C
Op het lichaam van mensen en dieren
D
Deling

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Leg uit hoe besmetting plaatsvindt met huidschimmels.

Slide 16 - Open vraag

Een hond heeft heel veel jeuk en krabt zichzelf helemaal open. Dit dier heeft huidschimmel.
A
Goed
B
Fout

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Leg uit wat het verschil is tussen een tussen- en een eindgastheer.

Slide 21 - Open vraag

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Welke dieren zijn de eindgastheren in de levenscyclus van toxoplasmose?
A
Honden
B
Katten
C
Ratten en muizen
D
Mensen

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Tekstslide

Noem drie ziekteverschijnselen van toxoplasmose (bij mensen).

Slide 26 - Open vraag

Slide 27 - Tekstslide

Leg uit waarom zwangere vrouwen nooit een kattenbak mogen verschonen.

Slide 28 - Open vraag

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Noem drie dingen die je kan doen om Giardia te voorkomen.

Slide 31 - Open vraag

Slide 32 - Tekstslide

Op welke wijze vindt besmetting met E. Cuniculi plaats?
A
Direct contact via aanraken
B
Indirect via parasieten
C
Indirect via contact met ontlasting
D
Indirect via contact met urine

Slide 33 - Quizvraag

Slide 34 - Tekstslide

Hoe voel jij je na deze les?
A
B
C
D

Slide 35 - Quizvraag