Bronnenonderzoek 1

1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. R Je weet wat betrouwbare en relevante bronnen zijn
  2. T1 Je kunt deze bronnen selecteren
  3. T2 Je weet hoe je betrouwbare bronnen verwerkt
  4. I Je kunt zelf bronnen zoeken


*Leerdoelen zijn RTTI geformuleerd (in leerlingentaal).

Slide 2 - Tekstslide

Wat heb je geleerd over bronnen van je samenvatting?

Slide 3 - Woordweb

Vandaag:
- Samenvatting bespreken
- H. 8 Bronnenonderzoek
Je leert hoe je relevante bronnen zoekt en hoe je de betrouwbaarheid van bronnen vaststelt. 

Slide 4 - Tekstslide

Vandaag:
- Stappenplan bronnenonderzoek bespreken (hw)
- H. 8 Bronnenonderzoek 2
Je leert hoe je relevante bronnen zoekt en hoe je de betrouwbaarheid van bronnen vaststelt. 

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. R Je weet hoe je bronnen zoekt en de betrouwbaarheid vaststelt
  2. T1  Je kunt relevante bronnen herkennen en aangeven wanneer een bron betrouwbaar is
  3. T2 Je kunt uitleggen waarom een bron relevant en betrouwbaar is
  4. I Je kunt zelf bronnenonderzoek doen


*Leerdoelen zijn RTTI geformuleerd (in leerlingentaal).

Slide 6 - Tekstslide

Waarom is het nu zowel makkelijker als moeilijker om goede informatie te vinden dan 25 jaar geleden?

Slide 7 - Woordweb

Informatiebubbel
  • Nauwkeurig en kritisch lezen is noodzakelijk om de wereld waarin je leeft goed te begrijpen;
  • Het helpt je om een eigen mening te vormen en te onderbouwen;
  • Je kunt informatie filteren en beoordelen.

Slide 8 - Tekstslide

Betrouwbare bron:

geloofwaardig
- gezaghebbende organisatie en deskundige auteur
nauwkeurig
- actueel en volledig
neutraal
redelijk
- genuanceerd beeld
onderbouwd
- bibliografie

Slide 9 - Tekstslide

Geloofwaardig

Nauwkeurig

Neutraal

Redelijk

Onderbouwd
Wie heeft het geschreven?
Waar is het gepubliceerd?

Wanneer is het geschreven?
Is het volledig?

Heeft de schrijver een belang?
Wat is het tekstdoel?

Is de schrijver genuanceerd of emotioneel?


Is de bron onderbouwd door andere bronnen?
Is er een bibliografie?

Slide 10 - Tekstslide

Leesvaardigheid

1) Beoordeel deze bron op de 5 betrouwbaarheidscriteria.


Slide 11 - Tekstslide

Blog van een personal trainer over de voordelen van proteïneshakes die via zijn website verkrijgbaar zijn.
A
geloofwaardig
B
nauwkeurig
C
neutraal
D
redelijk

Slide 12 - Quizvraag

Een lezersbrief over staatsschulden en waarom Zuid-Europeanen voor geen meter met geld om kunnen gaan.
A
geloofwaardig
B
nauwkeurig
C
neutraal
D
redelijk

Slide 13 - Quizvraag

Reportage over een grote drugszaak waarin één partij word geïnterviewd, namelijk het Openbaar Ministerie.
A
geloofwaardig
B
nauwkeurig
C
neutraal
D
onderbouwd

Slide 14 - Quizvraag

Een artikel waarin nieuwe ontdekkingen uit niet nader gespecificeerde onderzoeken naar het chronischvermoeidheidssyndroom op een rijtje worden gezet.
A
geloofwaardig
B
nauwkeurig
C
neutraal
D
onderbouwd

Slide 15 - Quizvraag

Maak opdracht 11 (blz. 59).
Gebruik de theorie op blz. 68 en 69. 
timer
12:00

Slide 16 - Tekstslide

Bronnenonderzoek 2
Zelf een klein bronnenonderzoekje doen

Slide 17 - Tekstslide

Aan welke eis voldoen de bronnen in de kaders niet?
geloofwaardig
nauwkeurig
neutraal
redelijk
onderbouwd

Slide 18 - Sleepvraag

Test de beslisboom van diegene naast je. 

Is de beslisboom volledig genoeg?
Is de beslisboom duidelijk? 
timer
4:00

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Hoe kies je zelf relevante bronnen?

Slide 21 - Tekstslide

Relevantie
Relevantie is de mate waarin de informatie bijdraagt aan de beantwoording van de vraag.

 Je beoordeelt de gevonden informatie en informatiebronnen aan de hand van inhoud, vorm en actualiteit.

Slide 22 - Tekstslide

Bedenk goede zoektermen bij:
Wat heeft IBM voor de computer betekend?

Slide 23 - Open vraag

Opdracht
Zoek 3 bronnen voor een artikel over communicatiestijlen
Zorg dat ze relevant zijn en betrouwbaar.
Schrijf een korte synopsis van het artikel over communicatiestijlen dat je zou willen schrijven met deze bronnen

Slide 24 - Tekstslide

Huiswerk/Opdracht
Maak de vragen bij de tekst op p. 60

Slide 25 - Tekstslide

Opdracht / Huiswerk
Maak opdracht 1 tm 5 van p. 58

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Woorden uit deze les

Slide 31 - Tekstslide