Laatste les H4 BE

Laatste les 
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Laatste les 

Slide 1 - Tekstslide


Wie heeft het hoogste cijfer gehaald in H4?

A
Jord
B
Lars
C
Rutger
D
Ties

Slide 2 - Quizvraag

Wie teut het meest?
volgens Mevr. van Rooijen?
A
Jesse
B
Bas
C
Sanuyan
D
Jessy

Slide 3 - Quizvraag

Sietse spaart voor een wereldreis, op 1/1/2016 heeft hij €2000 op een spaarrekening gestort tegen 3,5% samengestelde rente. Op 1 jan 2020 wil hij nog een bedrag storten zodat hij op 31 dec 2023 € 10.000 heeft.
Bereken het bedrag dat Sietse moet bijstorten?
A
€6.496,98
B
€6419,38
C
€6.724,38

Slide 4 - Quizvraag

Intrinsieke waarde
voorziening
effecten
deelneming
Goodwill
Eigen vermogen
vreemd lang vermogen
liquide middelen
vaste activa
Immateriele vaste activa

Slide 5 - Sleepvraag

De koers van een obligatie stijgt als de marktrente stijgt?
A
Onjuist
B
juist

Slide 6 - Quizvraag

Wie hebben er voor de laatste toets het minste huiswerk afgetekend?
A
Jelle en Sem
B
Bas en Jessy
C
Mike en Justin
D
Coen en Kaily

Slide 7 - Quizvraag

Waar is de koers van een aandeel niet afhankelijk van?
A
Winst
B
recessie
C
Marktsentiment
D
de aandeelhouders

Slide 8 - Quizvraag

Isis leent €150.000 euro. Ze betaald 6% rente en de annuiteit is
€13.077. Hoeveel lost ze af in het 2e jaar?
A
€4.861,62
B
€9.000
C
€4.077
D
€4.321,62

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het laagst behaalde cijfer dit jaar
A
1,9
B
2,6
C
3,7
D
3,8

Slide 10 - Quizvraag

Er is een annuïteitenlening met een lening van 100.000 en een annuïteitenhypotheek van 12.456 per jaar. De looptijd is 10 jaar. Hoe hoog is de betaalde rente over de 10 jaar?
A
100.000
B
12.456
C
24.560
D
10.000

Slide 11 - Quizvraag

Wat is het gemiddelde eindcijfer voor BE in deze klas?
A
6,0
B
6,2
C
6,4
D
6,6

Slide 12 - Quizvraag

Wie kan er broodjes smeren met zn
hoofd?
A
Duran
B
Jesse
C
Raphael
D
Sem

Slide 13 - Quizvraag

de hoogte van de rente voor een lening is niet afhankelijk van?
A
risico
B
man/vrouw zijn
C
inkomen
D
betaalgedrag

Slide 14 - Quizvraag

Wie is hypotheek gever?
A
Bank
B
eigenaar woning

Slide 15 - Quizvraag

Bij huwelijk en geregistreerd partnerschap, wat is waar?
A
Bij beide het ja woord gegeven
B
Ze zijn beide erkend in het buitenland.
C
Er zijn getuigen bij de afsluiting

Slide 16 - Quizvraag

Als je gaat scheiden wordt je opgebouwde pensioen na het huwelijk niet verdeeld.
A
Juis
B
Onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Wat is cashflow?
A
Eigen vermogen + vreemd vermogen
B
verstrekt afnemerskrediet
C
Ontvangen afnemerskrediet
D
Winst + afschrijvingen

Slide 18 - Quizvraag

Wat is geen naam van een van de zonen van mevrouw van Rooijen
A
Jan
B
Huib
C
Ton
D
Maarten

Slide 19 - Quizvraag

Wat is emissie van aandelen?
A
Uitgifte van aandelen
B
Aandelen opwaarderen
C
Geld binnenhalen
D
Aandelen afwaarderen

Slide 20 - Quizvraag

Het MAK is 2.000.000 euro. Aip zijn 50.000 stuks en de nominale waarde is 10 euro. Hoeveel stuks aandelen zijn er in omloop?
A
150.000
B
200.000
C
100.000
D
50.000

Slide 21 - Quizvraag

Wie komt er niet uit 3 vwo vandaan?
A
Nico
B
Ties
C
Jari
D
Maria

Slide 22 - Quizvraag

Een bedrijf kan winst reserveren, welke rede om te reserveren klopt niet.
A
om eigen vermogen op te bouwen
B
om de bank tevreden te houden
C
om te investeren in de toekomst
D
om vreemd vermogen op te bouwen

Slide 23 - Quizvraag

Wat is een voor een belegger een voordelen van een obligatie ten opzichte van een aandeel.
A
Een obligatie is meer waard dan een aandeel
B
Een obligatie valt onder het vreemd vermogen ipv het eigen vermogen
C
Een obligatie fluctueert meer in koers dan een aandeel
D
Een obligatie geeft dividend en een aandeel niet

Slide 24 - Quizvraag

Wie doet Havo 4 over maar had geen BE vorig jaar?
A
Mike
B
Isis
C
Justin
D
Bas

Slide 25 - Quizvraag

Welke sport beoefent mevrouw van Rooijen niet?
A
Yoga
B
Roeien
C
Tennis
D
Squash

Slide 26 - Quizvraag

Succes volgend jaar en wie weet tot ziens!

Slide 27 - Tekstslide