Oefening argumentatie bij tekst p. 93-93 NN.

Lees de tekst 'Goede baan ...' op blz. 93-94 NN
NB: opdracht 4 (blz. 92-93) hoef je NIET te maken!
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Lees de tekst 'Goede baan ...' op blz. 93-94 NN
NB: opdracht 4 (blz. 92-93) hoef je NIET te maken!

Slide 1 - Tekstslide

1. Waaraan kun je zien dat deze tekst geschreven is voor een publiek met een negatief standpunt?

Slide 2 - Open vraag

2. Wat is het standpunt van de schrijfster en waar kun je dat vinden?

Slide 3 - Open vraag

3. Geef de argumenten tegen haar standpunt kort weer (al. 3-5) en nummer deze.

Slide 4 - Open vraag

4. Geef kort aan hoe de schrijfster deze tegenargumenten weerlegt.

Slide 5 - Open vraag

6. Noem ten minste vier argumenten waarmee zij dit argument ondersteunt.

Slide 6 - Open vraag

7. Welke andere twee argumenten vóór haar standpunt geeft de schrijfster vanaf alinea 11?

Slide 7 - Open vraag

8. Noem drie argumenten waarmee het argument in alinea 11 ondersteund wordt.

Slide 8 - Open vraag

9. Is het argument in alinea 12 feitelijk of niet-feitelijk? Licht je antwoord toe.

Slide 9 - Open vraag

10. Welke aanbeveling doet de auteur in alinea 13?

Slide 10 - Open vraag

11. Op blz. 95 vind je een blokjesschema waarin het standpunt, de argumenten en subargumenten kunnen worden ingevuld. Wat voor argumentatiestructuur is dit?

Slide 11 - Open vraag