De argumenten sluiten inhoudelijk aan op het standpunt.
Het standpunt volgt logisch uit de argumenten.
De argumenten zijn inhoudelijk correct.
De argumenten bevatten geen drogredenen.
Slide 3 - Tekstslide
Wil jij iemand overtuigen van jouw mening/standpunt?
Dan kom je natuurlijk met argumenten vóór jouw standpunt, maar je geeft ook aan waarom mensen tegen zouden kunnen zijn. Deze argumenten weerleg je daarna om jouw standpunt nóg sterker te maken.
Slide 4 - Tekstslide
Standpunt: mening, uitspraak
Signaalwoorden: ik vind, volgens mij, ik denk, naar mijn mening
Soms is het lastig om het standpunt en het argument te herkennen. Je kunt dan de 'want-dus-proef' gebruiken.
Standpunt (want) argument
Argument (dus) standpunt
Slide 6 - Tekstslide
Er zijn argumenten voor en argumenten tegeneen standpunt te noemen.
Voorbeelden:
- Ik ga graag naar Luxor, want dat is op loopafstand.
- Mijn zus gaat er liever niet naartoe, want zij vindt de kaartjes te duur. (= tegenargument)
Slide 7 - Tekstslide
Een argument dat laat zien dat een argument zwak of onwaar is noemen we een weerlegging.
Voorbeeld 1:
Ik ga graag naar Luxor, want dat is op loopafstand (argument voor). Mijn zus gaat liever naar een andere bioscoop, ze vindt Luxor te duur (tegenargument). De kaartjes van een andere bioscoop zijn goedkoper, maar het geld dat je daarop bespaart ben je kwijt aan reiskosten (weerlegging).
Slide 8 - Tekstslide
Voorbeeld 2:
Het is fijn dat de aarde opwarmt, want dan kunnen we in ons eigen land lekker veel zonnen (argument voor).
Maar de kans dat je huidkanker krijgt, wordt daardoor wel een stuk groter (argument tegen).
Als je je echter goed insmeert met zonnebrandolie en niet te lang in de zon blijft, is er niets aan de hand (weerlegging).
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Verbinden van alinea's:
Je kunt alinea's als volgt met elkaar verbinden:
1. met een signaalwoord
2. door een herhaling
3. door een overgangszin met een verwijswoord
4. door een aankondigende of terugblikkende zin
Slide 14 - Tekstslide
Richtlijnen betoog (vervolg):
Vul voor je begint het schrijfplan zo volledig mogelijk in, zie hiervoor de opdracht in Teams..
TIP: bij het uiteindelijk schrijven van je betoog begin dan eerst met de kern, daarna met de inleiding en vervolgens met het slot. Eindig je betoog met een pakkende titel.
Deze onderdelen vormen een goede basis voor je uiteindelijke betoog.