Hoofdstuk 6 Nederland: klimaat en duurzaamheid

Toets H6 Nederland: klimaat en duurzaamheid
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Toets H6 Nederland: klimaat en duurzaamheid

Slide 1 - Tekstslide

Kijk naar het plaatje. Waar vindt het versterkt broei-kaseffect plaats?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 2 - Quizvraag

Hoe komt het dat fossiele brandstoffen opraken?
A
Het duurt miljoenen jaren om te maken
B
Het is veel te duur
C
We kunnen ze niet meer vinden
D
Ze zijn veel te ouderwets

Slide 3 - Quizvraag

In Nederland wordt zandsuppletie toegepast. Waarom?
A
Om daar waar de bodem in Nederland daalt, de bodem op te hogen.
B
Om dijken langs de rivieren te versterken.
C
Om de stukken land tussen de winterdijken en de rivieren op te hogen.
D
Om stranden en duinen langs de kust te versterken.

Slide 4 - Quizvraag

Schrijf de letters op van de zinnen die goed zijn
1 In Nederland wordt al zo veel windenergie opgewekt, dat er niet nog
meer windenergie kan worden opgewekt.
2 Recycling is een vorm van duurzaam gebruik.
3 Wereldwijd neemt het gebruik van fossiele brandstoffen al af.
4 Windenergie wordt vooral in het westen van Nederland opgewekt.
A
1-2
B
3-4
C
1-3
D
2-4

Slide 5 - Quizvraag

Beoordeel de stellingen:
1. Aardwarmte is een duurzame energiebron.
2. Biomassa is een fossiele brandstof.
A
Stelling 1 is juist
B
Stelling 2 is juist
C
Beide stellingen zijn juist
D
Geen van de stellingen is juist

Slide 6 - Quizvraag

Meer CO2 in de lucht
Sleep de stappen naar de juiste plek
Verbruik van fossiele brandstoffen
Temperatuur op aarde neemt toe
Klimaatverandering

Slide 7 - Sleepvraag

Welke uitspraak is onjuist?
A
Bij de uitademing van planten en dieren wordt CO2 uit de lucht opgenomen.
B
Bij de fotosynthese wordt zuurstof in de atmosfeer gebracht.
C
Door het verbranden van fossiele brandstoffen komt er CO2 in de lucht.
D
Door kalkvorming wordt koolstof opgeslagen.

Slide 8 - Quizvraag

Het klimaat verandert. Welke veranderingen in neerslag treden op?
A
Meer neerslag en gelijkmatiger over het jaar
B
Minder sneeuw & regen
C
Meer neerslag en onregelmatiger
D
Aantal stortbuien neemt af

Slide 9 - Quizvraag

Meer droogte in de zomer is in Nederland ook een gevolg van klimaatverandering.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Is het in steden in het algemeen warmer of kouder dan op het platteland?
Leg je antwoord op de vraag uit. Je antwoord moet een oorzaak-gevolgrelatie bevatten

Slide 11 - Open vraag

Iemand zegt: ‘Er rijden steeds meer elektrische auto’s op de weg. Dat is duurzaam volgens veel mensen. Maar dat hoeft niet zo te zijn. Want hoe wordt de elektriciteit opgewekt?’
In welk geval is elektrisch rijden echt duurzaam en in welk geval niet?

Slide 12 - Open vraag

Wat is het verschil tussen absolute en relatieve zeespiegelstijging?

Slide 13 - Open vraag

Noem een reden waarom Nederland te maken heeft met bodemdaling

Slide 14 - Open vraag

Welke vorm van kustbescherming zie je op de foto?
A
Dijkverbetering
B
Aanleg harde kust
C
Zandsuppletie
D
Beweegbare waterkering

Slide 15 - Quizvraag