,

WRE 1TC - Cursus Formuleren - Trappen van vergelijking

Inloggen LessonUp
Materiaal op tafel
Les volgens plattegrond 
Telefoon in de tas
Welkom 1TC!
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Inloggen LessonUp
Materiaal op tafel
Les volgens plattegrond 
Telefoon in de tas
Welkom 1TC!

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
1. Leerdoelen
2. Startopdracht
3. Uitleg - Trappen van vergelijking
4. Oefenvragen
5. Oefenblad maken + nakijken
6. Afsluiten 

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt de verschillende trappen van vergelijking herkennen + benoemen

Slide 3 - Tekstslide

Beschrijf de vazen op deze foto.
het grootst
groter
groot
Wat zie je op de foto?

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

De gewone trappen van vergelijking
duur - duurder - het duurst
oud - ouder - het oudst

De bijzondere trappen van vergelijking
goed - beter - best
graag - liever - liefst
veel - meer - meest 
weinig - minder - minst

Slide 6 - Tekstslide

Vergrotende trap

liever
kwader

beter
minder
Overtreffende trap

het liefst
het kwaadst

het best
het minst
Stellende trap

lief
kwaad

goed
weinig

Slide 7 - Tekstslide


De overtreffende trap van kort is
A
kort
B
korter
C
kortst

Slide 8 - Quizvraag


De stellende trap van geel is
A
geel
B
geler
C
geelst

Slide 9 - Quizvraag


De vergrotende trap van lang is
A
lang
B
langer
C
langst

Slide 10 - Quizvraag


De vergrotende trap van goed is
A
goed
B
goeder
C
beter
D
best

Slide 11 - Quizvraag


De overtreffende trap van weinig is
A
weinig
B
weiniger
C
weinigen
D
minst

Slide 12 - Quizvraag


De stellende trap van veel is
A
veel
B
meer
C
meest

Slide 13 - Quizvraag


Kies 3 emoji's bij boos en zet de goede woorden er bij. De emoji's moeten van stellend naar vergrotend naar overtreffend.

Slide 14 - Open vraag


Kies 3 emoji's bij 'blij' en zet de goede woorden er bij. De emoji's moeten van stellend naar vergrotend naar overtreffend.
timer
2:00

Slide 15 - Open vraag

Maak af: aardig...

Slide 16 - Open vraag

Maak af: veel...

Slide 17 - Open vraag

Vergrotende trap
zoveel mogelijk woorden

Slide 18 - Woordweb

Overtreffende trap
zoveel mogelijk woorden

Slide 19 - Woordweb

Opdracht!
Wat:
Maak het werkblad. 
Hoe:
Je mag fluisterend overleggen. 
Hulp:
Theorie op blz. 240
Tijd:
10 minuten. Daarna kijken we het na.
Klaar:
Maak opdracht 1 op bladzijde 241. De antwoorden zet je in je schrift. 
timer
10:00

Slide 20 - Tekstslide