Het redengevend en concluderend tekstverband herkennen
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1
In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Leerdoelen
De tekstdoelen overtuigen en activeren herkennen
Tekstsoorten en tekstvormen herkennen
Een betogende tekst herkennen
Het redengevend en concluderend tekstverband herkennen
Slide 1 - Tekstslide
Welke 2 tekstdoelen heb je vorig hoofdstuk geleerd?
Slide 2 - Open vraag
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Video
Tekstdoelen
Een tekst heeft vaak meerdere doelen. Als er wordt gevraagd wat het tekstdoel is, noteer dan het belangrijkste doel!
Bijvoorbeeld:
In een advertentie staat meestal informatie over het product. Maar de schrijver van de advertentie wil vooral dat je het product koopt. Tekstdoel: activeren
Slide 6 - Tekstslide
Welk tekstdoel hoort bij dit tekstje?
Slide 7 - Open vraag
In Amerika dragen de kinderen op school een schooluniform. Eigenlijk zou het heel goed zijn wanneer dit op ROER college Schöndeln ook wordt verplicht. Dan hoeven de leerlingen zich ‘s morgens niet meer druk te maken over wat ze aan moeten doen. Daarnaast zal ook niemand elkaar
meer kunnen uitlachen wanneer ze er een
beetje gek bijlopen.
Slide 8 - Tekstslide
Welk tekstdoel hoorde bij het vorige tekstje?
Slide 9 - Open vraag
Wat is het tekstdoel?
A
informeren
B
activeren
C
overtuigen
D
amuseren
Slide 10 - Quizvraag
Tekstsoorten en tekstvormen
Een tekstsoort is een verzamelnaam voor alle teksten met hetzelfde tekstdoel. Omdat er vier tekstdoelen zijn, zijn er dus ook vier tekstsoorten.
Elke tekstsoort heeft verschillende vormen. Een nieuwsbericht en een handleiding zijn bijvoorbeeld allebei informatieve teksten. Daarom onderscheiden we binnen elke tekstsoort diverse tekstvormen.
Slide 11 - Tekstslide
Tekstdoel - tekstsoort - tekstvorm
tekstdoel
tekstsoort
tekstvorm
informeren
informatieve tekst
nieuwsbericht
verslag
amuseren
amuserende tekst
liedtekst
stripverhaal
overtuigen
betogende tekst
filmbespreking
klachtenbrief
activeren
activerende tekst
reclamefolder
advertentie
Slide 12 - Tekstslide
Betogende tekst
In een betogende tekst / betoog geeft de schrijver zijn mening over een onderwerp.
Slide 13 - Tekstslide
Argumenten
Argumenten: informatie waarmee de schrijver wil bewijzen dat zijn mening juist is.
Bijvoorbeeld:
Ik vind dat de school pas om 10 uur moet beginnen.
Want
Uit onderzoek blijkt dat de hersenen van jongeren meer slaap nodig hebben dan van volwassenen.
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Huiswerk
Opdracht 3, 4, 5, 7, 8, 9, 10, 11
Slide 17 - Tekstslide
Wat heb je onthouden van de vorige les?
Slide 18 - Woordweb
Welke tekstverbanden ken je nog?
Slide 19 - Woordweb
tekstverbanden
tekstverband
signaalwoorden
opsommend
daarnaast, bovendien, etc.
tijdsvolgorde
daarna, tot slot, etc.
tegenstellend
toch, echter, etc.
uitleggend
bijvoorbeeld, zoals, etc.
redengevend
want, omdat, etc.
concluderend
dus, dan ook, etc.
Slide 20 - Tekstslide
redengevend verband
tekstverband
signaalwoorden
voorbeeld
redengevend
want, omdat, daarom, immers, namelijk
Anja wil wel collecteren voor de Dierenbescherming, want zij wil dieren in nood helpen.
Redengevende tekstverbanden komen vaak voor in betogende teksten.
Slide 21 - Tekstslide
concluderend verband
tekstverband
signaalwoorden
voorbeeld
concluderend
dus, dan ook, hieruit volgt, de slotsom is, concluderend
Anja heeft acrylnagels opgeplakt. Ze is dus helemaal klaar voor het slotfeest.
Concluderende tekstverbanden komen vaak voor in betogende teksten.
Slide 22 - Tekstslide
Ik heb geen zin om naar school te fietsen, want ik heb spierpijn aan mijn benen. Wat is de reden in deze zin?
A
Ik heb geen zin om naar school te fietsen
B
Ik heb spierpijn aan mijn benen
Slide 23 - Quizvraag
Ik heb nog geen vlaai gehad, dus ik mag het laatste stuk. Wat is de conclusie in deze zin?