Les 2 Epitheelweefsel

Hoofdstuk 1.2
Epitheelweefsel

Beautylevel 2 Het menselijk lichaam
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
uiterlijke verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 1.2
Epitheelweefsel

Beautylevel 2 Het menselijk lichaam

Slide 1 - Tekstslide

Waar wordt DNA aangetroffen?
A
In de celkern
B
In het cellichaam
C
In het celplasma

Slide 2 - Quizvraag

Wat betekent het dat een celmembraan semipermeable is?

Slide 3 - Open vraag

In welk deel van een cel zit cytoplasma?
A
Cellichaam
B
Celkern
C
Celwand

Slide 4 - Quizvraag

Waar bevinden zich de genen?
A
In het cellichaam
B
In het chromatine
C
In het cytoplasma

Slide 5 - Quizvraag

Hoeveel chromosomen paren bevinden zich in een cel?
A
92
B
46
C
23

Slide 6 - Quizvraag

Leerdoelen
  • Je kan benoemen wat de functie van epitheelweefsel is. 
  •  Je kan het verschil benoemen tussen exocriene klieren, endocriene klieren en endo-exocriene klieren.

Slide 7 - Tekstslide

Weefsels
  • Groepen cellen met dezelfde vorm, functie, cel-tussenstof en cel-afkomst vormen een weefsel. 
  • Verschillende weefsels kunnen samen een orgaan vormen.
  • Verschillende organen met dezelfde functie vormen een orgaanstelsel.

Het menselijk lichaam is opgebouwd uit 4 verschillende weefselsoorten:
  • Epitheelweefsel
  • Zenuwweefsel
  • Spierweefsel
  • Steunweefsel

Slide 8 - Tekstslide

Epitheelweefsel
  • Is opgebouwd uit epitheelcellen. De cellen liggen dicht tegen elkaar omdat er weinig tussencelstof aanwezig is. 
  • Functioneert als beschermend dekweefsel of scheidt stoffen af. 
  • Bekleed alle inwendige en uitwendige oppervlakken van het lichaam, zoals vliezen, bloedvaten en de huid. Klieren zijn ook opgebouwd uit epitheelweefsel. 

Epitheelweefsel wordt ingedeeld op basis van: 
  • Het aantal lagen
  • De vorm
  • De functie

Slide 9 - Tekstslide

Epitheelweefsel
Aantal lagen:
  • Eenlagig epitheel ook wel endotheel genoemd. Binnen bekleding van alle bloedvaten is eenlagig epitheel. 
  • Meerlagig epitheel bestaat uit meerdere lagen cellen. Onder andere de opperhuid is meerlagig epitheel.
Vorm:
  • Cilindrisch epitheel: hoge cellen, altijd eenlagig, slijmvlies van de darmen en maag, basaalcellenlaag van de opperhuid. 
  • Kubisch epitheel: vierkante cellen, eenlagig of meerlagig, eenlagig in de eierstokken en nierkanaaltjes, meerlagig in de opperhuid. 
  • Plaveiselepitheel: platte cellen, eenlagig of meerlagig, eenlagig aan de binnenkant van bloed- en lymfevaten, in het hart en aan de binnenkant van de wanden van de luchtpijptakjes en longblaasjes, meerlagig in de slokdarm en in de opperhuid. 
Functie: 
  • Bedekkend: Beschermd het lichaam tegen schadelijke invloeden van buitenaf. (opperhuid/inwendige holle organen)
  • Afscheidend: Klierweefsel scheidt stoffen in of buiten het lichaam af.
  • Vervoersfunctie: Trilhaar epitheel (bijzondere vorm van cilindrisch epitheel) 

Slide 10 - Tekstslide

3 soorten Meercellig klierweefsel
  1. Exocriene klieren: Hebben een afvoerbuis. De afvoerbuis kan drie verschillende vormen hebben.  Buisvormig = Zweetklieren, Trosvormig = Talgklieren, melkklieren, speekselklieren, Gemengde klieren = zijn zowel buisvormig als trosvormig bv. oorspeekselklier.

Er zijn 3 soorten exocriene klieren: 
  • Eccriene klieren: Scheiden alleen het product af dat in de klier gemaakt wordt. vb, Speekselklier, kleine zweetklier.
  • Apocriene klieren: Scheiden het product en een deel van de kliercel af. vb. Grote zweetklier, melkklier, oorsmeerklier.
  • Holocriene klieren: Scheiden het product en de gehele kliercel af. vb. Talgklieren

Slide 11 - Tekstslide

3 soorten meercellige klierweefsel
2. Endocriene klieren:  Hebben geen afvoerbuis, geven hun afscheiding meteen af aan het bloed af.  Alle hormoonklieren zijn endocriene klieren.

3. Endo-exocriene klieren:  Scheiden hun product direct af aan het bloed maar hebben ook een afvoerbuis. 
vb. 
Geslachtsklieren, geven geslachtshormonen af aan het bloed (endocrien) en zaad- of eicellen aan het lichaam (exocrien).  
Alvleesklier geeft alvleessap aan de twaalfvingerige darm (exocrien) en de hormonen insuline en glucagon direct af aan het bloed (endocrien). 


Slide 12 - Tekstslide

Uitscheiden van verschillende stoffen
  • Exocriene, endocriene en endo- exocriene klieren kunnen verschillende stoffen uitscheiden. 
       Nuttige stoffen en afvalstoffen. 
  • Het uitscheiden van nuttige stoffen heet secretie of incretie. 
  • Het uitscheiden van afvalstoffen heet excretie.

Secretieklieren: Scheiden stoffen af die nuttig zijn voor het lichaam. vb. Talg (maakt de huid soepel), speeksel (helpt bij de spijsvertering).
Incretieklieren: Geven stoffen direct aan het bloed. Hormonen zoals insuline en glucagon.
Excretieklieren: Scheiden afvalstoffen uit. bv Zweet. 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Link

Opdrachten
Maken opdracht 3 & 4

Lezen hoofdstuk 1.3

Slide 15 - Tekstslide

Afsluiting
Wat vonden jullie van de les? 

Hebben jullie de leerdoelen behaald? 

Slide 16 - Tekstslide

Je kan benoemen wat de functie van epitheelweefsel is.

Slide 17 - Open vraag

Je kan het verschil benoemen tussen exocriene klieren, endocriene klieren en endo-exocriene klieren.

Slide 18 - Open vraag