Omgaan met agressie

leren de-escaleren
Hoe hanteer je agressie?
Spanningsniveaus herkennen 
Aanpak kiezen
Op persoonlijke valkuilen letten
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
FMTMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

leren de-escaleren
Hoe hanteer je agressie?
Spanningsniveaus herkennen 
Aanpak kiezen
Op persoonlijke valkuilen letten

Slide 1 - Tekstslide

leren de-escaleren
verloop van agressie opbouw 
Fase 1 ontspannen
In deze situatie vertoont je cliënt zijn voor jou
bekende gedrag. Je cliënt is goed aanspreekbaar.
Reacties zijn logisch en rationeel en enigszins
voorspelbaar
 


Fase 2 beginnende onrust
Fase 3 onrust komt naar buiten 

Slide 2 - Tekstslide

leren de-escaleren
Fase 2 beginnende onrust 
Je cliënt raakt uit zijn gewone doen. 
Hij gaat bijvoorbeeld kettingroken, krijgt starende blik
of vertoont tics. 
Als je de cliënt aanspreekt kan deze overprikkeld en geïrriteerd reageren, zonder nadrukkelijke aanleiding. 
Je ervaart een soort vijandige grondstemming.
Wat ga je doen? 

Slide 3 - Tekstslide

Fase 2 Kalmeren
Cliënt kalmeren door contact te maken en actief te
luisteren. Ruimte bieden aan emoties, vragen naar
feiten. Toon begrip, geef eventueel informatie. Probeer
deze fase positief af te sluiten. Je toont op deze manier
respect voor je cliënt door naar hem te luisteren en
hem serieus te nemen. In veel gevallen zal deze aanpak
een kalmerend effect hebben op je cliënt

Slide 4 - Tekstslide

Professionele vaardigheden praktijk (hekje, praten met je handen)
In je kracht staan

Slide 5 - Tekstslide

leren de-escaleren
Fase 3 Onrust komt naar buiten
Het gedrag is wat wisselend. 
De cliënt gaat luider spreken, heen en weer lopen, hij
laat je je zin niet afmaken. 
De cliënt is nog wel aanspreekbaar maar er is sprake van verminderde zelfcontrole.
Wat doe je ?

Slide 6 - Tekstslide

leren de-escaleren
Grens stellen
In de tweede fase mag je vragen aan de cliënt ook
naar jou te luisteren. Je vraagt nu of hij wil stoppen met dit gedrag. 
 Bij geen effect consequenties aangeven
Als de cliënt door gaat met zijn soms grensoverschrijdende gedrag,
stel je hem vervolgens voor de keuze.
 “Als je door gaat met dit gedrag moet ik bijvoorbeeld het gesprek stoppen”. 
Geef aan welk gedrag je wel en welk gedrag je niet accepteert.

Slide 7 - Tekstslide

Fase 4 Agressie
De emoties zijn inmiddels hoog opgelopen. In deze fase kan de cliënt gaan schelden,
met de vuist op tafel slaan e.d. 
Er is een groot risico dat dit gedrag verder escaleert naar schoppen en slaan. 
De cliënt is steeds minder aanspreekbaar. 
Het vraagt veel vaardigheid en oefening om op dit gedrag te reageren.
Het is nu zaak aan je eigen veiligheid te denken.
Sla eventueel alarm of vertrek! 

Slide 8 - Tekstslide

leren de-escaleren
Fase 4 Alarm slaan
Je bepaalt zelf (persoonlijke grens) op welk moment je het contact verbreekt , weg gaat of alarm geeft .                                            Het kan zijn dat het nodig is dat je fysiek moet gaan ingrijpen. 
Sla dan altijd eerst alarm .
 
 
 

Slide 9 - Tekstslide

leren de-escaleren
Fase 5 Afbouw
De cliënt keert geleidelijk weer terug naar
zijn normale gedrag. Blijf alert.

Slide 10 - Tekstslide

leren de-escaleren
Waar moet je op letten:

• Geef ruimte, ga niet te dicht op iemand staan
• Spreek op krachtige toon, vanuit de onderbuik, niet met stemverheffing
• Spreek in rustig tempo, spreek niet te snel
• Spreek begrijpelijk, in korte zinnen
• Ga niet frontaal, maar bijvoorbeeld schuin voor iemand staan
• Laat je armen niet naast je lichaam afhangen, praat met je handen.

Slide 11 - Tekstslide

leren de-escaleren
Enkele strategieën om het hoofd koel te houden zijn:
• Gedachten sturen.  
• Bewust ademhalen.  
• Bewust je spieren ontspannen.  

 

Slide 12 - Tekstslide

leren de-escaleren
Niet boos worden
Iedereen heeft zijn eigen gevoeligheden. Cliënten weten
die gevoelige snaren vaak haarfijn te raken. Wees voorbereid op een ‘persoonlijke aanval’ en laat je niet uit je
tent lokken.  Denk in die tussentijd
aan de strategieën die je helpen het hoofd koel houden.

Slide 13 - Tekstslide

leren de-escaleren
Niet in paniek raken
Als je in een agressieve situatie terecht komt, stijgt
de spanning bij jou en bij je cliënt. Zorg dat je op die
situatie bent voorbereid en dat je beschikt over je eigen
noodplan. Dat zal je helpen het hoofd koel te houden.
Kijk goed hoe je in een bepaalde situatie zelf overkomt,
je kunt door houding en gedrag de spanningen bij een
cliënt goed beïnvloeden. 

Slide 14 - Tekstslide

Nazorg bij calamiteiten
Denk aan nazorg voor cliënt en Collega 

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Stelling :
Agressie in de zorg hoort er nu eenmaal bij !!
A
Eens
B
Oneens

Slide 17 - Quizvraag

Wat is in weerbaarheid het belangrijkste doel?
A
vergroten eigenwaarde
B
verdedigingstechnieken beheersen
C
grenzen aangeven
D
hulp vragen

Slide 18 - Quizvraag

Wat is instrumentele agressie?
A
agressie met voorwerpen
B
agressie inzetten om iets voor elkaar te krijgen
C
verlies van zelfcontrole
D
verhaal halen vanuit teleurstelling

Slide 19 - Quizvraag

vluchten, vechten en bevriezen bij agressie is een :
A
professionele reactie
B
instinctieve reactie
C
emotionele reactie
D
directieve reactie

Slide 20 - Quizvraag

Welke vaardigheden moet je inzetten in de zorg om professioneel om te kunnen gaan met agressie?
A
mentale
B
fysieke
C
instrumentele
D
sociale

Slide 21 - Quizvraag

Wat is emotionele agressie ?
A
Vanuit de problematiek van de cliënt
B
vanuit frustratie persoonlijk gericht op jou
C
met agressie iets afdwingen

Slide 22 - Quizvraag

Wat is een goede groepsgrote voor een weerbaarheidstraining?
A
6 t/m 8 personen
B
9 t/m 12 personen
C
13 t/m 18 personen
D
19 t/m 25 personen

Slide 23 - Quizvraag

Hoe vonden jullie het ?
A
groene smiley
B
oranje smiley
C
rode smiley

Slide 24 - Quizvraag