de eerste mensen klas 1

De eerste mensen 
paragraaf 1.2 en 1.3
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

De eerste mensen 
paragraaf 1.2 en 1.3

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma
wat?
Hoe?
tijd?
terugblik
klassikaal
5 minuten
uitleg
klassikaal
15 minuten
zelfstandig werken
individueel
10 minuten
afsluiten/vooruitblikken
klassikaal
5 minuten 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wij gebruiken de Christelijke jaartelling. In welk jaar begint deze jaartelling?
A
Het jaar 0
B
Het jaar 1
C
Het jaar 500 na Christus
D
Het jaar 3000 voor Christus

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Scheppingsverhalen
Er bestaan veel scheppingsverhalen: verhalen over het ontstaan van de wereld en het leven daarop. 

Het verhaal van Adam en Eva is het scheppingsverhaal van joden, christenen en moslims.
 


Slide 5 - Tekstslide

God schiep in 6 dagen de hemel en de aarde en wat daartussen is: de zon, de maan en de sterren, de planten en de dieren. Aan het einde van de 6e dag schiep God een man en een vrouw: Adem en Eva. 

Adam en Eva leefden in een paradijs en genoten er van alle heerlijke dingen in de natuur. Ze mochten een ding niet van God: de vruchten eten van een bijzondere boom, de boom van kennis van goed en kwaad. 

De duivel, die verscheen als een slang, haalde Eva over om van de verboden vruchten te eten. Zij haf de appel door aan Adam. Vanaf dat moment begrepen zij het verschil tussen goede en slechte dingen. Ze schaamden zich voor hun naaktheid. Als straf stuurde God Adam en Eva weg uit het paradijs. 
Scheppingsverhalen (2)
Dit verhaal staat in drie heilige boeken:

de Tenach: heilig boek van joden
de Bijbel: heilig boek van christenen
de Koran: heilig boek van moslims

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Charles Darwin
Engelse wetenschapper die zag dat één diersoort zich op verschillende plekken heeft aangepast aan verschillende omstandigheden in klimaat en landschap.

 Aanpassen = evolueren -->
EVOLUTIETHEORIE

Charles Darwin (1809-1882), bekend van 'on the Origin of Species'

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ken je zelf ook een voorbeeld van een dier dat zich in verschillende omstandigheden heeft aangepast?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is er allemaal verschillend?

  • Kleur vacht (camouflage) 
  • Dikte huid (kou / warmte) 
  • Soorten voedsel (omgeving) 
  • Hoeveelheid voedsel nodig (omgeving) 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De evolutietheorie van Darwin
De aapmens loopt voor het eerst rechtop, op twee voeten.
De Homo Sapien, de denkende mens die taal gebruikt.
De Homo Erectus, gaat gebruik maken van vuur en gereedschappen.
De Neanderthaler, de mens die 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschillen
Etnische verschillen
(kenmerken van een volk zoals huidskleur)

Culturele verschillen
(wat mensen denken en doen)


Er is tegenwoordig één mensenras, ieder mens bestaat uit hetzelfde DNA.
(Evolutietheorie werd gebruikt voor rassendiscriminatie)

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de evolutietheorie?
A
Een theorie van de Paus over hoe het christendom ontstaan is
B
Een theorie van Charles Darwin over hoe mensen en dieren veranderen (mensen komen uit apen)
C
Een theorie over hoe god de aarde en de mens geschapen heeft
D
Nooit van gehoord

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie was de bedenker van de evolutietheorie?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Leg het scheppingsverhaal uit
A
De mens is ontstaan uit een aapsoort en is door evolutie (natuurlijke verandering) tot mens geworden.
B
De mens is door God geschapen.

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom botste de evolutietheorie van Darwin met de ideeën van de gelovigen?
A
Omdat het het bestaan van God tegenspreekt.
B
Omdat het niet overeenkomt met hun scheppingsverhaal.
C
Omdat Darwin niet gelovig was en was zijn theorie dus sowieso fout.
D
Omdat het nieuw was in die tijd en de gelovigen alles bij het oude wilde houden.

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

1. Welke drie wereldreligies hebben hetzelfde scheppingsverhaal?
A
Islam, hindoeïsme, boeddhisme
B
Jodendom, christendom, islam
C
Christendom, jodendom, boeddhisme
D
Protestantisme, hindoeïsme, jodendom

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

oorzaak-gevolg
  • bij geschiedenis zijn we opzoek naar oorzaken en gevolgen
  • Waardoor iets gebeurd noemen wij de oorzaak
  • wat hierna gebeurd noemen wij het gevolg

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

''Ik heb niet geleerd voor de toets en heb nu een onvoldoende. ''

Niet leren voor de toets is een..........
A
oorzaak
B
gevolg

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

''Door de regen word ik nat''

Het regent is een......
A
oorzaak
B
gevolg

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

''Ik heb de bus gemist. Nu ben ik te laat op school''

Te laat op school zijn is een...
A
oorzaak
B
gevolg

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

IJstijd
In Nederland woonde 25.000 jaar geleden niemand
De oorzaak hiervoor was dat het te koud was
Deze periode noemen we een ijstijd
Kaart
Kaart van Europa tijdens een ijstijd
Een oorzaak is iets waardoor iets gebeurt

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De laatste ijstijd 
  • Rond 11.500 v. Chr. eindigde de laatste ijstijd. 
  • De oorzaak hiervan was de stijging van de temperatuur. Het gevolg daarvan was dat de ijstijd eindigde.  
  • Nederland was voor een groot deel toendra: gras, mos en lage struiken. Wilde dieren: mammoeten, wolven, paarden en rendieren.
  • Langzaamaan werd Nederland moerassig en ontstonden er bossen. 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leefwijze
  • leven als nomaden: zonder vaste woonplaats 
  •  leven van de jacht op dieren en het verzamelen van voedsel --> belangrijkste middel van bestaan = manier om aan voedsel te komen

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jagen en verzamelen
  • jagers maakten werktuigen van dingen uit de natuur om te kunnen overleven: belangrijkste was steen --> daarom ook wel steentijd genoemd

  •  denk aan speren, bijlen, messen 

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe weten wij hoe de jagers en verzamelaars leefden?
  1. Archeologie; bodemvondsten
  2. Experimentele archeologie; Het leven naspelen > vuur maken
  3. Bestuderen van gelijksoortige groepen; Bosjesmannen

Hoe betrouwbaar zijn deze vormen?

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

soorten samenlevingen 
samenleving= een grote groep mensen die samenleeft. 
Mensen die als nomaden leefden wordt een jager- verzamelaar  samenleving genoemd. Mensen hebben lange tijd zo geleefd, maar zijn in de loop van tijd anders gaan leven. Daarom kennen wij verschillende soorten samenlevingen. 

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Historische indelingen
  • tijdvakken
  • perioden

  • samenlevingen
  1. Jager-verzamelaar samenleving                 4. industriële samenleving
  2. landbouwsamenleving                                     5. informatiesamenleving 
  3. landbouwstedelijke samenleving 

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
aan het eind van deze les:
  • weet je wat scheppingsverhalen zijn en weet je waar deze over gaan
  • weet je wat wetenschappers in de 19e eeuw over mensen hebben ontdekt
  • Kun je uitleggen hoe verschillen tussen mensen ontstonden
  • kun je uitleggen hoe mensen in de steentijd leefden

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies