SP_PA 3 H3 vwo 4 herhaling Imperfecto & bijwoorden

Paso Adelante 3 - Hoofdstuk 3
Doel/Objetivo: 
kennismaken met de Bijwoorden 
Pretérito Imperfecto herhalen
Aan het einde van de les.....kan ik de meeste onderdelen van H3

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Paso Adelante 3 - Hoofdstuk 3
Doel/Objetivo: 
kennismaken met de Bijwoorden 
Pretérito Imperfecto herhalen
Aan het einde van de les.....kan ik de meeste onderdelen van H3

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vorm van het bijwoord (Spaans)
  1. Zet het bijvoeglijk naamwoord in vrouwelijke vorm.
  2. Bijvoeglijk naamwoord vrouwelijke vorm + -mente.

VOORBEELD:
rápido --> rápida --> rápidamente
Ana trabaja rápidamente. =  Ana werkt snel.

Slide 2 - Tekstslide

Bijvoeglijknaamwoorden die eindigen op -o moet je in vrouwelijke vorm zet.
Bijvoeglijk naamwoord
(zegt iets over het zelfstandig naamwoord)
Bijwoord
(de manier hoe iets is gedaan)
Rápido (snel)
Rapidamente
Amable (aardig)
Amablemente
Normal (normaal)
Normalmente
Lamentable (jammer)
Lamentablemente

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Let op!
Er zijn 2 onregelmatige bijwoorden:

Bueno (goed) --> Bien
Malo (slecht) --> Mal

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verander het BN in een bijwoord
HUMILDE (bescheiden)

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Verander het BN in een bijwoord
SIMPÁTICO (aardig)

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Verander het BN in een bijwoord
MISERABLE (ellendig)

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Verander het BN in een bijwoord
ALEGRE (vrolijk)

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Verander het BN in een bijwoord
ENAMORADO (verliefd)

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Verander het BN in een bijwoord
Malo (slecht)

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Imperfecto

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Imperfecto
hablar
comer/vivir
ser
ir
ver
(yo)
hablaba
comía
era
iba
veía
(tú)
hablabas
comías
eras
ibas
veías
(él, ella/usted)
hablaba
comía
era
iba
veía
(nosotros/-as)
hablábamos
comíamos
éramos
íbamos
veíamos
(vosotros/-as)
hablabais
comíais
erais
ibais
veíais
(ellos/-as/ustedes)
hablaban
comían
eran
iban
veían

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Imperfecto
Jij zag = ...
A
viste
B
veías
C
ves
D
vas

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Imperfecto
Hij praatte = ...
A
habló
B
hablaba
C
hablo
D
habla

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

imperfecto: (ella) trabajar
A
trabajaba
B
trabajaste

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

imperfecto: (Juana) tener
A
tenías
B
tenía

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat hoort bij welke verleden tijd?
Indefinido
Imperfecto
'het was er al'
herhaling
actie
afgesloten
gewoontes
geen duidelijk begin & eind
reden
duidelijk begin & eind
'het gebeurde'

Slide 18 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

INDEFINIDO
IMPERFECTO
El verano pasado
todas las semanas
en 1999
ayer
antes
normalmente
a menudo
Hace dos días

Slide 19 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

15A. zet het werkwoord in de IMPERFECTO
1 Diego ES bajo y un poco gordo.

Slide 20 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

15A. zet het werkwoord in de IMPERFECTO
2 VIVE en un pueblo cerca de Buenos Aires.

Slide 21 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

15A. zet het werkwoord in de IMPERFECTO
3 Sus perros siempre ESTÁN en el jardín.

Slide 22 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

15A. zet het werkwoord in de IMPERFECTO
4 Todos los días mucha gente famosa VIENE a su casa.

Slide 23 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

15A. zet het werkwoord in de IMPERFECTO
5 ¿VIVES también en Buenos Aires?

Slide 24 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Welk ww is NIET in de imperfecto vervoegd?
A
trabajé
B
hacía
C
hablaba
D
comías

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Link

Deze slide heeft geen instructies