CLASE - LUNES 8 Y JUEVES 11-1-24

CLASE - LUNES 8-1-24
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 4

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

CLASE - LUNES 8-1-24

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

BEGINTAAK  
¿CÓ


  • TV KIJKEN
  • SLAPEN
  • STUDEREN
  • HUISWERK MAKEN
  • SPAANS PRATEN
  • MUZIEK LUISTEREN
  • NIKS DOEN
  • VEEL ETEN
  • LEZEN
  • DESCANSAR
  • HET WAS LEUK/SAAI
  • EEN WANDELING DOEN
  • REIZEN
  • EEN REIS MAKEN
  • BEZOEKEN
  • LEREN KENNEN
¿CÓMO SE DICE EN ESPAÑOL?
timer
4:00
ESCRIBE EN TU CUADERNO

Slide 3 - Tekstslide

¿QUÉ HAS HECHO EN LAS VACACIONES DE 
NAVIDAD?
ESCRIBE 3 FRASES EN ESPAÑOL USANDO EL PRETÉRITO PERFECTO
timer
3:00

Slide 4 - Tekstslide

2024

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

OBJETIVOS (DOELEN)

Aan het eind van deze les weet je wat we in P2 gaan doen.

Je kent een aantal leesstrategieen.











SUCCESCRITERIA


Je weet wat moet je doen om succes te boeken in P2.

Je hebt minimaal 2 teksten gelezen en de inhoudelijke vragen over de tekst beantwoorden.

Je bent bewust van minimaal 2 leesstrategieen die je hebt toegepast.


Slide 7 - Tekstslide

PERIODO 2
HASTA EL JUEVES 8-2-24

Slide 8 - Tekstslide

SE-2 DEL 22 al 30-01-24

Slide 9 - Tekstslide

Objetivo 4:
Forma de trabajo
COMMUNICEREN MET  LA PROFE (FMA) VIA BERICHTEN EN MAGISTER

Slide 10 - Tekstslide

BUNDEL PA + PRÁCTICA TEXTOS CITO 

Slide 11 - Tekstslide

Aprender el vocabulario 
¡IMPORTANTE!
FORMATIEVE TOETSEN OVER WOORDENSCHAT
OM DE WEEK

Slide 12 - Tekstslide

OBJETIVOS
  • Aan het eind van de les weet je wat voor soort lezer je bent.

  • Je kent een aantal leesstrategieën en je kunt er minimaal 2 van toepassen.
Succescriteria:
  • Je hebt minimaal 3 teksten gelezen en ben je bewust geworden van de leestrategieën die je tijdens het lezen hebt toegepast. 
  • Je kunt deze strategieën benoemen.

Slide 13 - Tekstslide

TEGENSTRIBBELENDE LEZER: kunnen wel lezen maar kiezen ervoor om het niet te doen. 
WOORDLEZERS: kunnen woorden lezen maar ze weten niet wat ze gelezen hebben en ze kunnen het ook niet onthouden.
GOEDE LEZERS: geven betekenis aan wat ze lezen.
Ze verliezen snel de vaardigheid om echt te kunnen lezen als ze blijven niet lezen.

Wanneer ze door hebben dat ze niet begrijpen wat ze lezen en het ook niet kunnen onthouden, dan geven ze het snel op.
In het algemeen zijn deze goed lln maar presteren ze slecht voor opdrachten waarbij ze zelf verbanden moeten leggen of conclusies trekken.
Ze activeren hun voorkennis om teksten beter te kunnen begrijpen.

Slide 14 - Tekstslide

Wat doet een goede lezer?
- Leesdoel bepalen
-Activeert zijn woordkennis (grote woordenschat)
- Activeert zijn voorkennis over het onderewerp om nieuwe informatie te begrijpen.
- Kan een zin in het verband van de tekst plaatsen (en andersom)
-Stel zich voor, tijdens en na het lezen vragen over de tekst.
- Kan beslissen wat belangrijk is in een tekst.
-Kan de informatie samenvatten.
-Kan conclusies trekken.

Slide 15 - Tekstslide

Wat doe je als je een woord
in het Spaans niet kent?

Slide 16 - Woordweb

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Welke leesstrategieën werken écht?
Leesdoel bepalen
Voorkennis activeren
Voorspellen
Vragen stellen
Visualiseren
Samenvatten

Slide 19 - Tekstslide

Maar hoe leer je dit?
Oefenen, oefenen, oefenen.

Slide 20 - Tekstslide

Dat gaan we nu oefenen!

Slide 21 - Tekstslide


COMPRA UN DICCIONARIO Y TRÁELO PARA LA PRÓXIMA CLASE

Slide 22 - Tekstslide

timer
0:30
AYUDA
ser despedido: ontslagen worden
PREGUNTA
Wat voor leesstrategie heb je hier gebruikt?

Slide 23 - Tekstslide

LEE EL TEXTO COMPLETO.
Sla over wat je niet begrijpt.
Comenta con tu compañero/a wat je van de tekst hebt begrijpen.
timer
1:00
PREGUNTA
Wat voor leesstrategie heb je hier gebruikt?

Slide 24 - Tekstslide

LEE LAS PREGUNTAS Y RESPONDE
B

Een week

Slide 25 - Tekstslide

OBJETIVOS (DOELEN)

Aan het eind van deze les weet je wat we in P2 gaan doen.

Je kent een aantal leesstrategieen.











SUCCESCRITERIA


Je weet wat moet je doen om succes te boeken in P2.

Je hebt minimaal 2 teksten gelezen en de inhoudelijke vragen over de tekst beantwoorden.

Je bent bewust van minimaal 2 leesstrategieen die je hebt toegepast.


Slide 26 - Tekstslide

JUEVES 11-1-24

Slide 27 - Tekstslide

TRABAJAMOS EN DOS GRUPOS
GRUPO 1
EMILY
SILVANO
HARLEEN
JOEP
ZARAH
MAARTEN
ROSALIE
LARA
JAYDEN
MANAL
YARON
GRUPO 2
CRISTOHPER
JILL
EVI-LYNN
YOUSSEF
TESS
SOFIE
LANA
NATHAN
YFKE
NOUR
LORENZO



Slide 28 - Tekstslide

AGENDA MAGISTER

Slide 29 - Tekstslide

OBJETIVOS (DOELEN)

Je kunt vertellen wat je gaat doen.




Je kunt leestrategieen toepassen.









SUCCESCRITERIA


Je kent de vervoeging van het werkwoord 'ir'.


Je bent bewust van minimaal 2 leesstrategieen die je hebt toegepast.

Je hebt minimaal 2 teksten gelezen en de inhoudelijke vragen over de tekst beantwoorden.

Slide 30 - Tekstslide

Verbind de woorden met de betekenissen
A. LLORAR
1. DROMEN
B. REÍR
2. LIJDEN
C. GOZAR
3. LEVEN
D. SUFRIR
4. GENIETEN
E. BAILAR
5. HUILEN
F. SOÑAR
6. LACHEN
G. VIVIR
7. DANSEN

Slide 31 - Tekstslide

In de volgende slide krijg je een video te zien.
Kijk de video een paar keer en controleer de eerste opdracht, of de betekenissen van de woorden kloppen. Indien nodig pas je ze aan.

Slide 32 - Tekstslide


¿TIENES TU DICCIONARIO?

Slide 33 - Tekstslide

0

Slide 34 - Video

Klopt het?
A. LLORAR
1. DROMEN
B. REÍR
2. LIJDEN
C. GOZAR
3. LEVEN
D. SUFRIR
4. GENIETEN
E. BAILAR
5. HUILEN
F. SOÑAR
6. LACHEN
G. VIVIR
7. DANSEN

Slide 35 - Tekstslide

Klopt het?
A. LLORAR
1. DROMEN
B. REÍR
2. LIJDEN
C. GOZAR
3. LEVEN
D. SUFRIR
4. GENIETEN
E. BAILAR
5. HUILEN
F. SOÑAR
6. LACHEN
G. VIVIR
7. DANSEN

Slide 36 - Tekstslide

Kijk naar de volgende slide en maak een schema op je schrift over de structuur die je nodig  om over de toekomst te kunnen praten in het Spaans.

Indien nodig kijk naar de video uitleg in de volgende slide.

Slide 37 - Tekstslide

Futuro Toekomende tijd
Dit heet de Futuro Próximo ofwel Futuro Inmediato
Regel: 
vorm van IR (=GAAN) + A + heel werkwoord

Voorbeeldzin: 

¿Qué vas a hacer el fin de semana?
(Wat ga je dit weekend doen?)


Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Video

TAREA ESCRITA
ESCRIBE UN TEXTO BREVE SOBRE (over)
WAT JE AANSTAANDE WEEKEND GAAT DOEN (minimaal 50 woorden). Je levert je tekst op papier in aan het eind van de les.

GEBRUIK DE VERBINDSWOORDEN:
en, daarna, ook, maar, straks

EL FIN DE SEMANA PRÓXIMO....

Slide 40 - Tekstslide

TRABAJAMOS - TEXTO 2
timer
5:00

Slide 41 - Tekstslide

¿QUÉ TIPO DE TEXTO CREES QUE ES Y CUÁL ES EL TEMA?

Slide 42 - Tekstslide

¿CUÁNTO TIEMPO NECESITAS PARA LEER ESTE TEXTO?
stopwatch
00:00

Slide 43 - Tekstslide

LEE EL TEXTO OTRA VEZ
Wat week ikjemeer als je deze tekst hebt gelezen?
PREGUNTA
Wat voor leesstrategie heb je hier gebruikt?

Slide 44 - Tekstslide

LEE LAS PREGUNTAS 5 T/M 10 
¿QUÉ VERBOS HAY EN LAS PREGUNTAS?

ESCRIBE LOS VERBOS Y SU SIGNFICADO.
timer
4:00

Slide 45 - Tekstslide

ELIGE COMO MÍNIMO 3 PREGUNTAS DEL TEXTO Y RESPÓNDELAS
¿Listo? 
Responde las otras preguntas
Ben je klaar?
Beantwoord de andere vragen

Slide 46 - Tekstslide

OBJETIVOS (DOELEN)

Je kunt vertellen wat je gaat doen.




Je kunt leestrategieen toepassen.









SUCCESCRITERIA


Je kent de vervoeging van het werkwoord 'ir'.


Je bent bewust van minimaal 2 leesstrategieen die je hebt toegepast.

Je hebt minimaal 3 teksten gelezen en de inhoudelijke vragen over de tekst beantwoorden.

Slide 47 - Tekstslide