In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Welkom
Mobiel uit en in de tas
Ga rustig op je eigen plek zitten
Zorg dat schrift en etui op tafel liggen
Ipad nog even in je tas laten
Slide 1 - Tekstslide
2.4 Kook- en smeltpunt
- Voorkennis
- Leerdoelen
- Zelfstandig werken
- Opgaven maken
- Afsluiting
Slide 2 - Tekstslide
Veranderen van fase?
Slide 3 - Woordweb
Leerdoelen
Je kunt beschrijven wat er gebeurt als water kookt.
Je kunt uitleggen wat het kookpunt en smeltpunt ( vriespunt/ stolenpunt)van een stof zijn en waarom dit stofeigenschappen zijn.
Je kunt uitleggen hoe je het vriespunt of smeltpunt van water kunt verlagen.
Je kunt met een grafiek beschrijven wat er gebeurt als je stearinezuur (kaarsvet) verwarmt en je kunt op de grafiek het smeltpunt en stolpunt aangeven.
Slide 4 - Tekstslide
Zelf aan de slag...
In het boek H 2.4 (pagina 88 t/m 89) goed doorlezen.
Zoek de blauwe woorden (kernbegrippen) en schrijf de betekenis op.
timer
0:05
Slide 5 - Tekstslide
koken kookpunt smeltpunt vriespunt
smeltdiagram stoldiagram
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Video
Maak opgaven:
1,2,3,4,5,6 & 7 op p 89 & 90
Deze opgaven moet in deze les klaar zijn .
Klaar?
8 t/m 10 op p 91 zijn huiswerk opgaven voor de volgende les.
.
Slide 8 - Tekstslide
Wanneer verdampt water?
A
alleen als de zon schijnt
B
alleen als het kookt
C
bij elke temperatuur tussen 0 C en 100C
Slide 9 - Quizvraag
Als je water verhit, ontstaan er eerst kleine luchtbellen. Deze stijgen naar het oppervlak en verdwijnen. Wanneer ontstaan deze luchtbellen?
A
ze ontstaan vrij snel nadat je begonnen bent met verwarmen.
B
ze ontstaan als het water bijna 100 C.
C
ze ontstaan als het water precies 100 C is.
D
er ontstaan voortdurend luchtbellen.
Slide 10 - Quizvraag
Als de bellen met waterdamp wel het oppervlak bereiken, is de temperatuur:
A
bijna 80 C
B
precies 80 C
C
bijna 100 C
D
precies 100 C
Slide 11 - Quizvraag
Het water kookt. Als je dan doorgaat met verwarmen:
A
gaat de temperatuur van het water verder omhoog
B
blijft de temperatuur van het water 100 C
C
gaat de temperatuur van het water weer om laag.
Slide 12 - Quizvraag
Als je water kookt, komt water in de
A
vaste toestand
B
vloeibaar toestand
C
gasvormige toestand
Slide 13 - Quizvraag
Smeltend ijs heeft een temperatuur van x1 . Deze temperatuur heeft het X2 Van water of het X3 van ijs
Slide 14 - Open vraag
Als je zout aan water toevoegt, bevriest het bij een X1 temperatuur. Kokend water heeft een temperatuur van X2 , deze temperatuur heet X3 van water.
Slide 15 - Open vraag
Zijn de leerdoelen bereikt?
Je kunt beschrijven wat er gebeurt als water kookt.
Je kunt uitleggen wat het kookpunt en smeltpunt ( vriespunt/ stolenpunt)van een stof zijn en waarom dit stofeigenschappen zijn.
Je kunt uitleggen hoe je het vriespunt of smeltpunt van water kunt verlagen.
Je kunt met een grafiek beschrijven wat er gebeurt als je stearinezuur (kaarsvet) verwarmt en je kunt op de grafiek het smeltpunt en stolpunt aangeven
Slide 16 - Tekstslide
Tevreden met het resultaat?
Genoteerd wat je thuis gaat doen?
Pak dan je tas in en wacht nog even rustig tot het tijd is.