Travel Log #3, uitwisselen met je partner (check spelling, grammatica en inhoud)
Test yourself WB pagina 44+45 (zelf nakijken)
Slide 3 - Tekstslide
Aangeplakte vragen
Hoe zat het
ook alweer?
Slide 4 - Tekstslide
Extra hulp - Stepping Stones, opdr 26
Stap 1: Kijk wie het meest belangrijke persoon/dier/ding in de zin. Deze word herhaald in de aangeplakte vraag.
Slide 5 - Tekstslide
Extra hulp - Stepping Stones, opdr 26
Stap 2: Kijk of er in de zin een vorm van not/never staat. Zo ja, dan is de zin ontkennend en moet de aangeplakte vraag bevestigend zijn en ook omgedraaid. Staat er in deze zin een vorm van not/never?
Slide 6 - Tekstslide
Extra hulp - Stepping Stones, opdr 26
Stap 3: Kijk naar het werkwoord. Is het een vorm be (bv. I am, I was) ofhave got (you've got, they've had) of een hulpwerkwoord (can, could, should of will) > dan herhaal je dit werkwoord.
Is het een ander werkwoord? > dan gebruik je het werkwoord to do I do, I don't/ she does, she doesn't / we did > we didn't
Slide 7 - Tekstslide
Extra hulp - Stepping Stones, opdr 26
Stap 1: Kijk wie het meest belangrijke persoon/dier/ding in de zin. Deze word herhaald in de aangeplakte vraag
Slide 8 - Tekstslide
Extra hulp - Stepping Stones, opdr 26
Stap 2: Kijk of er in de zin een vorm van not/never staat. Zo ja, dan is de zin ontkennend en moet de aangeplakte vraag bevestigend zijn en anders omgedraaid. Staat er in deze zin een vorm van not/never?
Slide 9 - Tekstslide
Extra hulp - Stepping Stones, opdr 26
Stap 3: Kijk naar het werkwoord. Is het een vorm be (bv. I am, I was) of have got (you've got, they've had) of een hulpwerkwoord (can, could, should of will) > dan herhaal je dit werkwoord.
Is het een ander werkwoord? > dan gebruik je het werkwoord to do
I do, I don't/ she does, she doesn't / we did > we didn't