H4 Woordenschat-1

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Goedemorgen!

Ga naar je plek, pak je spullen en wacht tot de les begint.

• Leesboek
• Lesboek Nieuw Nederlands
• Laptop
• Schrift 
• Pen

Lezen in je boek

Wat gaan we doen? 

• Feedback en presentatie
• Lesdoel  Woordenschat Hoofdstuk 4
• Theorie Woordenschat H4
• Maken opdracht  1 t/m 5

• Evaluatie les
  
• Afsluiten

Lesdoelen hoofdstuk 4 Woordenschat

Je bent voorbereid op je boekpresentatie en het geven van feedback op een boekpresentatie.

Je kunt de betekenis van een onbekend woord vinden met behulp van een tegenstelling.

Als ik presenteer:

1. Lees ik alles op van mijn blaadje
2. Zeg ik mijn naam en leg ik uit wat ik ga vertellen
3. Kijk ik nooit iemand aan
4. Houd ik géén vaste volgorde aan

Als ik uitleg WAT ik ga vertellen:

1. Gebruik ik de dia met inhoudsopgave
2. Laat ik snel alle dia's zien
3. Laat ik het plaatje van de kaft van mijn boek zien
4. Gebruik ik de powerpoint niet

Mijn presentatie heeft deze volgorde:

1. het boek inhoudsopgave mezelf voorstellen afsluiting
2. afsluiting mezelf voorstellen inhoudsopgave het boek
3. inhoudsopgave het boek afsluiting mezelf voorstellen
4. mezelf voorstellen inhoudsopgave het boek afsluiting

Als ik luister naar een presentatie ben ik:

1. Stil en benieuwd naar de inhoud
2. Botte opmerkingen aan het maken over de presentator
3. De presentator aan het uitlachen
4. Aan het slapen

Je boekpresentatie:

- Je presentatie duurt minimaal 5  minuten e n maximaal 7 minuten

- Je vertelt voldoende: de luisteraar moet echt iets leren over het boek: waar het over gaat, over de personages, enzovoort. 

Presentatievaardigheden:

- volume en verstaanbaarheid

- tempo - rustig spreken

- klas inkijken

- houding

- gebruik je powerpoint en/of steekwoorden.

 Je boekpresentatie:

Inleiding:  schrijver en titel noemen

Middenstuk:  

- gebeurtenissen in het verhaal

- probleem en oplossing van hoofdpersoon- en bijpersonen -wie   is  wie? 

- plaats en tijd van het verhaal, 

- mening met twee goede argumenten.

Afsluiting:

- duidelijke afsluiting 

- mogelijkheid tot stellen van vragen

 Boekpresentatie - feedback geven

Tips en tops:

Hoe is de presentatie gemaakt?

Inhoud - wat is verteld, heeft de presentator alle punten voldoende aandacht gegeven?

Presenteren - hoe wordt er gepresenteerd? |

Duidelijk te verstaan? Kijkt presentator klas in? Houding?

Opfrissen kennis Woordenschat

Je kunt de betekenis van een onbekend woord vinden met behulp van :

• een synoniem 
• een omschrijving
• voorbeelden
• een tegenstelling

nieuwnederlands.digitaal.noordhoff.nl

Tegenstelling vinden

Je kunt de betekenis van een onbekend woord soms begrijpen doordat er in de tekst een tegenstelling van dat woord staat. 

Bijvoorbeeld:

Toms ouders sliepen in een riante caravan, maar hij lag zelf in een klein tentje.

Het woord riant is een tegenstelling van klein. Riant betekent dus groot.

Woordenschat H4

Een tegenstelling herken je aan de volgende signaalwoorden:

• maar
  
• echter
  
• toch
  
• daarentegen
  

Versterkingen

Je kunt de betekenis van woorden sterker maken - versterken - door het woordje 'heel' ervoor te zetten:

heel mooi - heel lelijk

heel wit - heel zwart

heel mager - heel vet

Versterkingen

De betekenis van woorden wordt nóg sterker wanneer je er een ander, passend woordje aan vastplakt:

heel mooi - heel lelijk ..... bloedmooi - foeilelijk

heel wit - heel zwart ..... spierwit - inktzwart 

heel mager - heel vet ..... broodmager - moddervet

Heel veel van die versterkingen ken je wel, kijk maar:

Maken opdracht Woordenschat

• Maken startopdracht bladzijde 102
• Maken opdracht 1 t/m 6 (vanaf blz 102) 
• Ben je klaar? Ga dan verder met opdracht 7
• Heb je een vraag? Steek je vinger op.

Evaluatie

• Wat heb je geleerd deze les?
• Wat ging er goed?
• Wat kan beter?

Tot de volgende les!

Woordenschat H4

• Je leert tegenstellingen van
  onbekende woorden vinden. 

WOORDENSCHAT

een tegenstelling zoeken

Een tegenstelling is het omgekeerde van iets. 

Zo is lekker een tegenstelling van vies. 

Andere tegenstellingen zijn: 

licht – donker, vroeg – laat, hoog – laag.

WOORDENSCHAT

een tegenstelling zoeken

In teksten kun je een tegenstelling herkennen door 

op signaalwoorden te letten, zoals

maar, toch, hoewel, echter, daarentegen

Bijvoorbeeld:

- Zijn antwoord is niet dom, maar juist slim.

- Hoewel de man moedig leek, was hij laf.

Tegenstellingen

Soms kun je de betekenis van een moeilijk woord raden 

door een tegenstelling op te zoeken.

Tegenstellingen worden vaak aangekondigd door signaalwoorden:

maar, anderzijds, daarentegen, echter, toch, evenwel, hoewel, 

aan de ene kant ... aan de andere kant.

Welke versterking hoort bij 'zwaar'?

1. ijzerzwaar
2. staalzwaar
3. zinkzwaar
4. loodzwaar