Zürich + gebiedende wijs

1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Zürich
CH...?

Slide 2 - Tekstslide

Ziele
1. Die Schweiz kennen lernen
 & mehr über Zürich erfahren

2. Modalverben QUIZ

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Geschichte der Schweiz
In der Schweiz gibt es 26 Kantone. Kantone sind wie Provincies in den Niederlanden. Die Schweiz entstand 1291 nach dem Bund (=verbond) der Urkantone (=oude Kantons). 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Warum?
Zwitserland ontstond doordat de 3 "Urkantone" (Uri, Schwyz en Obwalden+Nidwalden) zich samensloten uit angst om door een buurland aangevallen te worden. Hiervoor werd een eed afgelegd. 


Slide 8 - Tekstslide

        Sprachen der Schweiz

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Franken


Die Schweiz hat eigenes Geld, den Franken.

Zürch ist das Finanzielle zentrum der Schweiz und für Banken Weltweit

Slide 11 - Tekstslide

Der Franken

Slide 12 - Tekstslide

Met welke munt betaal je in Zwitserland?

Slide 13 - Open vraag

Welke taal wordt in Zwitserland het meest gesproken?

Slide 14 - Open vraag

Wonen er in Zwitserland meer mensen dan in Nederland?

Slide 15 - Open vraag

Welke taal wordt er door de kleinste groep Zwitsers gesproken?

Slide 16 - Open vraag

Schweizer Pop
Lo & Leduc 
durchgebrochen in 2014 mit 'Zucker fürs Volk'

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Und.., hast du etwas verstanden?

Slide 19 - Tekstslide

der Text (ein Stück)

I chume lieber zu dir (I chume lieber zu dir)
I chume lieber zu dir (I chume lieber zu dir)
I chume lieber zu dir (yeah)
I chume lieber zu dir, o wes nur für ne Tee isch
Für chli Honig, Zitrone, für
I chume lieber zu dir, o wes nur für ne Tee isch
Für chli Honig, Zitrone, für für
I chume lieber zu dir
I chume lieber zu dir
Früsch pressti glücklech

Paar tröchneti truurig
Brüeti Wärmi ire Thermos-Channe
Es Würfeli „blyb wide bisch“
Und es paar zupfti Blettli „mach aues anders“
U när gits drü Löffeli Kuss ufd Stirn
Diräkt nachem Ässe
I mache mir e Ufguss us dim Gsichtsusdruck
We du summisch bim Abwäsche
Wüu I kenn di Medis wo si eim gäbe
We me ne seit me weiss nid wo sech häbe
I chume lieber zu dir o wes nur für ne Tee isch
Für chli Honig, Zitrone, für
Für Ingwer u…

Slide 20 - Tekstslide

Ich weiß jetzt mehr über die Schweiz und Zürich
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll

Gebiedende wijs! 


Slide 22 - Tekstslide

de 3- vormen


gebiedende wijs - enkelvoud

gebiedende wijs - meervoud

gebiedende wijs - beleefdheidsvorm

Slide 23 - Tekstslide

Der Imperativ 

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Toepassing

Met de gebiedende wijs gebieden we iemand iets te doen = bevel!

Zum Beispiel:

Halten Sie!

Steigen Sie ein!

Fahren Sie mich zum Bahnhof!

Slide 26 - Tekstslide

Er zijn 3 verschillende vormen van de gebiedende wijs

gebiedende wijs- enkelvoud (voor 1 persoon)

gebiedende wijs- meervoud (voor 2 of meer personen)

gebied. wijs- beleefdheidsvorm (u-vorm)

Slide 27 - Tekstslide

Gebiedende wijs enkelvoud

Deze wordt gevormd door de stam van de  -du- vorm te nemen.

Waarom moet je de du-vorm (zonder -st) nemen en niet de 'normale' stam?

Sprechen: stam - sprech

Du sprichst-> Imperativ wordt-> sprich! (Let op: geen a/ä-Wechsel!)

Soms komt hier nog een extra -e achter bij werkwoorden met een stam die eindigt op d-t / m-n:

Zum Beispiel:Antworte, bitte- Atme durch!

Slide 28 - Tekstslide

Gebiedende wijs meervoud
Voor de gebiedende wijs voor 2 personen of meer (een groep) gebruik je de ihr-vorm (= jullie)
Zum Beispiel:
Ihr sprecht; ihr atmet.

Imperativ meervoud = sprecht!; Atmet! 

Dit is dus precies hetzelfde als de ihr-vorm, alleen dan zonder ihr!


Slide 29 - Tekstslide

Gebiedende wijs beleefdheidsvorm

De beleefheidsvorm gebruik je voor wanneer je iemand met 'u' aanspreekt. De Imperativ-vorm hiervan is precies hetzelfde als de Sie-vorm van het werkwoord (= dus het hele werkwoord!)

Hierachter plak je dan nog het persoonlijk voornaamwoord 'Sie' en je hebt de Imperativ in de beleefdheidsvorm.


Zum Beispiel:

Schlafen Sie; Zeichnen Sie; Warten Sie.



Slide 30 - Tekstslide

Eine kurze Zusammenfassung

*Voorbeeld: kaufen

Enkelvoud (1 persoon) = stam du- vorm  (Let op! +e bij stam op d/t, m/n) --> *Kauf!


Meervoud (2 personen of meer) = ihr-vorm --> *Kauft!


Beleefdheidsvorm= hele werkwoord + Sie --> *Kaufen Sie!

Slide 31 - Tekstslide

Mal üben!

Slide 32 - Tekstslide

Beleefdheid (kommen) ...
Komt u naar huis
A
kommt nach Hause
B
kommen Sie nach Hause
C
kommt Sie nach Hause
D
kömmen Sie nach Hause

Slide 33 - Quizvraag

lassen(=laten)
... mich in Ruhe, Peter!
A
lasst
B
lasse
C
lass
D
lassen Sie

Slide 34 - Quizvraag

Let op!



Bij een stam die eindigt op een -d of een -t
krijg je een extra-e
antworten- antworte -> antwort-et -> antworten Sie!

Slide 35 - Tekstslide

warten (=wachten)
Ilse und Erika, .... auf mich!
A
warten
B
wart
C
warst
D
wartet

Slide 36 - Quizvraag

Gebiedende wijs ev van denken
A
denkt
B
denken Sie
C
denk
D
denkst

Slide 37 - Quizvraag

gebiedende wijs ev van sprechen
A
sprech
B
sprecht
C
sprich

Slide 38 - Quizvraag

Gebiedende wijs mv tragen
A
trägt
B
tragt
C
trage

Slide 39 - Quizvraag

Let op: 
De gebiedende wijs van sein wijkt af:

Enkelvoud: Sei!

Meervoud: Seid!

Beleefdheidsvorm: Seien Sie!

Slide 40 - Tekstslide