3.4 Voor het vaderland Corona 2021 deel 1 en deel 2

Welkom
Programma:
- Mededelingen
- Huiswerk
- Vorige keer
- Leerdoel
- 3.4 Voor het vaderland
- Opdrachten
-Afsluiting
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Programma:
- Mededelingen
- Huiswerk
- Vorige keer
- Leerdoel
- 3.4 Voor het vaderland
- Opdrachten
-Afsluiting

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer was de Russische Revolutie?
A
1914
B
1916
C
1917
D
1918

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie grepen de macht tijdens de Russische Revolutie?
A
De liberalen
B
De communisten
C
De sociaal-democraten
D
De nationalisten

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


De Sovjet-Unie 
onder Lenin
1917-1924

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


De Sovjet-Unie



De Sovjet-Unie is de naam voor Rusland (met een aantal andere landen) tussen 1922 en 1991, toen het land een communistische dictatuur was.

Een sovjet is een raad van boeren, arbeiders en soldaten.
Het bestuur van Sovjet-Unie zou in handen van deze sovjets moeten zijn...

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hervorming economie
door Lenin
- NEP (1921)
- Agrarische samenleving 
  

- Planeconomie met Vijfjarenplannen:
* nadruk op zware industrie
* collectivisatie van de 
   landbouw (kolchozen)

Slide 7 - Tekstslide

......................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
...................................................................................................................................................................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
Lenin overlijdt in 1924. In zijn testament zegt hij dat Stalin niet geschikt is als opvolger! 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het einde van de les kun je het volgende uitleggen:

- Je kunt uitleggen hoe de Sovjet-Unie er onder leiding van Stalin uitziet.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Propaganda
Planeconomie en Collectivisatie

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stachanov
Wie was dit?
Bekijk het filmpje

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies


De Sovjet-Unie 
onder Stalin
1924-1953

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hervorming economie
door Stalin
  • Planeconomie met 
Vijfjarenplannen.

  • Nadruk op zware industrie
collectivitatie van de 
landbouw (kolchozen).

Slide 14 - Tekstslide

......................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
...................................................................................................................................................................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
Gevolgen 
Industrialisatie
- Industriële grootmacht.

Hervormingen in de landbouw
- Ontevredenheid en verzet bij 
   boeren              strafkampen
-  Productie gaat achteruit.
-  Hongersnood.

Slide 15 - Tekstslide

....................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
...................................................................................................................................................................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................

Collectivisatie

  • De landbouw moest veranderen om alle monden te voeden. 
  • Tientallen kleine zelfstandige boerderijen werden samengevoegd (collectivisatie) tot één groot boerenbedrijf, een kolchoz

  • De boerengezinnen werkten en woonden daar met elkaar. 
  • De grond, het vee, de gereedschappen, de oogst: alles was van iedereen. 


Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



  • De collectivisatie moest zorgen voor een hogere opbrengst, maar dat viel vaak tegen en er ontstonden hongersnoden. Overigens meestal door eigen schuld: boeren slachtten hun vee uit protest tegen de collectivisatie. 

  • Boeren die zich op deze manier verzetten tegen de collectivisatie, omdat ze hun eigen boerderijtje niet wilden opgeven, werden gezien als vijanden van het communisme. Miljoenen boeren zijn om die reden vermoord.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Verheerlijking van
arbeiders en boeren




  • De Sovjet-Unie is een land van arbeiders en boeren, dit zijn de helden van het
     land!
  • Overigens leek dit in propaganda veel mooier dan de realiteit was...

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Showprocessen


  • Tegenstanders worden (meestal) vals beschuldigd en worden in een
     oneerlijke rechtszaak tot zware straffen veroordeeld.

  • Bij dit soort showprocessen (onder Lenin én Stalin) stond de uitkomst al vast
     voordat de rechtszaak was begonnen: schuldig!

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Grote Terreur

  • Stalin zag overal tegenstanders (paranoide), vooral in mensen die een
     belangrijke rol in het bestuur of leger hadden.
  • Tussen 1934 en 1938 laat Stalin rond de 1 miljoen 'tegenstanders' oppakken en
     veroordelen.
  • De Sovjet-Unie wordt zo 'gezuiverd'.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Goelag

Miljoenen 'tegenstanders' kwamen terecht in een Goelag, een strafkamp.
  • In deze 'opvoedingskampen' moesten de gevangenen, onder zeer zware omstandigheden, dwangarbeid verrichten.
  • Iedereen die werd aangegeven bij de geheime politie kon ook familie zijn
     en werd zonder proces gevangengezet.


Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Persoonsverheerlijking


  • Om het volk te laten zien dat hij de beste leider voor het beste volk, in het
     beste land was, liet Stalin zich graag afbeelden als een geweldige leider:
     een vader voor het volk.
  • Dit heet persoonsverheerlijking (overal beelden, portretten van Stalin)

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stalinisme liep samen met de verheerlijking van de persoon Stalin
Het bracht ook de nodige kritiek met zich mee....

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Molotov-Ribbentrop Pact
augustus 1939



  • Hitler en Stalin zijn elkaars politieke vijanden
  • Hitler wil er echter zeker van zijn dat de Sovjet-Unie geen oorlog tegen hem  gaat beginnen, als Duitsland Polen aanvalt.
  • Na Duitse inval Polen wordt het land verdeeld onder Duitsland en Sovjet-Unie
  • Ze  sluiten een niet-aanvalsverdrag.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Totalitaire samenleving

  • Onder Stalin werd de Sovjet-Unie een totalitaire samenleving
  • In een totalitaire samenleving is het individu onbelangrijk, de staat bepaalt.


Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Acht kenmerken totalitaire staat:

1)  Landsbelang staat boven individu
2) De leider is allesoverheersend
3) Eenpartijstelsel, geen parlementaire democratie
4) Massamedia: propaganda en
     censuur (controle op inhoud)
5) Jeugd wordt geïndoctrineerd 
     (moeten naar jeugdkampen)

6) Veel (leger)parades (militairisme)
7) IJzeren handhaving van de orde door geheime politie (terreur)
8) Onderdanen leven in permanente angst, zo oppositie uitsluiten (Goelags)


Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

NEP is een voorbeeld van...
A
Privatisering (eigen bezit)
B
Collectivisatie (eigendom van staat)

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat hoort NIET bij de planeconomie van Stalin?
A
vijfjarenplan
B
NEP
C
collectivisatie van de landbouw
D
industrialisatie

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke bewering is waar?
A
Voor de Russische revolutie had Lenin als Tsaar alle macht.
B
Na de Russische revolutie waren alle mensen gelijk aan elkaar door het communisme.

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Stelling: Lenin organiseerde de Oktoberrevolutie.
A
Juist
B
Fout

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kies de juist volgorde
A
Lenin, Stalin, Nicolaas II
B
Nicolaas II, Lenin, Stalin
C
Stalin, Lenin, Nicolaas II
D
Nicolaas II, Stalin, Lenin

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het opstellen van vijfjarenplannen hoort bij...
A
nieuwe economische politiek
B
de planeconomie
C
collectivisatie
D
zuiveringen

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Welke begrippen horen bij de bron?
A
censuur en totalitair
B
censuur en zuivering
C
collectivisatie en totalitair
D
collectivisatie en zuivering

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk begrip past het beste bij de afbeelding?
A
Collectivisatie
B
Stalinisme
C
Planeconomie
D
Dwangarbeider

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk kenmerk van Stalinisme?
A
persoonsverheerlijking
B
zuiveringen
C
censuur
D
indoctrinatie

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig werken
Havo
Wat? Maken opdrachten paragraaf 4
Werkboek pagina:  48 t/m 50
Tekstboek pagina:  58 t/m 61
Opdracht:  3, 4, 5, 7, 9, 10, 13
Hoe? In stilte! (Zs)
Hoe lang? Rest van de les.
Hulp? Je mag de docent vragen stellen.
Klaar?  Lezen paragraaf 5 en 6

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig werken
VWO
Wat? Maken opdrachten paragraaf 3
Opdracht:  Alle opdrachten
Hoe lang? Rest van de les.
Hulp? Je mag de docent vragen stellen.
Klaar? Leren SO

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Visie Marxisme:
De communistische revolutie wordt door de arbeidersklasse geleid.

Visie Leninisme:

De communistische revolutie wordt door de partij geleid.

Visie Stalinisme:
Communisme met één man als leider (Stalin zelf).

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies