10. Skelet: ontwikkeling van de schedel

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieSecundair onderwijs

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

10. Skelet: ontwikkeling van de schedel pg 146

Slide 6 - Tekstslide

Anatomie:
Wat is een fontanel?
A
Een onderdeel van de aangezichtsschedel van een volwassene.
B
Een onderdeel van de aangezichtsschedel van een baby.
C
Een opening tussen de schedelbeenderen bij een baby.
D
Een opening tussen de schedelbeenderen bij een volwassene.

Slide 7 - Quizvraag

Het wervellichaam
A
bestaat uit zenuwen
B
geeft stevigheid aan de wervelkolom
C
bestaat uit kraakbeen
D
zorgt voor de verbinding met de kraakbeenschijf

Slide 8 - Quizvraag

Cijfer 4 is:
A
Wervellichaam
B
Doornuitsteeksel
C
Wervelboog
D
Wervelgat

Slide 9 - Quizvraag

De draaier heeft:
A
Een omhoogstaande tand
B
Geen wervellichaam

Slide 10 - Quizvraag

De verbinding tussen de atlas en de axis is een
A
scharniergewricht
B
rolgewricht
C
zadelgewricht
D
eigewricht

Slide 11 - Quizvraag

De bouw van de eerste halswervel (c1) wijkt af van de algemene bouw van een wervel. Stelling:
De eerste halswervel (c1) heeft GEEN doornuitsteeksel en GEEN
A
dwarsuitsteeksel
B
wervellichaam
C
wervelboog

Slide 12 - Quizvraag

De tussenwervelschijf bevindt zich tussen twee wervellichamen.
De tussenwervelschijf is een ............................
A
ligament
B
botuitsteeksel
C
kraakbeenverbinding
D
bindweefselverbinding

Slide 13 - Quizvraag

7.1.3. De beenderen van de thorax
pg 150

Slide 14 - Tekstslide

Hoeveel ribben telt het menselijke lichaam?
A
4
B
6
C
12
D
24

Slide 15 - Quizvraag

Valse ribben zijn
A
ribben die niet aanwezig zijn
B
ribben die niet verbonden zijn aan borstbeen
C
botten die lijken op ribben
D
geen idee

Slide 16 - Quizvraag

De ribben beschermen de organen in de borstholte en in de buikholte. Stelling:
De onderste twee paar ribben worden zwevende ribben genoemd omdat ...................................
A
de ribben via kraakbeen verbonden zijn met het borstbeen
B
de uiteinden van de ribben vrij liggen
C
deze ribben direct met het borstbeen verbonden zijn

Slide 17 - Quizvraag

Bekken bestaat uit:
A
Ruggenwervel en benen
B
Heiligbeen, heupbeen en staartbeen
C
staartbeen en heiligbeen
D
Heupen en wervels

Slide 18 - Quizvraag

staartbeen
A
schedel
B
ledematen
C
romp
D
gordelbeenderen

Slide 19 - Quizvraag

Dit is een breuk in het sleutelbeen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quizvraag

Een sleutelbeen hoort bij de ...
A
borstkas
B
bekkengordel
C
schoudergordel
D
schedel

Slide 21 - Quizvraag

De beenverbinding van het staartbeen is...
A
Naadverbinding
B
Vergroeid bot
C
Gewricht
D
Kraakbeenverbinding

Slide 22 - Quizvraag