2TOP H2.2 Lezen

Lezen H2.2 2TOP-havo/vwo
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Lezen H2.2 2TOP-havo/vwo

Slide 1 - Tekstslide

Een informatieve tekst bestaat vooral uit feiten.
A
waar
B
niet waar

Slide 2 - Quizvraag

Een verslag van een interview is een overtuigende tekst.
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quizvraag

Met een feit kun je het eens of oneens zijn.
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Niet iedere informatieve tekst heeft een slot.
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Vaak vind je de hoofdgedachte van een tekst in de inleiding of in de slotalinea.
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Informatieve tekst
tekstdoel = informeren
Je vindt er vooral feitelijke informatie:
- beschrijving van gebeurtenis die echt heeft plaatsgevonden
- informatie over dingen die echt bestaan
- kennis die door waarneming of onderzoek is verkregen
- uitleg die je kunt uitvoeren

Slide 7 - Tekstslide

Informatieve tekstvormen
- nieuwsbericht
- sportverslag
- interviewverslag
- tekst in encyclopedie
- schoolboektekst
- wetenschappelijk artikel
- handleiding

Slide 8 - Tekstslide

Interviewverslag

Interviewverslag:

- informatieve tekst

- een verslag van een vraag- en antwoordgesprek


2 soorten:

1. letterlijk interviewverslag

2. samenvattend interviewverslag

Slide 9 - Tekstslide

letterlijk interviewverslag

- vragen en antwoorden zo letterlijk mogelijk weergeven

- soms passages inkorten vanwege leesbaarheid

- onbelangrijke details weglaten

Slide 10 - Tekstslide

samenvattend interviewverslag

- vragen weglaten

- antwoorden gedeeltelijk samenvatten in eigen woorden en afwisselen met letterlijke uitspraken van de geïnterviewde

Slide 11 - Tekstslide

Interview
In de inleiding staat vaak:
- extra informatie over geïnterviewde
- aanleiding voor interview

Slide 12 - Tekstslide

Functies van inleiding

1. aandacht trekken 

2. onderwerp noemen

3. aanleiding noemen (er is vb een onderzoek geweest)

4. centrale vraag stellen

5. mening van schrijver noemen

6. samenvatting van inhoud geven

Slide 13 - Tekstslide

Welke functie heeft bijna elke inleiding?

Slide 14 - Open vraag

Welke functie heeft de volgende inleiding in een brief aan de krant: 'Gisteren las ik tot mijn verbijstering in uw krant....'

Slide 15 - Open vraag

Wat is de belangrijkste functie van de inleiding?
Waarom trekken we bijna automatisch een glimlach als we op de foto gaan? Studies naar het ontstaan van de lach geven verschillende verklaringen.

Slide 16 - Open vraag

Bij welke tekstsoort hoort 'de mening van de schrijver noemen'?
A
informerende tekst
B
activerende tekst
C
amuserende tekst
D
betogende tekst

Slide 17 - Quizvraag

Welke functie zal de inleiding van een interview vaak hebben, naast het onderwerp noemen?
A
centrale vraag stellen
B
mening van schrijver geven
C
samenvatting van inhoud geven
D
aanleiding noemen

Slide 18 - Quizvraag

Functies van het slot

- conclusie geven:

dus, daarom, dan ook

- samenvatting geven:

kortom, samenvattend

- advies geven:

het is raadzaam, het is beter

Slide 19 - Tekstslide

Welk slot hoort bij een inleiding waarin de schrijver zijn mening geeft?

Slide 20 - Open vraag

In welke tekstsoort verwacht je een samenvatting als slot?
A
informerende tekst
B
overtuigende tekst
C
amuserende tekst
D
activerende tekst

Slide 21 - Quizvraag

Noem de tekstverbanden die je tot nu toe hebt gehad.

Slide 22 - Open vraag

Tekstverband

- Samenvattend tekstverband:

er wordt een samenvatting gegeven.

Signaalwoorden: kortom, om kort te gaan, samenvattend, al met al, etc.


Voorbeeld:

Al met al is de toets niet heel slecht gemaakt.

Slide 23 - Tekstslide