les 2 - 4 havo - periode 2

Welkom!
Als de timer is afgelopen heb je...
  • Leer- en opdrachtenboek op tafel
  • Telefoon in je tas of telefoontas
timer
3:00
1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 50 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Welkom!
Als de timer is afgelopen heb je...
  • Leer- en opdrachtenboek op tafel
  • Telefoon in je tas of telefoontas
timer
3:00

Slide 1 - Tekstslide

Leg je telefoon weg (diep in je tas / telefoontas)

Slide 2 - Tekstslide

Studiewijzer
Periode 2 =
H2: paragraaf 2.1 t/m 2.9

Slide 3 - Tekstslide

Programma:

1. Wereldwijde luchtstromen
2. Zeestromen en klimaatgebieden
3. Landschapszones
4. Mens en landschap
5. Klimaat en landschap
6. Aardbevingen en vulkanen
7. Mens en natuur
8. Aardbevingen en vulkanen
9. Mens en natuur



9.
H2. Aarde: Klimaat en landschap

Slide 4 - Tekstslide

H2 Klimaat en landschap

Slide 5 - Tekstslide

Let op: deze les véél aantekeningen

Slide 6 - Tekstslide

Voorkennis bij dit hoofdstuk
Bekijk onderstaande begrippen. Kun je elk begrip in eigen woorden omschrijven? 

  1. Breedteligging
  2. Regenschaduw
  3. Stuwingsregen
  4. Stijgingsregen
  5. Loef- En lijzijde

Slide 7 - Tekstslide

1. Breedteligging

Slide 8 - Tekstslide

2. Regenschaduw, 3. stuwingsregen, 4. Stijgingsregen, 5. Loef- en lijzijde

Slide 9 - Tekstslide

Hoe zat het ook alweer? (1)
Schrijf in een hoe-hoe zin het verband tussen breedteligging en temperatuur:

Hoe dichter bij de evenaar...

Slide 10 - Tekstslide

Hoe zat het ook alweer? (1)
Schrijf in een hoe-hoe zin het verband tussen hoogteligging en temperatuur:

....

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Link

Theorie §2.1


Samenhang: wereldwijde luchtstromen (luchtcirculatie)

Slide 13 - Tekstslide

§2.1






  • Wet van Buys Ballot: waarom waait wind op aarde niet direct van een hoge luchtdruk gebied naar een lage druk gebied?

  • Waarom waait de wind bij ons in Nederland voornamelijk uit het zuidwesten?

  • Wat zijn passaten en moessons?




Slide 14 - Tekstslide

§ 2.1 Wereldwijde luchtstromen

Slide 15 - Tekstslide

Hoe zat het ook alweer? Hoge & lage druk

Beantwoord onderstaande vragen.

1. Wat is een hogedrukgebied / wat is een lagedrukgebied?
2. Waar ontstaan hoge- en lagedruk gebieden?
3. Hoe ontstaat wind? 

Slide 16 - Tekstslide

 



Waardoor ontstaan hoge- en lagedrukgebieden?

Slide 17 - Tekstslide

Samengevat hoge- en lagedruk gebieden

Slide 18 - Tekstslide

Relatie: klimaten & windsystemen

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Link

Inzoomen op de verschillende klimaatgebieden

Slide 21 - Tekstslide

Lage druk op de evenaar (1)
- Zon 'staat dichterbij' de evenaar dan bij de rest van de wereld

- Geeft daar dus de meeste warmte

- Lucht op evenaar warmt op

- Regel: warme lucht stijgt altijd op (door weinig gewicht)

Slide 22 - Tekstslide

Lage druk op de evenaar (2)
- Opstijgende lucht koelt af (hoe hoger, hoe kouder!)

- Koude lucht kan minder vocht (water) bevatten

- Gevolg: regen

Slide 23 - Tekstslide

Hoge luchtdruk op 30º NB & 30 º ZB
- Lucht kan bij de evenaar niet blijven stijgen. Beweegt zich zijwaarts richting het noorden & zuiden

- Bij 30º lucht zo ver afgekoeld dat deze daalt

- Dalende lucht warmt op en kan dus meer vocht (water) bevatten

- Gevolg: droog weer (woestijnvorming)

Slide 24 - Tekstslide

Lage luchtdruk op 60º NB & 60 º ZB
- Lucht stroomt van 30º naar het noorden (evenaar) en zuiden

- rond 60º stijgt de lucht weer (botst tegen koude poollucht)

- Gevolg: Stijgende lucht koelt af > lage druk & regen

-

Slide 25 - Tekstslide

Hoge luchtdruk op de noord- en zuidpool (90º NB & 90º ZB)
- Polen staan het verst van de zon

- zeer koud en lucht daalt

- Gevolg: hierdoor ontstaat hoge druk (dalende liucht)


Slide 26 - Tekstslide

Atmosferische circulatie
- Alle luchtdrukgebieden bij elkaar = atmosferische circulatie

Slide 27 - Tekstslide

We hebben nu geleerd:
- Hoe lage- en hogedrukgebieden ontstaan
-  Hoe wind ontstaat
- Waar je hoge- en lagedrukgebieden tegenkomt
- Wat atmosferische circulatie is

Slide 28 - Tekstslide

Uitwisselen: bespreek kort met je buurmens de onderstaande vragen
- Hoe ontstaan hoge- en lagedrukgebieden?
- Hoe ontstaat wind?
- Waar kom je hoge- en lagedrukgebieden tegen?
- Wat is atmosferische circulatie?
timer
3:00

Slide 29 - Tekstslide

Verdiepen: waarom waait wind niet in een rechte lijn van een hoge- naar een lagedrukgebied?

Slide 30 - Tekstslide

Wind stroom niet recht, maar heeft een afwijking (Buys Ballot)

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Video

Wet van Buys Ballot / Coriolis effect 
  • Aarde draait van west naar oost, het snelst bij de evenaar

Slide 33 - Tekstslide

Wet van Buys-Ballot / Coriolis effect: regels 


1. Wind waait altijd van een hogedrukgebied + naar een lagedrukgebied . Dit komt door een 'teveel' aan lucht bij hogedrukgebieden en een 'tekort' aan lucht bij lagedrukgebieden

2. Op het noordelijk halfrond heeft de wind een afwijking naar rechts en op het zuidelijk halfrond een afwijking naar links.

Slide 34 - Tekstslide

We gaan de windsystemen inteken! 

Slide 35 - Tekstslide

Neem over:

Slide 36 - Tekstslide

Vul in:
  1. Hoge en Lage drukgebieden
  2. Luchtstromen tussen deze gebieden (zonder corioliseffect)

Slide 37 - Tekstslide

Wet van Buijs Ballot:
1. H -> L
Goed?


Slide 38 - Tekstslide

Pas aan:
Wet van Buijs Ballot:
2. De wind heeft een afwijking met de wind in de rug.
NH: rechts
ZH: links


Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Maar er is meer aan de hand!

Slide 42 - Tekstslide

Passaten


- De winden rond de evenaar noemen we passaten

- Noordelijk halfrond: noordoosten wind
- Zuidelijk halfrond: zuidoosten

- MAAR NIET ALTIJD!

Slide 43 - Tekstslide

Het lagedrukgebied rond de evenaar: de ITCZ


- Lagedrukgebied (ITCZ) rond de evenaar verschuift, want de zon staat niet altijd recht boven de evenaar.

- In onze zomer (juni/juli) staat de zon recht boven 23,5º NB.
- Dat betekent dat dáár ook het lagedrukgebied ontstaat.


Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Link

Het lagedrukgebied rond de evenaar
- De passaat blijft wel van hoog naar laag waaien, maar moet dus de evenaar oversteken

- Hierdoor krijgt de wind een andere richting (zuidwest) op het noordelijk halfrond. 
- Deze omgebogen wind heet een moesson. 




Slide 46 - Tekstslide

Oefening
- Zoek van de volgende plaatsen de overheersende windrichting op met behulp van de breedtegraad en de atlas.

1. Sydney
2. Rotterdam
3. Nuuk
timer
6:00

Slide 47 - Tekstslide

Aan de slag: individueel uitwerken (Zs)
1. Maak  H2.1 Opdr. 1,3,4,5.
2. Klaar? Dat lukt je helemaal niet binnen een kwartier..


timer
15:00

Slide 48 - Tekstslide

Reflecteren op de les

Slide 49 - Tekstslide

Exit-ticket: schrijf 2 dingen op die je door deze les vandaag hebt geleerd
Pak je leerdoel!
timer
3:00

Slide 50 - Tekstslide