Cultuur van het Moderne periode 3

Cultuur van het Moderne
periode 3
Lesdoel: het kunnen benoemen en herkennen van de stijlkenmerken van

- Abstracte kunst
- Atonale muziek
- Suprematisme
- De stijl
- Constructivisme
- Bauhaus

1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Cultuur van het Moderne
periode 3
Lesdoel: het kunnen benoemen en herkennen van de stijlkenmerken van

- Abstracte kunst
- Atonale muziek
- Suprematisme
- De stijl
- Constructivisme
- Bauhaus

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de kenmerken van:
1. atonale muziek
2. het twaalftoonssysteem
3. het verband tussen atonale muziek en abstracte kunst

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Kandinsky en de weg naar abstractie
De schilder Kandinsky wordt enorm beïnvloed door de componist Schönberg (aan het eind meer van deze muzikale vernieuwer). Schönberg adviseert om te breken met alle regels: kunst behoort tot het onbewuste, men moet zich rechtstreeks uiten! 
Kortom; vergeet alle regels!

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kandinsky en de weg naar abstractie
Dat advies volgt Kandinsky op. Zijn werken worden steeds minder herkenbaar. Hij abstraheert de voorstelling en slaat de weg in naar abstractie. 
abstraheren =  terugbrengen van een figuratieve, herkenbare voorstelling tot een non-figuratief werk

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hier zie duidelijk wat abstraheren (steeds abstracter maken) is.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Kandinsky
'Impression III Concert'





Dit werk maakt Kandinsky nadat hij naar een concert van Schönberg is geweest.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat herken je in de vorige afbeelding?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

SUPREMATISME
1915 - 1930

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ALGEMEEN
SUPREMATISME
Malevitsj is de oprichter van het Suprematisme.
Het suprematisme van Malevitsj is voor een belangrijk deel gebaseerd op het werk van de Russische wiskundige Lobatsjevski. Vanuit deze denkbeelden is elk schilderij een 'bevroren' beeld van een eeuwige beweging door een ideaalruimte van dimensies, geen omhoog, geen omlaag, geen rechts en geen links.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

KENMERKEN
SUPREMATISME
Het suprematisme werkt vooral met geometrische figuren zoals het vierkant, de cirkel en de rechthoek. 
De schilderijen vertonen grote contrasten zoals:
  • rond - hoekig
  • geometrisch - organisch
  • open - gesloten
  • symmetrisch - asymmetrisch
  • regelmatig kleurgebruik - onregelmatig kleurgebruik
  • enkelvoudig kleurgebruik - samengesteld kleurgebruik

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SCHILDERKUNST
SUPREMATISME
Kazimir Malevitsj
Zwart vierkant, 1915

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SCHILDERKUNST
SUPREMATISME
Kazimir Malevitsj
1915

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

DE STIJL EN MONDRIAAN
ARCHITECTUUR
Schroderhuis, Utrecht, 1924
1917-1931

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

BEELDHOUWKUNST
Vantongerloo, compositie uit de ovaal, 1918
DE STIJL EN MONDRIAAN

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Constructivisme
1917-1924

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

BEELDHOUWKUNST
CONSTRUCTIVISME
Antoine Pevsner
Constructie
1938 
(Koper) 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SCHILDERKUNST
CONSTRUCTIVISME
Tatlin
lood en gouache op papier
1915

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

BEELDHOUWKUNST
CONSTRUCTIVISME
Naum Gabo, head no 2, 1915
Een van de weinige figuratieve beeldhouwwerken. 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Constructivisme en Suprematisme
  • Simpele geometrische vormen
  • C: Techniek staat centraal
  • S: Gevoel roept techniek op
  • S: veel contrast

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ARCHITECTUUR
CONSTRUCTIVISME
Tatlin

Symbool voor het socialisme, open heldere structuur, moet het communisme weergeven. (draait met motoren)

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

CONSTRUCTIVISME
Het constructivisme was van 1917 tot 1921 de officiële kunst van de Russische Revolutie. Na 1920 wordt deze kunst veroordeeld door de regering, te onbegrijpelijk, niet in algemeen belang.
ALGEMEEN

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de aanleiding voor het constructivisme?
A
De behoefte aan nieuwe gebouwen na WOII
B
De architectuur wil kenmerken van De Stijl overnemen
C
De Russische Revolutie
D
De Franse revolutie

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het doel van het constructivisme?
A
Kritiek op de politiek uiten (anti-propaganda)
B
Samenwerken met de politiek (propaganda)
C
Diepe emoties een basisvorm geven
D
Algemene vormgeving voor uniformiteit

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

futurisme
Expressionisme
Kubisme
constructivisme

Slide 25 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Bauhaus 1919-1933
De Stijl
  • geometrische vormen
  • eenvoud
  • primaire kleuren
  • functionaliteit
  • geen overdadige decoraties
Functionalisme
Constructivisme
  • goedkoop genoeg voor de arbeider, mooi genoeg voor de rijken

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

BAUHAUS 1919-1933
architectuur
schilderkunst
beeldhouwkunst
Utopische beweging, betere architectuur = betere leefomgeving.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het Bauhausgebouw
1) heldere vormgeving
2) constructie
3) geometrisch en functioneel
4) glazen wanden die niet dragend zijn, vliesgevel

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oscar Schlemmer
Beroemde docent Bauhaus
Triadische ballet

Slide 32 - Tekstslide

Filmfragment van 1:20 tot 2:40

Bij het Constructivisme en het Bauhaus was materiaalonderzoek één van de belangrijkste drijfveren. Welk van onderstaande kenmerken hoort NIET bij de opvattingen van het Bauhaus?
A
Eerlijkheid van materiaal
B
Functioneel
C
Decoratief
D
Geometrische vormgeving

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

expressief, fantastische vormen
organische vormentaal ontleent uit natuur
emotioneel effect
kenmerken van gotische structuren\
vernieuwend
ambachtelijk
art deco
GESAMTKUNSTWERK



Amsterdamse School 1910-1930

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het schip Amsterdamse school




1.

2.

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak een foto van een voorwerp of (een deel van) jouw huis, dat past bij de stijlkenmerken van het Bauhaus.

Slide 36 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies