MC 1 - Uitscheidingsstelsel (Z-route)

Het uitscheidingsstelsel
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Het uitscheidingsstelsel

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Succescriteria
  • Ik leg uit wat uischeiding is.
  • Ik benoem de 3 organen die tot het uitscheidingsstelsel behoren en duid de delen aan op een afbeelding.
  • Ik omschrijf hoe de nieren, huid en longen bijdragen tot uischeiding.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is uitscheiding belangrijk?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Uitscheiding
Proces waarbij 
- afvalstoffen 
- overmaat aan voedingsstoffen
vervoerd worden via het bloed naar bepaalde plaatsen in ons lichaam en daar verwijderd worden.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nuttige stof
Afvalstof
water
suiker
urine
zuurstofgas
eiwitten
koolstofdioxide
zweet

Slide 5 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk orgaan is geen uitscheidingsorgaan
A
Longen
B
Nieren
C
Hart
D
Huid

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De huid

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je huid...
  • heeft een oppervlakte van ongeveer twee vierkante meter
  • weegt ongeveer vier kilo
  • de dikte van de huid varieert van 0,1 mm tot meer dan vier mm
  • elke minuut verlies je zo'n 30 000 tot 40 000 oude huidcellen 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zweetklieren

Slide 11 - Tekstslide

In de huid vindt een stofuitwisseling plaats, via de zweetklieren kunnen stoffen ons lichaam verlaten.
Waaruit bestaat zweet?

Slide 12 - Open vraag

Zweet bestaat uit water, afvalstoffen en zouten
De longen

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nieren
De nieren regelen de hoeveelheid
en samenstelling van lichaamsvloeistoffen.

De nieren filteren bloed en houden het zuiver.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1
2
3
4
Blaas
nieren
Urinebuis
Urineleider

Slide 20 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Nieren
Halfronde organen van ongeveer 12 cm lang en 6 centimeter breed
Hoog achter in de buikholte aan weerzijde van wervelkolom
Beschermd in niervet
Zuiveren bloed en produceren urine
Functies:
Schadelijke stoffen uit bloed filteren
Overtollig water (vochtbalans) zout en schadelijke stoffen afvoeren

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De juiste volgorde van het urinewegstelsel is...
A
Nieren - Blaas - Urineleider
B
Nieren - Urineleider - Blaas
C
Urineleider - Nieren - Blaas
D
Urineleider - Blaas - Nieren

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nieren

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke bloedvat brengt bloed naar de nier?
A
Nierslagader
B
Nierader
C
Poortader
D
Holle ader

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

welk bloedvat bevat meer afvalstoffen?
A
nierslagader
B
nierader

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

nier
urineleider
blaas
urinebuis
niermerg
nierschors
nierbekken

Slide 28 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hieronder zie je een doorsnede van een nier. 
Zet de namen van de onderdelen op de juiste plaats.
nierbekken
nierschors
niermerg
urineleider
nierslagader
nierader

Slide 29 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Urine wordt gevormd en gaat naar?
A
de nierschors
B
het nierbekken
C
het niermerg
D
de urineleider

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welk gedeelte van de nier wordt de urine verzameld?
A
niermerg
B
nierschors
C
nierbekken
D
nierader

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel ml is een normale blaasinhoud?
A
100-150
B
200-400
C
350-500
D
500-750

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de maximale inhoud van de blaas?
A
1000 ml
B
750 ml
C
500 ml
D
300 ml

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke kleuren kan urine hebben?

Slide 38 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Andere kleuren?

Roze/rood bruin: Bloed in urine. (blaasontsteking, nierbekkenontsteking, nierstenen, tumoren.
Roze rood             : Rode bietjes, bramen of rabarber
Groen                      : Asperges
Blauw                      : Kleurstof in snoep of medicatie

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tekst
Uitscheidingsorganen
Koolstofdioxide en water
Zouten
water
Water, zouten, overtollige vitaminen, afvalstoffen

Slide 41 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies