H1 - paragraaf 3,4,5

Leerdoelen paragraaf 2
Verschillende soorten polders en hun kenmerken.
De kenmerken van drie soorten water in de grond.
Verschillende manieren waarop water wordt afgevoerd, in laag-Nederland en in hoog-Nederland.
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Leerdoelen paragraaf 2
Verschillende soorten polders en hun kenmerken.
De kenmerken van drie soorten water in de grond.
Verschillende manieren waarop water wordt afgevoerd, in laag-Nederland en in hoog-Nederland.

Slide 1 - Tekstslide

timer
8:00
Maak de drie examenopdrachten met behulp van het onderstaande stappenplan en paragraaf 1.1 en 1.2 uit je lesboek. Gebruik markeerstiften en kleurtjes indien nodig.
Stap 1) Lees goed de vraag. Wat wordt er gevraagd? Een beschrijving, verklaring, voorspelling, oplossing of een mening?
Stap 2) Wat weet je al? Welke kennis heb je al over deze vraag?
Stap 3) Welke kennis staat er in de bronnen?
Stap 4) Combineer de kennis die je al hebt met de kennis uit de vraag. Formuleer een antwoord

Slide 2 - Tekstslide

Opgave 20
1. Het is een verklaring (je moet een oorzaak geven waarom iets gebeurd)
2. Bemalen van polders is al genoemd. Hoe kan je nog meer water uit de bodem weghalen? - paragraaf 1.2 draineren/ontwateren

Slide 3 - Tekstslide

Opgave 21
1. Het is een verklaring (je moet een oorzaak geven waarom iets gebeurd)
2. Polder= een gebied waarbinnen de waterstand geregeld kan worden, de hele polder wordt beïnvloed door het gemaal. Het water zal dus naar één punt toegaan. 

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Drie verschillende manieren waarop water wordt gewonnen.
  • Het verschil tussen zout en zoet grondwater in West-Nederland
  • Maatregelen tegen zeewater als bedreiging.
  • Maatregelen tegen rivierwater als bedreiging
  • Maatregelen tegen heftige neerslag als bedreiging.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Kustverdediging
De Zandmotor
De Nederlandse kust heeft voortdurend onderhoud nodig. 
- Tot 2011 - zandsuppletie; kust opspuiten met zand. 
- 2011: In Zuid Holland werd een heel grote hoeveelheid zand voor de kust in zee gestort. Deze zandmotor heeft de vorm van een haak met een binnenmeer. Door wind, zeestromen en getijden verspreid het water het zand geleidelijk langs de kust. Er ontstaan nieuwe duinen en er is plek voor planten, vogels en zeehonden. Recreanten kunnen er surfen, zwemmen en wandelen. In 20 jaar zal de zandmotor van vorm veranderen en volledig opgaan in de kust. De kust wordt daardoor breder en veiliger.

Slide 11 - Tekstslide

Op verschillende manieren wordt in Nederland meer ruimte gemaakt voor het water van de rivieren. Door de uiterwaardafgraving worden de uiterwaarden van de IJssel bij Zwolle bijvoorbeeld lager gemaakt. Op andere plaatsen wordt een overloop gemaakt. Daar kan het water over een dijk naar een leeg gebied stromen, waar het water tijdelijk opgeslagen wordt of verder stroomt naar een lager punt waar het opnieuw in de rivier komt.
Ruimte voor de rivieren

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Oorzaak: In 1953 vond in Nederland de laatste grote overstroming door de zee plaats. In Zeeland, Zuid-Holland en Noord-Brabant verdronken mensen en vee toen door een zware storm de dijken braken. 
Gevolg: Deltaplan
Zeegaten werden gesloten met dammen. Er werden dammen gebouwd die water doorlaten, zodat er nog steeds eb en vloed is.

De haven van Rotterdam werd pas in 1997 veilig voor hoog zeewater, toen de Maeslantkering werd afgebouwd. Dat is een stuw die openstaat om de schepen naar de haven door te laten. Alleen bij extreem gevaar wordt de kering gesloten.

Slide 14 - Tekstslide

Oorzaak dijkverlegging: 
- De Waal heeft bij Nijmegen en Lent smalle uiterwaarden. 
Gevolg: Door de versmalling in de rivier kan het water daar minder gemakkelijk langs stromen. 
Oplossing: Om een grotere afvoer van rivierwater mogelijk te maken, wordt de dijk bij Lent verlegd. De uiterwaard wordt door deze dijkverlegging breder en de rivier krijgt meer ruimte. In het nieuwe buitendijkse gebied wordt een nevengeul gegraven. De huizen op de oude dijk aan de Waal komen daardoor op een eiland te liggen. De kribben worden verlaagd. Kribben= stenen dammen in een rivier om de vaargeul vast te leggen en op diepte te houden.
Dijkverlegging Lent

Slide 15 - Tekstslide

In het laatste stuk van de rivier moeten dijken niet alleen berekend zijn op een grote waterafvoer door de rivier, maar ook op hoog zeewater dat ervoor zorgt dat het water van de rivier niet kan wegstromen. Dijkverhoging=  Verbetering van dijken door ze hoger en sterker te maken; ook dijkversterking.

Slide 16 - Tekstslide

Huiswerk 
Zorg dat je deze week hoofdstuk 1 af hebt volgens de studiewijzer op magister!
Je bent zelf verantwoordelijk! Niet maken= risico op een lager cijfer

Slide 17 - Tekstslide