Engels Leesvaardigheid vmbo

READING
1 / 70
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1,2

In deze les zitten 70 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

READING

Slide 1 - Tekstslide

Schedule
This lesson:
You know what reading strategies are and how you can use them to help you find the correct answer on your exam.

Slide 2 - Tekstslide

THE KEY TO SUCCES
  • Verbreed je woordenschat 

  • Ken de vraagsoorten

  • Ken de signaalwoorden

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

 Leesstrategieën
Orienterend: bekijken en voorspellen.

Globaal: vlot doorlezen, begrijpen, onderwerp vastzetten.

Zoekend: bekijken en vinden, als een woordzoeker.

Intensief: alles goed lezen, de volledige tekst begrijpen/kunnen gebruiken.

= de manier waarop je een tekst leest.

Slide 5 - Tekstslide

Oriënterend lezen
Bekijk de tekst
Titel + tussenkopjes
Intro
Foto's / plaatjes / tekeningen
Bron
Opvallende dingen?
Waar gaat de tekst over??????

    Slide 6 - Tekstslide

    Globaal lezen
    • titel en tussenkopje lezen
    • lees de inleiding en het slot
    • lees de eerste en laatste zin van elke alinea

    Wat is de belangrijkste informatie van deze tekst?

    Slide 7 - Tekstslide

    Zoekend lezen
    • lees de titel en tussenkopjes
    • zoek naar kernwoorden die te maken hebben met wat je zoekt.
    • kijk naar anders gedrukte woorden
    • stop met lezen als je het antwoord gevonden hebt


    Gerichte informatie zoeken.

    Slide 8 - Tekstslide

    Intensief lezen
    • lees de hele tekst
    • let op de inleiding en tussenkopjes
    • zoek de belangrijkste zinnen en woorden uit de alinea's
    • zoek de betekenis op van belangrijke woorden en zinnen.

    Je probeert alle informatie in de tekst te begrijpen

    Slide 9 - Tekstslide

    Leesstrategieën
    How do you know which one to use? 

    1. Lees eerst de vraag.
    2. Bepaal wat voor soort informatie je nodig hebt.
    3. Bepaal waar in de tekst je die informatie kunt vinden. 


    Slide 10 - Tekstslide

    Oriënterend
    Globaal
    Zoekend
    Intensief

    Slide 11 - Tekstslide

    Zoekend!

    Slide 12 - Tekstslide

    Oriënterend
    Globaal
    Zoekend
    Intensief

    Slide 13 - Tekstslide

    Intensief!

    Slide 14 - Tekstslide

    Even herhalen:
    Als je een tekst heel goed leest, om zoveel mogelijk van de hele tekst te begrijpen, dan lees je:
    A
    oriënterend
    B
    globaal
    C
    zoekend
    D
    intensief

    Slide 15 - Quizvraag

    Even herhalen:
    Als je naar de titel en afbeeldingen kijkt (en misschien een paar opvallende woorden), dan lees je:
    A
    oriënterend
    B
    globaal
    C
    zoekend
    D
    intensief

    Slide 16 - Quizvraag

    Even herhalen:
    Als je een tekst leest om 1 detail er uit te halen, dan lees je:
    A
    oriënterend
    B
    globaal
    C
    zoekend
    D
    intensief

    Slide 17 - Quizvraag

    Even herhalen:
    Als je een tekst vlot doorleest om het onderwerp en de belangrijkste info eruit te kunnen halen, dan lees je:
    A
    oriënterend
    B
    globaal
    C
    zoekend
    D
    intensief

    Slide 18 - Quizvraag

    Ga oefenen:
    Eindexamensite: VMBO BB Engels 2024-1 
                                         VMBO KB Engels 2024-1
    Maak minimaal t/m opdracht 10 af!
    Klaar? Ga verder met de rest van de opdrachten in het examen.



    Volgende les gaan we t/m opdracht 10 bespreken.
    Tips & tricks nodig?
    Vraag je docent!
    Wees je bewust van de leesstrategieën
    tijdens het oefenen!
    timer
    30:00

    Slide 19 - Tekstslide

    Slide 20 - Tekstslide

    Schedule
    This lesson:
    You know what we were working on before the vacation.
    You practiced your reading skills.
    You learned new "Singaalwoorden" in English.

    Slide 21 - Tekstslide

    What were we doing again?
    Before the break:
    - Working on your reading skills for the upcoming reading test in testweek.
    - We talked about 4 kinds of reading strategies. (Globaal, oriënterend, Zoekend, Intensief)
    - You made a test about Unit 1
    - We started working on Unit 2

    Slide 22 - Tekstslide

     Leesstrategieën
    Orienterend

    Globaal: 

    Zoekend: 

    Intensief

    = de manier waarop je een tekst leest.

    Slide 23 - Tekstslide

     Leesstrategieën
    Orienterend: bekijken en voorspellen.

    Globaal: vlot doorlezen, begrijpen, onderwerp vastzetten.

    Zoekend: bekijken en vinden, als een woordzoeker.

    Intensief: alles goed lezen, de volledige tekst begrijpen/kunnen gebruiken.

    = de manier waarop je een tekst leest.

    Slide 24 - Tekstslide

    Signaalwoorden
    Wat betekenen deze woorden in het NL?
             Open een Word-document, sla deze meteen op als "signaalwoorden Reading" in je mapje "Engels".
             Maak een overzicht van de Engelse woorden met de vertaling.

    We kijken het over 5 minuten na.


    = woorden die een verband in de tekst aangeven.
    timer
    5:00

    Slide 25 - Tekstslide

    THE KEY TO SUCCES
    • Verbreed je woordenschat - schrijf onbekende woorden op.

    • Ken de vraagsoorten en gebruik de juiste leesstrategie.

    • Ken de signaalwoorden en wees je bewust van de leesstrategieën.

    Slide 26 - Tekstslide

    Ga oefenen:
    • Examenteksten VMBO BB 2016.
      Maak minimaal t/m opdracht 14 af!
    • Klaar? Leer de signaalwoorden of ga verder met de rest van de opdrachten in het examen.



    • Over 30 minuten gaan we t/m opdracht 14 bespreken.
    Tips & tricks nodig?
    Vraag je docent!
    Wees je bewust van de leesstrategieën
    tijdens het oefenen!
    timer
    30:00

    Slide 27 - Tekstslide

    Slide 28 - Tekstslide

    Schedule
    Last lesson:
    -Recap reading strategies
    -Practice reading skills
    This lesson:
    -Homework check (1 t/m 14)
    -You will get some tips on how to use a dictionary
    -practice your reading skills

    Slide 29 - Tekstslide

    1. Je leest tips over uitgerust wakker worden.
    Welke tip wordt in de tekst genoemd?
    A
    Doe ’s avonds voor het slapen gaan wat gymnastiek.
    B
    Gebruik ’s ochtends de snooze-knop op je wekker.
    C
    Leg je kleren de avond van tevoren al klaar.

    Slide 30 - Quizvraag

    2. Waarvoor schaamde Sophie zich tijdens het winkelen?
    A
    Ze liep een jongen omver die een schaal cupcakes vasthield.
    B
    Ze pakte een cupcake zonder ervoor te betalen.
    C
    Ze stootte een doos met cupcakes om.

    Slide 31 - Quizvraag

    3. Wat gebeurde er toen Tom Wagner van Louisiana naar California vloog?
    (alinea 1)
    A
    De passagiers klaagden over zijn gesnurk.
    B
    Het vliegtuig moest onverwacht een tussenlanding maken.
    C
    Hij sliep waardoor hij zijn overstap miste.

    Slide 32 - Quizvraag

    4. Aan wie vroeg Tom hulp om zijn probleem op te lossen? (alinea 2)
    A
    aan de vliegmaatschappij
    B
    aan zijn vriendin
    C
    aan zijn zus

    Slide 33 - Quizvraag

    5. Wat beweert de luchtvaartmaatschappij? (alinea 3)
    A
    dat Tom niet had mogen meevliegen omdat hij hartpatiënt is
    B
    dat Tom niet op de passagierslijst stond geregistreerd
    C
    dat Tom niet was ontdekt bij een controle na de landing

    Slide 34 - Quizvraag

    6. Hoe heeft de vliegmaatschappij de zaak afgehandeld? (alinea 4)

    Tom kreeg een
    A
    boete voor het veroorzaken van een vertraging.
    B
    gratis vliegreis naar Californië aangeboden.
    C
    overnachting en een onkostenvergoeding.

    Slide 35 - Quizvraag

    7. Wat houdt de shopaholic challenge voor Lucy onder andere in?
    A
    Ze heeft twee weken de tijd om tien kledingstukken weg te geven.
    B
    Ze mag twee weken geen nieuwe kleren kopen.
    C
    Ze moet twee weken elke dag hetzelfde dragen als haar vriendin.

    Slide 36 - Quizvraag

    8. Wat heeft Lucy van de shopaholic challenge geleerd?

    Ze heeft geleerd hoe ze...
    A
    haar kleren goed kan combineren.
    B
    zelf haar kleren kan wassen.
    C
    zuiniger kan zijn op haar kleren.

    Slide 37 - Quizvraag

    9. Wat gebeurde er met een meisje in de Engelse plaats Dover?
    A
    Ze kwam vast te zitten in een put toen ze haar mobieltje wilde pakken.
    B
    Ze veroorzaakte wateroverlast toen haar mobieltje in de wc viel.
    C
    Ze viel in het riool omdat er een putdeksel verdwenen was.

    Slide 38 - Quizvraag

    10. Welke bewering over de ‘Hills Village Middle School’ is juist? (alinea 1)
    A
    Daar heeft Rafes oma ook op gezeten.
    B
    Dat is een heel oud gebouw.
    C
    Deze staat naast een gevangenis.

    Slide 39 - Quizvraag

    11. In alinea 2 beschrijft Rafe hoe je je kunt gedragen als je de gevangenis in gaat.
        Geef bij elk ‘gedrag’ aan of Rafe dat wel of niet noemt.
    meteen klappen uitdelen
    doen of alles een grap is
    slijmen met de bewakers
    zorgen dat je niet opvalt
    Wel
    Niet
    Wel
    Niet

    Slide 40 - Sleepvraag

    12. Hoe gedroeg Rafe zich op zijn nieuwe school? (alinea’s 2 en 3)
    A
    agressief
    B
    onopvallend
    C
    populair

    Slide 41 - Quizvraag

    13. ‘But I didn’t know any of that yet.’ (alinea 3)
    Wat wist Rafe nog niet?
    A
    dat iedereen een vaste plaats had in de klas
    B
    dat Miller een heel vervelende jongen was
    C
    dat Miller niet naast hem wilde zitten

    Slide 42 - Quizvraag

    14. ‘I already had a fluorescent orange target on my back’ (alinea 4)
    Wat bedoelt Rafe met deze uitdrukking?
    A
    Hij had de verkeerde kleren aangetrokken die dag.
    B
    Hij was nu al het mikpunt van pesterijen.
    C
    Hij weet nu dat hij het leuk gaat vinden dit jaar.

    Slide 43 - Quizvraag

    Woordenboek
    • Zorg dat je het alfabet kent!

    • Bedenk goed voor welke woorden je de tijd gaat
      gebruiken om ze in het woordenboek op te zoeken!

    • Staan er meerdere betekenissen?
      Kijk dan welke het meest logisch in de zin past.

    Slide 44 - Tekstslide

    Ga oefenen:
    • Examenteksten VMBO BB 2016.
      Maak opdracht 15 t/m 26 af!
    • Klaar? Leer de signaalwoorden of ga verder met de rest van de opdrachten in het examen.



    • Over 30 minuten gaan we t/m opdracht 26 bespreken.
    Tips & tricks nodig?
    Vraag je docent!
    Wees je bewust van de leesstrategieën
    tijdens het oefenen!
    timer
    30:00

    Slide 45 - Tekstslide

    Slide 46 - Tekstslide

    Schedule
    Last lesson:
    -Singaalwoorden
    -Practice reading skills
    This lesson:
    -You will get some tips on how to answer the questions.
    -practice your reading skills
    - Homework check

    Slide 47 - Tekstslide

    15. Waarom wilde een 16-jarige duitse jongen een telefoon uit de vijver halen? (alinea 1)
    A
    om hem te laten repareren
    B
    om hem terug te geven aan een van zijn vrienden
    C
    om het geheugenkaartje eruit te halen

    Slide 48 - Quizvraag

    16. Welke andere omschrijving wordt gebruikt voor 'smartphone' of 'cellphone' in alinea 1?

    Slide 49 - Open vraag

    17. Wat ging er mis met het plan van de jongen? (alinea 2)
    A
    Buurtbewoners die hem bezig zagen, waarschuwden politie
    B
    De pompen die hij gebruikte, waren niet krachtig genoeg
    C
    hij loosde het water op een wc die niet op het riool was aangesloten.

    Slide 50 - Quizvraag

    18. Welke bewering over de jongen is juist volgens alinea 3?
    A
    Hij heeft de telefoon teruggevonden.
    B
    Hij heeft spijt van zijn daad.
    C
    Hij moet alle schade vergoeden.

    Slide 51 - Quizvraag

    19. Geef bij elke suggestie aan of deze wel of niet genoemd wordt in de tekst.
    1. voorlichting geven over gezond eten.
    2. Gezonde voeding goedkoper maken.
    3. op kinderen gerichte reclame voor ongezonde producten verbieden.
    4. Invoeren van belasting op producten met suiker.
    Wel
    Wel
    niet
    niet

    Slide 52 - Sleepvraag

    20. Een aantal mensen geeft commentaar op de suggesties van Action on sugar. Wie denkt dat het zal helpen?
    A
    Aggy
    B
    Ben
    C
    Daniel
    D
    Matt

    Slide 53 - Quizvraag

    21. Welke bewering over Canterbury Cathedral is waar?
    A
    Er vindt daar een wedstrijd tussen schoolkoren plaats.
    B
    Koren nemen daar vaak hun cd's op.
    C
    voor het eerst treedt daar een meisjes koor op.

    Slide 54 - Quizvraag

    22. Wat krijg je als je een abonnement neemt op het tijdschrift Bliss?
    A
    een gratis schoonheidsbehandeling.
    B
    kortingsbonnen voor make-up
    C
    verschillende schoonheidsproducten

    Slide 55 - Quizvraag

    23. Waarom wordt er in dit krantenartikel over een fles geschreven? (alinea 1)
    A
    omdat die aan de buitenkant gegraveerd is met een bijzondere tekst.
    B
    Omdat die het oudste briefje bevat dat ooit in een fles gevonden is.
    C
    Omdat die in het guinness world records boek wordt beschreven

    Slide 56 - Quizvraag

    24. Wie is Richard platz volgens alinea 2? Hij is degene die de fles
    A
    in het water gooide
    B
    gevonden heeft
    C
    onderzocht

    Slide 57 - Quizvraag

    25. Geef bij elk van de volgende beweringen aan of deze juist of onjuist is volgens alinea 3. 
    1.
    2. 
    3.
    4.
    Juist
    Juist
    Onjuist
    Onjuist

    Slide 58 - Sleepvraag

    26. De tekst uit de fles in bijna niet te lezen (alinea 4). Hoe is dat gekomen?

    Slide 59 - Open vraag

    Vraagstelling
    Tips voor het beantwoorden van toetsvragen.
    - Meerkeuze vragen: Probeer eerst voor jezelf de vraag te beantwoorden (zonder naar de antwoordmogelijkheden te kijken) Kies dan het antwoord wat het meest op die van jou lijkt.
    - Open vragen: zorg dat je je antwoord goed formuleert. Schrijf een  uitgebreid antwoord. Je kunt beter teveel opschrijven dan te weinig. Let ook op dat je je antwoord in het Nederlands opschrijft (tenzij anders aangegeven in de vraag). Is de vraag in het Nederlands? Dan moet je antwoord ook in het Nederlands!

    Slide 60 - Tekstslide

    Tips
    - Lees niet eerst de hele tekst! Dit kost veel tijd en is vaak niet nodig. 
    1. Scan de tekst (waar gaat het over?)
    2. Lees vraag 1
    3. Beantwoord vraag 1 door nauwkeurig het deel van de tekst te lezen waar het antwoord staat.
    4. Lees vraag 2

    Slide 61 - Tekstslide

    Tips
    - Pas op voor instinkers; Lees goed de vraag. Wat voor antwoord willen ze? Bij meerkeuze vragen zijn er vaak 2 die absoluut niet kloppen, 1 die bijna klopt en 1 die helemaal klopt. Kijk dus goed of wat je in de tekst gevonden hebt ook echt het juiste antwoord is. 

    - Baseer je antwoorden op de tekst en niet op wat je zelf weet! Het kan zijn dat je een vraag krijgt waar je zelf al een goed antwoord op weet. Ook al is dit juist, als het niet in de tekst staat is het alsnog fout! Geef dus het antwoord wat in de tekst staat.

    Slide 62 - Tekstslide

    Even doornemen
    Jullie krijgen zo een paar vragen te zien van het Examen uit 2016. We gaan samen bekijken hoe je de antwoorden op deze vragen kunt vinden en hoe je deze beantwoord.

    Slide 63 - Tekstslide

    Vraag 27:  Waarom werd Naomi in het ziekenhuis opgenomen? (alinea 1)

    A. Ze raakte plotseling verlamd in haar benen.
    B. Ze was bewusteloos geraakt door een te snelle hartslag.
    C. Ze was in het water gevallen en bijna verdronken.

    Slide 64 - Tekstslide

    Vraag 28: "I didn't see this as a problem"
    Wat zag Naomi niet als een probleem? (Alinea 2)


    A. De hoeveelheid energie drankjes die ze per dag dronk.
    B. De waarschuwingen van haar vrienden voor energiedrankjes.
    C. Het veelvuldig naar de winkel gaan voor energiedrankjes.

    Slide 65 - Tekstslide

    Vraag 29: "You're addicted" zegt Naomi's vader. 

    Noem twee voorbeelden uit alinea 3 waaraan je kunt zien dat Naomi verslaafd was aan energie drankjes.

    Slide 66 - Tekstslide

    Vraag 30: Het ging niet goed met Naomi volgens alinea 4.

    Geef bij elke klacht aan of Naomi daar last van had of niet.
    Schrijf 'wel' of 'niet' achter de klachten.
    1. agressief reageren
    2. misselijkheid
    3. pijn op de borst
    4. slapeloosheid

    Slide 67 - Tekstslide

    Get to work
    beantwoord vraag 31 t/m 33
    5 min, individueel
    Daarna gezamelijk nakijken.
    timer
    5:00

    Slide 68 - Tekstslide

    Lets check
    Vraag 31 t/m 33

    Slide 69 - Tekstslide

    Nog meer oefenen voor de toets!

    Slide 70 - Tekstslide