De sociale kwestie

Industriële Revolutie
  • De overgang van grootschalige machinale productie naar kleinschalige handproductie

  • Tussen 1850 en 1900 begonnen in Engeland

  • Belangrijke uitvindingen: Spinning Jenny, de schietspoel en de auto
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Industriële Revolutie
  • De overgang van grootschalige machinale productie naar kleinschalige handproductie

  • Tussen 1850 en 1900 begonnen in Engeland

  • Belangrijke uitvindingen: Spinning Jenny, de schietspoel en de auto

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Hoofdstuk 5:

Industrialisatie van het Westen


-bParagraaf 1

Het ontstaan van een industriele samenleving

- Paragraaf 6

Verandering in de gelaagdheid van mensen en het bezit van mensen

- Paragraaf 7

Discussie over de 'sociale kwestie'


Kenmerkend Aspect 35:


Discussies over de 'sociale kwestie'


begrippen:

Industriële samenleving

Klassenmaatschappij

Sociale kwestie

Slide 3 - Tekstslide

Periode:


einde van de 19e eeuw: hoogtepunt

Lesdoelen:


kennis:

het ontstaan van de sociale kwestie


historische vaardigheden:

representativiteit van een bron

Slide 4 - Tekstslide

Industriële Revolutie


agrarische revolutie (dus bevolkingsgroei) + stoomkracht



= textielnijverheid en gemechaniseerde productie.

Gevolg


Veranderende samenleving



Kwesties (= problemen)?

1) woon- en leefomstandigheden

2) werkomstandigheden


Slide 5 - Tekstslide

Let op: De weekinkomsten van een mannelijke arbeider was ongeveer 900 cent (9 gulden)
london, c. 1840

Slide 6 - Tekstslide

Liefdadigheid

‘intramurale’ en ‘extramurale’ hulp


nieuwe ontwikkeling?








de overheid?

Slide 7 - Tekstslide

Wat is de Sociale Kwestie?

verbetering van de omstandigheden....


taak van de overheid? hoe en in welke mate?

Slide 8 - Tekstslide

Wie helpt de arbeiders?

- vanaf 'de werkvloer'

  • Sommige fabrikanten gaven de arbeiders wél wat extra's.

    (Robert Owen?)


  • Arbeiders gaan staken: dit werkt alleen als iedereen gaat staken. waarom?

  • Arbeiders gaan samenwerken in vakbonden.

Slide 9 - Tekstslide

Wie helpt de arbeiders?

- vanaf 'de werkvloer'

  • Vakbonden: organisatie die opkomt voor de belangen van werknemers.
  • Als je lid was van een vakbond kon je staken: door lidmaatschap was er een kas waaruit je betaald werd, ook als je ziek was (blz. 89)
  • invloed op je werk/inkomen/arbeid

Slide 10 - Tekstslide

Wie helpt de arbeiders?

- vanuit de politiek


  • Nederland kent drie grote politieke stromingen: socialisten confessionelen en liberalen

  • Eigen belangen!

Slide 11 - Tekstslide

Van liefdadigheid naar sociale wetten
  • Armenwet (1854)
  • 'Kinderwetje van Van Houten' (1874)
  • Leerplichtwet (1900), 
  • Woningwet (1901),
  • Ongevallenwet (1901)


    Slide 12 - Tekstslide

    Vóór de Woningwet...
    ...na de Woningwet

    Slide 13 - Tekstslide

    opdracht

    is de foto representatief is voor de sociale kwestie?

    of

    heeft deze foto te maken met de sociale kwestie


    ja/nee...leg uit.

    Slide 14 - Tekstslide

    Slide 15 - Tekstslide

    Heeft deze foto met de sociale kwestie te maken? Leg kort uit.

    Slide 16 - Open vraag

    Slide 17 - Tekstslide

    Heeft deze foto met de sociale kwestie te maken? Leg kort uit.

    Slide 18 - Open vraag

    Slide 19 - Tekstslide

    Heeft deze afbeelding met de sociale kwestie te maken? Leg kort uit.

    Slide 20 - Open vraag

    Slide 21 - Tekstslide

    Heeft deze afbeelding te maken met de sociale kwestie? Leg kort uit.

    Slide 22 - Open vraag

    Slide 23 - Tekstslide

    Heeft deze foto met de sociale kwestie te maken? Leg kort uit.

    Slide 24 - Open vraag

    Confessionele partijen willen:
    A
    Samenwerken met de socialisten
    B
    De rijkdom eerlijk willen verdelen
    C
    Dat het geloof geen invloed heeft op de politiek
    D
    Emancipatie van katholieken en protestanten

    Slide 25 - Quizvraag

    Bij welke stroming hoort deze poster?
    A
    Confessionalisme
    B
    Liberalisme
    C
    Socialisme
    D
    Geen van alle

    Slide 26 - Quizvraag

    Bij welke stroming hoort deze poster?
    A
    Liberalisme
    B
    Socialisme
    C
    Confessionalisme
    D
    Geen van alle

    Slide 27 - Quizvraag

    Bij welke stroming hoort deze poster?
    A
    Socialisme
    B
    Confessionalisme
    C
    Liberalisme
    D
    Geen van alle

    Slide 28 - Quizvraag

    De Verzuiling:
    A
    ontstond in het laatste kwart van de 19e eeuw
    B
    verdeelde Nederlanders in katholieken en protestanten
    C
    kwam tot stand door het werk van liberalen
    D
    verhinderde samenwerking in WO II

    Slide 29 - Quizvraag

    Welk strijdpunt past niet bij de Eerste Feministische Golf?
    A
    Stemrecht
    B
    Toegang tot Universiteit
    C
    Abortus
    D
    Eerlijker onderwijs

    Slide 30 - Quizvraag

    Marx is:
    A
    Communist
    B
    Sociaal-Democraat

    Slide 31 - Quizvraag

    Gelijkheid realiseren via parlement is:
    A
    Communistisch
    B
    Sociaal-Democratisch

    Slide 32 - Quizvraag

    Sociale Kwestie is:
    A
    Er is armoede
    B
    Armoede moet opgelost worden door geld geven
    C
    Nadenken over hoe armoede opgelost kan worden

    Slide 33 - Quizvraag

    Vakbonden komen op voor:
    A
    Werknemers
    B
    Werkgevers
    C
    Iedereen

    Slide 34 - Quizvraag

    SDAP is een ... partij
    A
    Confessionele
    B
    Liberale
    C
    Socialistische

    Slide 35 - Quizvraag