Hoofdstuk 3.4 oppervlakte bijzondere vierhoeken

2D
Paragraaf 3.4
Oppervlakte bijzondere vierhoeken
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

2D
Paragraaf 3.4
Oppervlakte bijzondere vierhoeken

Slide 1 - Tekstslide

Wat ga je leren?
We starten met een terugblik, daarna uitleg paragraaf 3.4

Je leert vandaag de oppervlakte berekenen van een vlieger en van een ruit.
Een trapezium herkennen en de oppervlakte van een trapezium berekenen.

Slide 2 - Tekstslide

Bereken de oppervlakte van de driehoek.
A
7 x 4 x 2 = 48 cm²
B
7 x 4 : 2 = 14 cm²

Slide 3 - Quizvraag

Wat is de oppervlakte van het vierkant?
A
5x4 = 20 cm²
B
5x6 = 30 cm²

Slide 4 - Quizvraag

Welke oppervlakte heeft driehoek nummer 1?
A
4 x 2 : 2 = 4 cm²
B
3 x 2 : 2 = 3 cm²

Slide 5 - Quizvraag

Welke oppervlakte heeft driehoek nummer 2?
A
5 x 2 : 2 = 5 cm²
B
4 x 2 : 2 = 4 cm²

Slide 6 - Quizvraag

Welke oppervlakte heeft driehoek nummer 3?
A
4 x 1 : 2 = 2 cm²
B
3 x 2 : 2 = 3 cm²

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de oppervlakte van het roze figuur?

Slide 8 - Open vraag

Vlieger
Een vlieger is lijnsymmetrisch. AC is de symmetrias

Zijde AB en AD zijn even groot

Zijde CD en BC zijn ook even groot

Hoe D en hoek B zijn even groot

A
D
B
C

Slide 9 - Tekstslide

Ruit
Een ruit is lijnsymmetrisch. AC en BD zijn de symmetriassen.

Alle zijdes zijn even lang.

Hoek A en hoek C zijn even groot.

Hoek B en hoek D zijn ook even groot.

Slide 10 - Tekstslide

ruit
vlieger
parallellogram

Slide 11 - Sleepvraag

Slide 12 - Tekstslide

Schrijf in je schrift: Uitleg 3.4

Oppervlakte parallellogram = zijde x bijbehorende hoogte
Oppervlakte driehoek = zijde x bijbehorende hoogte : 2

Ook kun je de oppervlakte berekenen aan de hand van ''inlijsten''.
Oppervlakte ruit/vlieger/trapezium komt vandaag.

Slide 13 - Tekstslide

Schrijf in je schrift: Uitleg 3.4




Slide 14 - Tekstslide

Je kunt het ook met 10 x 3 uitrekenen.
AC x DS

Slide 15 - Tekstslide

Je kunt het ook met 8 x 3 uitrekenen.
KM x NS

Slide 16 - Tekstslide


Bereken de oppervlakte van het figuur hiernaast. 
Let op: twee antwoorden  zijn goed.
A
6 x 2 = 12
B
6 x 4 = 24
C
6 x 2 : 2
D
6 x 2 : 2 x 2

Slide 17 - Quizvraag


Bereken de oppervlakte van het figuur hiernaast. 
A
8 x 6 = 48
B
8 x 3 : 2 x 2 = 24
C
8 x 6 : 2 x 2 = 48
D
8 x 3 = 24

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide

Schrijf in je schrift: Uitleg 3.4




Slide 20 - Tekstslide

Hoe heet dit figuur?
A
parallellogram
B
vlieger
C
trapezium

Slide 21 - Quizvraag

Schrijf in je schrift: Uitleg 3.4

- Oppervlakte parallellogram = zijde x bijbehorende hoogte
- Oppervlakte driehoek = zijde x bijbehorende hoogte : 2
- Ook kun je de oppervlakte berekenen aan de hand van ''inlijsten''.
- Oppervlakte ruit of vlieger: verdubbel de oppervlakte van de driehoek
- Oppervlakte trapezium: inlijsten of splitsen

Slide 22 - Tekstslide

Aan de slag !





Maak paragraaf 3.4
Blz. 96, 97, 98, 99 of O of U opdrachten

Slide 23 - Tekstslide