Thema 4 Voortplanting bas 3

De vrouw
In deze les gaan we bs 3 en bs 10 behandelen.
We bekijken de onderdelen en functies van het vrouwelijk geslachtsorgaan
en we bekijken de verschillen tussen zaadcellen en eicellen.
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare school

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

De vrouw
In deze les gaan we bs 3 en bs 10 behandelen.
We bekijken de onderdelen en functies van het vrouwelijk geslachtsorgaan
en we bekijken de verschillen tussen zaadcellen en eicellen.

Slide 1 - Tekstslide

Welke onderdelen van het vrouwelijk voortplantingsstelsel ken je al?

Slide 2 - Woordweb

Bs 2: Het voortplantingsstelsel van de vrouw.
Pak je boek op blz. 144

Slide 3 - Tekstslide

De vrouw inwendig
We volgen de weg van de eicel om alle onderdelen van de vrouw te bekijken.
1. Eierstok: hierin ontwikkelt zich de eicel. Elke 4 weken komt een eicel vrij, de ovulatie/eisprong.
Dit gebeurt van puberteit tot overgang. 

Slide 4 - Tekstslide

De vrouw inwendig
2. Eileider. Hierin blijft de eicel 12-24 uur leven. 
Als er geslachtsgemeenschap heeft plaatsgevonden binnen deze tijd, kan de eicel bevrucht worden.
Na de bevruchting gaat de eicel naar de baarmoeder.
Geen bevruchting? Dan wordt de eicel in de eileider afgebroken en opgenomen in het bloed.

Slide 5 - Tekstslide

De vrouw inwendig
3. Baarmoeder
De baarmoeder bestaat uit 2 lagen, spierweefsel en slijmvlies.
Als er bevruchting heeft plaatsgevonden, vindt er innesteling plaats. Hierbij zet de eicel zich vast in het slijmvlies van de baarmoeder.

Slide 6 - Tekstslide

Uitwendige bouw.
* Clitoris: Is gevoelig voor prikkels die leiden tot een orgasm.
* Kleine schaamlippen: produceren slijm om geslachtsgemeenschap soepel te laten verlopen.
* Grote schaamlippen: liggen om de kleine schaamlippen heen.

Slide 7 - Tekstslide

Maagdenvlies
Het maagdenvlies is een randje weefsel aan het begin van de vagina. Het is geen vlies dat de doorgang helemaal afsluit. Sommige meisjes worden geboren zonder maagdenvlies.
Soms kan een bloeding optreden bij een eerste keer geslachtsgemeenschap, 
maar dat gebeurt niet altijd. 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Link

Slide 10 - Link

Hoe lang blijft een eicel na de ovulatie in leven?
A
3 tot 6 uur
B
12 tot 24 uur
C
36 tot 48 uur
D
Langer dan 3 dagen

Slide 11 - Quizvraag

Wat gebeurt er met een eicel die niet wordt bevrucht?
A
Die wordt bewaard voor de volgende cyclus.
B
Die verlaat het lichaam tijdens de menstruatie.
C
Die gaat te gronde en de resten verlaten het lichaam tijdens de menstruatie.
D
Die gaat te gronde en de resten worden opgenomen in het bloed.

Slide 12 - Quizvraag

Verschillen tussen zaadcellen en eicellen.
Zaadcel
Eicel
erg klein
in verhouding groot
Kunnen zelf bewegen (met zweepstaart)
Kunnen niet zelf bewegen.
Bevatten geen reservevoedsel
Bevatten veel reservevoedsel.
Vele miljoenen per zaadlozing.
meestal 1 eicel per 4 weken.

Slide 13 - Tekstslide

Opdrachten
Maak opdrachten 9 t/m 11 (blz 134) van bs 2 
en opdr. 38  (blz 159) van bs 10.

Lees bs 3 door voor de volgende les.

Slide 14 - Tekstslide