5NW DG M02H03: De chemische samenstelling van het leven

Module 2: Macromoleculen

3. De chemische samenstelling van het leven
1 / 60
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurwetenschappenBuitengewoon secundair onderwijs

In deze les zitten 60 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 8 videos.

Onderdelen in deze les

Module 2: Macromoleculen

3. De chemische samenstelling van het leven

Slide 1 - Tekstslide

1. De chemische samenstelling van cellen
Lees pagina 91-92 in je boek en bekijk volgende slides vooraleer je de vragen beantwoordt. 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Welk element komt het meest voor in het lichaam van de mens?
A
H2O
B
C
C
O
D
N

Slide 5 - Quizvraag

Welke stof is een anorganische stof?
A
lipiden
B
H2O
C
sachariden
D
eiwitten

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Tekstslide

2. Organische stoffen in cellen
2.1 Sachariden
- Bekijk de powerpointslides en lees de bijhorende tekst in je boek (zie paginanummer op slide)
- Bekijk de filmpjes en maak notities
- Beantwoord de vragen

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

p. 93-94

Slide 10 - Tekstslide

p. 93-94

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Wat is de belangrijkste taak van koolhydraten in ons lichaam?

Slide 13 - Open vraag

Uit welke atomen zijn koolhydraten opgebouwd?

Slide 14 - Open vraag

In welke verhouding komen C, H en O voor in kooldhyraten?
A
2:1:1
B
1:2:1
C
2:2:1
D
2:1:2

Slide 15 - Quizvraag

a) Geef de bruto formule van de drie verschillende monosachariden.

b) Wat kan je besluiten bij vergelijking van deze bruto formules? En bij vergelijking van de structuurformules? Hoe noemt men zulke moleculen?

Slide 16 - Open vraag

Geef de verschillen en gelijkenissen in structuur tussen glucose en fructose.

Slide 17 - Open vraag

Waarin komt de monosacharide 'fructose' voor?
A
graan
B
melk
C
fruit
D
druivensuiker

Slide 18 - Quizvraag

Waarom worden monosachariden ook wel 'snelle suikers' genoemd. Leg uit.

Slide 19 - Open vraag

Welke disachariden zijn uit welke monosachariden opgebouwd? Sleep ook de bijpassende structuur naar de juiste disacharide.
maltose
sucrose
lactose
galactose
glucose
glucose
fructose
glucose
glucose

Slide 20 - Sleepvraag

Wat gebeurt er bij een condensatiereactie?
Leg zo volledig mogelijk uit a.d.h.v een voorbeeld.

Slide 21 - Open vraag

Slide 22 - Video

p. 95-96

Slide 23 - Tekstslide

Welke voeding levert het vlugst energie: een lepel honing of een stuk bruine boterham? Leg kort uit.

Slide 24 - Open vraag

Wat gebruik je vervolgens het best voor het ontbijt: een lepel honing of een stuk bruine boterham? Waarom?

Slide 25 - Open vraag

Sleep de juiste onderdelen naar de juiste rol die polysachariden in de natuur hebben. 
structuurmolecule
energiereserve
zetmeel
cellulose
chitine
glycogeen

Slide 26 - Sleepvraag

Welke polysacharide is de voedingsvezel?
A
zetmeel
B
glycogeen
C
chitine
D
cellulose

Slide 27 - Quizvraag

a) Wat is er speciaal aan deze voedingsvezel?
b) Waarom is het belangrijk dat we deze voedingsvezel toch innemen via ons voedsel?
(TIP: Je mag bij b het antwoord op het internet zoeken.)

Slide 28 - Open vraag

In onderstaande producten zitten overal koolhydraten. Welke koolhydraten zitten in welk product? Sleep ze naar het juiste product. Indien er meerdere mogelijkheden zijn, dan geef je ze allemaal. Je hoeft niet alle koolhydraten te gebruiken.
cellulose
zetmeel
lactose
sucrose
glucose
cellulose
maltose
fructose

Slide 29 - Sleepvraag

Herhaling: Sleep de juiste onderdelen naar de juiste groep sachariden.
monosachariden
disachariden
polysachariden
chitine
condensatiereactie
condensatiereactie
snelle suikers
snelle suikers
trage suikers
ring met 6 C-atomen

Slide 30 - Sleepvraag

2. Organische stoffen in cellen
Maak de bookwidget 'koolhydraten' op smartschool.
(oefeningen - M02 Macromoleculen)

Slide 31 - Tekstslide

2. Organische stoffen in cellen
2.2 Lipiden
-Bekijk de powerpointslides en lees de bijhorende tekst in je boek (zie paginanummer op slide)
- Bekijk de filmpjes en maak notities
- Beantwoord de vragen

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video

p. 98-99

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Wat wil het woord “tri - glyceride” zeggen?

Slide 37 - Open vraag

Wat is kenmerkend voor onverzadigde vetten?
A
ze zijn meestal vast en bevatten vetzuurketens met één of meer dubbele bindingen
B
ze zijn meestal vloeibaar en bevatten vetzuurketens met één of meer dubbele bindingen
C
ze zijn meestal vast en bevatten vetzuurketens zonder dubbele bindingen
D
ze zijn meestal vloeibaar en bevatten vetzuurketens zonder dubbele bindingen

Slide 38 - Quizvraag

Geef twee argumenten die aantonen dat een vetloos dieet niet aan te raden is.

Slide 39 - Open vraag

Slide 40 - Video

Slide 41 - Tekstslide


Wat duidt het rood omcirkelde deel aan?
A
de hydrofobe (waterafstotende) staart van een fosfolipide
B
de hydrofobe (waterafstotende) kop van een fosfolipide
C
de hydrofiele (waterminnende) staart van een fosfolipide
D
de hydrofiele (waterminnende) kop van een fosfolipide

Slide 42 - Quizvraag

Slide 43 - Video

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Video

Verklaar de benaming 'slechte' cholesterol.

Slide 47 - Open vraag

Waarom is de verhouding LDL-cholesterol / HDL-cholesterol even belangrijk dan de totale hoeveelheid cholesterol in het bloed?

Slide 48 - Open vraag

2. Organische stoffen in cellen
2.3 Proteïnen
-Bekijk de powerpointslides en lees de bijhorende tekst in je boek (zie paginanummer op slide)
- Bekijk de filmpjes en maak notities
- Beantwoord de vragen

Slide 49 - Tekstslide

Slide 50 - Video

Slide 51 - Tekstslide

Slide 52 - Tekstslide

Slide 53 - Tekstslide


Wat stelt het onderdeel dat omkaderd is voor?
A
een aminozuur
B
een carboxylgroep
C
een peptidebinding
D
een aminogroep

Slide 54 - Quizvraag


Deze figuur toont ...
A
de primaire structuur van een eiwit
B
de secundaire structuur van een eiwit
C
de tertiaire structuur van een eiwit
D
de quaternaire structuur van een eiwit

Slide 55 - Quizvraag

Slide 56 - Video

Slide 57 - Tekstslide

Eiwitten hebben talrijke functies. Sleep de voorbeelden van eiwitten naar de juiste functie
Bouwstof
Transport
Enzym
Hormoon
Afweer
keratine
insuline
hemoglobine
antistof
collageen
membraaneiwit
eiwit dat reacties versnelt

Slide 58 - Sleepvraag

2. Organische stoffen in cellen
Maak de bookwidget 'M02H03: De chemische samenstelling van het leven herhaling' op Smartschool

Slide 59 - Tekstslide

Heb je de leerstof begrepen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 60 - Poll