3.3 Brood en spelen


3.3 Brood en spelen
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les


3.3 Brood en spelen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat hoort bij wat? Sleep naar de juiste plek.
Grieken
Romeinen
Democratie
Badhuizen
Veroveringen
Polis
Stemmen
Professionele legers
Oorlogsvloot
Athene
Rome
Julius Caesar
Sparta

Slide 2 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heette de grens van het Romeinse Rijk in onze streken?
A
castellum
B
legioen
C
castra
D
limes

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Koningkrijk
Republiek

Keizerrijk 
Rome in het begin
Rome na 509 v.C.
Rome na 27 v.C.

Slide 4 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leider van het Romeinse Rijk in de tijd van de Republiek.
Grens van het Romeinse Rijk, in Nederland de Rijn.
Verhaal over goden en verzonnen wezens.
Paus
Senaat
Limes
Consul
Republiek
Mythe

Slide 5 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zet de gebieden en bijbehorende kaarten op de juiste plaats (pagina 48)
700 v.C.
3 v.C.
218 v.C.
44 v.C.
Kaart
Kaart
Kaart
Kaart
Rome
Italië
Spanje & Griekenland
Afrika & Frankrijk

Slide 6 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leg in je eigen woorden uit wat het begrip "Romanisering" betekent

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet jij eigenlijk
van de Rome?

Slide 9 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel

Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen op welke manier de mensen in en rondom de stad Rome leefden.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Romeinse samenleving


Het Romeinse Rijk is een agrarisch-stedelijke samenleving
de meeste mensen leven op het platteland. Toch heeft de stad 
Rome rond het jaar 100 n. Chr. ongeveer 1 miljoen mensen.  
De verschillen tussen de Romeinen zijn groot: slechts een klein aantal 
leeft in grote luxe, terwijl de meesten het zwaar hebben.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Rome



  • Een enorme stad in de oudheid! De meeste mensen leven op het platteland. Toch heeft de stad Rome rond het jaar 100 n. Chr. ongeveer 1 miljoen mensen
  • Vooral dankzij beton konden er indrukwekkende bouwwerken gemaakt worden.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


De Limes in Nederland


In Nederland is de grens van het Romeinse Rijk de rivier Rijn. Langs deze rivier bouwen de Romeinen forten en wachttorens.

Vanaf de grens kunnen ze de stammen in het noorden van het Rijk in de gaten houden, maar óók handel met ze drijven.
Het Forum Romanum (Romeins marktplein) was het politieke, juridische, religieuze en commerciële centrum van Rome. 
Het Colosseum heet eigenlijk Amphitheatrum Flavium. Het was het grootste amfitheater van het Romeinse Rijk.
Het Circus Maximus was een groot stadion in Rome. Het circus werd voornamelijk gebruikt voor de populaire wagenrennen.
Dit schaalmodel werd vanaf 1933 gemaakt door de archeoloog en architect Italo Gismondi, in opdracht van de Italiaanse dictator Mussolini. Het laat Rome zien zoals het was rond 300 n. Chr.
Gismondi deed er in totaal 37 jaar over om het schaalmodel af te maken.
Om voldoende drinkwater in Rome te hebben, gebruikten de Romeinen aquaducten om water uit de bergen vervoeren (naar grote waterbassins). Dit is het Aqua Claudia.
Het Pantheon was gebouwd als tempel. Tegenwoordig is het één van de meest bezochte toeristische attracties in Rome. Een bijzonder kenmerk van het gebouw is de koepel met een gat (oculus, oog) erin.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zoek op internet een plaatje van een Romeins gebouw wat nu nog bestaat.
Wat is het voor een gebouw?

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe denk je
dat het leven in
de stad Rome
was?

Slide 15 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies


Grootgrondbezitters


Rijke mensen zijn vaak grootgrondbezitters
Meestal wonen ze in villa’s, omdat het in Rome vooral ’s zomers 
veel te warm, te vol en te vies is. 
Alleen voor politiek of voor zaken gaan ze naar de stad. 
Op hun landgoed verbouwen slaven graan, druiven en olijven.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Proletariërs

Proletariërs zijn arme Romeinen die vrijwel niets hebben. Soms zijn zij boeren geweest die niet konden concurreren tegen de grote boerderijen. Het woord komt van proles (kinderen): 'het enige dat zij hebben zijn hun kinderen.' 

Toch zijn ze erg belangrijk voor rijke Romeinen: ze mogen namelijk stemmen en kunnen rijke Romeinen machtig maken.

De huizen van proletariërs hadden geen eigen toiletten. Je moest dan naar dit soort openbare toiletten in Rome: gezellig met z'n allen roddelen terwijl je je behoeften doet. Echt schoon was het allemaal niet: uit recent onderzoek werd duidelijk dat het enorme bron van parasieten en infecties.
Privé-toiletten kwamen pas later, en alleen voor mensen die dat konden betalen. 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Romeinen
- Grootgrondbezitters
-  vrije boeren
- proletariërs
- slaven

- vrijgelatene 

Slide 18 - Tekstslide

De rijke Romeinen waren Grootgrondbezitters, zij bezaten dus grote stukken grond. 

Vrije boeren, waren burgers van Rome, maar hadden minder land en waren minder arm dan grootgrondbezitters. 

Proletariërs waren wel burgers van Rome, maar hadden geen bezit.

Daaronder had je dan nog de slaven, die waren niet vrij. 

Wat zijn slaven?

Waren niet vrij maar konden dat wel worden; dat heette vrijgelatene. 
Wat is de beste omschrijving van een agrarisch-stedelijke samenleving?

A
Samenleving waarin sommige mensen op het platteland leven en andere mensen in steden.
B
Samenleving waarin de meeste mensen in steden leven en een klein aantal op het platteland.
C
Samenleving waarin de meeste mensen op het platteland leven en een klein aantal in steden.
D
Samenleving waarin agrariërs (boeren) ook in de stad leven.

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dit is een villa rustica, een soort boerderij. Naast dit type villa, bestond er ook de villa urbana. 
Het meeste werk rondom de villa werd gedaan door slaven.
Veel villa's hadden uitgebreide badruimten met vloerverwarming
Er waren appartementen voor de villicus (de toezichthouder) en de actor (de boekhouder) en ook slaapvertrekken voor de slaven.
Een villa rustica bestond vaak uit verschillende gebouwen, zoals het woonhuis, de stallen en de voorraadschuren.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies








Dit is insula, een flatgebouw in Rome. De woningen werden gehuurd door de armere Romeinen. De meeste insulae waren 4 of 5 verdiepingen hoog. De bouwkwaliteit was niet best: bijna dagelijks waren er branden en instortingen.
De kamers bovenin een insula waren de slechtste kamers: hier woonden de proletariërs.
Hoewel er in sommige gebouwen stromend water was, moesten de bewoners van een insula het water vaak uit een fontein op straat halen.
Hoewel de meeste kamers in een insula klein en donker waren, was er wel verschil: de grotere kamers waren voor mensen met iets meer geld.
De meeste insulae hadden geen toiletten of keukens. Moest je naar de wc, dan ging je naar een openbaar toilet. En wilde je wat eten, dan ging je naar een thermopolium, een soort snackbar.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Slaven


Slavernij was bij de Romeinen heel normaal. Slaaf werd je bijvoorbeeld omdat jouw land was veroverd, of omdat je je schulden niet kon betalen. 

Er waren veel slaven in Rome: 
van de miljoen inwoners waren ongeveer 400.000 slaven!
Twee jonge slaven. De linker draagt water en handdoeken; de rechter een mand met bloemen.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies





Het werk dat slaven deden was heel verschillend: van zwaar werk in de mijnen, tot leraar voor de kinderen van Rijke Romeinen. Vooral Griekse slaven werden voor dat laatste veel gebruikt.
Je kon vaak niet zien of iemand slaaf was. Sterker nog: sommige slaven waren beter gekleed dan arme, vrije Romeinen!
Twee slavinnen helpen hun meesteres bij het opmaken.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Vrijgelatenen


Je kon als slaaf worden vrijgelaten. Als vrijgelatene ben je nog geen Romeins burger, dat worden je kinderen pas.

En op jouw grafsteen zal ook de letter 'L' staan, dat libertus betekent: vrijgelatene. Meestal stond de naam van je vroegere eigenaar erbij.
Sextus Maelius Stabilio, Vesinia Iucunda, en Sextus Maelius Faustus. Vermoedelijk man en vrouw (dat kun je zien aan het handschudden en de sluier) en hun zoon. Slaven mochten niet trouwens, vandaar dat dit echtpaar op latere leeftijd is getrouwd.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Vrouwen in Rome


Romeinse vrouwen hadden meer rechten dan met vrouwen in bijvoorbeeld Athene. 
Vrouwen mochten zich buitenshuis begeven, maar ze bezaten echter geen politieke rechten en konden vaak niet beschikken over hun eigen vermogen.
De Romeinen maakten prachtige mozaïeken. Dit mozaïek is de oudste afbeelding van vrouwen in bikini. Het was de vloer van een Romeinse villa op Sicilië (Italië), gebouwd in de derde eeuw na Christus.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Proletariërs
Vrije boeren
Grootgrondbezitters
Vrijgelatenen
Slaven

Slide 26 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies


Koninkrijk?


De stadstaat Rome is ooit een koninkrijk geweest,
hoewel daar erg weinig over bekend is.

En of het verhaal van Romulus en Remus waar is....?
De Romeinse samenleving is goed in te delen als een piramide: de mensen bovenaan in de piramide hebben het meest aanzien; de mensen onderaan het minst. 
Proletariërs
Werkloze Romeinen, zonder bezit
Grootgrondbezitters
Rijke Romeinen met een groot landgoed.
Middenstand
Romeinen die een winkel hadden. 
Boeren
Romeinen die een eigen stuk land bezaten en dit zelf bewerkten
Vrijgelatenen
Voormalige slaven
Slaven
Mensen die in bezit waren van andere mensen.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Claudius. Hij is rijk en bezit veel slaven.

Claudius woont in een:

A
villa
B
insula
C
amfitheater

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Julius. Hij is een arme Romein van 41 jaar oud.

Julius woont in een:


A
villa
B
insula
C
amfitheater

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Antonius. Hij was eerst boer, maar hij is naar Rome verhuisd, in de hoop daar werk te vinden.

Antonius woont in een:


A
villa
B
insula
C
amfitheater

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Het Romeinse huwelijk


Veel huwelijken zijn privé-afspraken tussen families. Er waren best wat regels als het gaat om trouwen. Zo mag een meisje vanaf haar 12e trouwen, en moest ze voor haar 20e levensjaar een kind hebben gekregen.
Huwelijken tussen verschillende groepen (zoals bijvoorbeeld met slaven) 
was niet toegestaan.


Paquius Proculus en zijn echtgenote (fresco uit Pompeii, 1e eeuw n. Chr.)

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Brood en spelen

'Brood en spelen' Rijke Romeinen hadden snel in de gaten dat het gewoon volk, plebejers en proletariërs, rustig blijft zolang het maar wat te eten heeft en/of zich niet gaat vervelen.

Het volk kreeg dus 'brood' en 'spelen' in het Colosseum.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het Colosseum heet eigenlijk Amphitheatrum Flavium. Het was het grootste amfitheater van het Romeinse Rijk.

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Net als bij een modern stadion was (een deel van) de tribune overdekt met zonneschermen (velarium). Soms waren er de hele dag spelen, en dan moet je wel bescherming kunnen zoeken tegen de zon.
Er konden ongeveer 50.000 toeschouwers plaats nemen in het Colosseum.
Vlakbij het Colosseum lagen vier gladiatorenscholen. Eén van deze scholen stond met een ondergrondse gang in verbinding met het Colosseum.
Behalve gladiatorengevechten zijn er bij de opening ook zeeslagen nagespeeld. De arena werd dan gevuld met miljoenen liters water, en schaalmodellen van de schepen speelden de zeeslag dan na.
De loge van de Keizers
In de catacomben onder de arena-vloer wachtten de gladiatoren en de wilde dieren tot ze mogen vechten.

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Gladiatoren


Hoewel veel gladiatoren slaven zijn (geweest), zijn het echte sterren. 
Een goede gladiator (de naam komt van gladius, het korte zwaard) is daarom duur. 
Gevechten op leven en dood komen voor, maar worden als het even kan, voorkomen.

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Het ziet er allemaal erg spectaculair uit, maar dit schilderij heeft niet zoveel met de werkelijkheid te maken. Het is een zwaar geromantiseerd beeld uit de 19e eeuw, ongeveer 1500 jaar na de val van het Romeinse Rijk!
Bij veel gevechten was er zelfs een scheidsrechter die keek of het gevecht wel eerlijk verliep.

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Het Forum Romanum (Romeins marktplein) was het politieke, juridische, religieuze en commerciële centrum van Rome. 

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Alle wegen leiden naar Rome

In hun hele rijk leggen de Romeinen verharde wegen (via) aan. 
Hierdoor kan niet alleen het Romeinse leger snel in alle uithoeken van het rijk zijn, maar ook handel wordt hierdoor makkelijker.

En inderdaad: alle wegen leiden écht naar Rome!

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 41 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 42 - Video

Deze slide heeft geen instructies

In Rome en in andere steden woonden veel arme mensen, zoals de [...1...]. Om deze mensen rustig te houden, werden er in [...2...], zoals het [...3...], regelmatig spelen georganiseerd.

Wat moet er op de nummers staan?
A
1. proletariërs 2. amfitheaters 3. Colosseum
B
1. amfitheaters 2. proletariërs 3. Colosseum
C
1. Colosseum 2. amfitheaters 3. proletariërs
D
1. proletariërs 2. Colosseum 3. amfitheaters

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Begrippen uit deze les

  • agrarisch-stedelijke samenleving
  • proletariër
  • insula
  • slaaf
  • vrijgelatene
  • gladiator
  • vila

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies