actief luisteren

Visuele communicatie
Marente
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Visuele communicatie
Marente

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inhoud
Totale communicatie
 Verschillende communicatiemiddelen
 Tips voor de praktijk

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De pedagogische visie van Reggio emilia
  • Vanaf de geboorte zijn kinderen ingesteld op het communiceren met de omgeving.
  • Het jonge kind gebruikt andere talen (mogelijkheden) om contact te maken met de omgeving. 
Welke talen (mogelijkheden) zetten kinderen nog meer in?

Slide 3 - Tekstslide

Gebaren
Mimiek
Geluid
Signalen als huilen en lachen
Maar ook: Beweging, spel, tekenen, verven en kleien

Totale communicatie
- Direct en indirect communicatie.
Totale communicatie is het ondersteunen en bevorderen van communicatie met diverse middelen zoals;
- foto`s, pictogrammen, gebaren en geschreven taal.

Wanneer of bij wie wordt ‘totale communicatie’ vooral gebruikt?

Slide 4 - Tekstslide

Er zijn verschillende manieren waarop jij als Pedagogisch medewerker met kinderen direct en indirect kan communiceren op de groep. Je kunt natuurlijk de gesproken taal gebruiken, maar ook de ongesproken taal.
Over de gesproken taal (de cognitieve en taalontwikkeling) weten jullie al heel veel.
In deze les gaan we iets meer in op de ongesproken taal. Hierbij staat de term totale communicatie centraal.
Totale communicatie is het ondersteunen en bevorderen van communicatie met diverse middelen zoals foto`s, pictogrammen, gebaren, verwijzers en geschreven taal. Totale communicatie wordt vooral gebruikt bij mensen met een verstandelijke beperking, kinderen met spraak-/taalachterstand

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Pictogrammen zijn eenvoudige tekeningetjes / plaatjes die een voorwerp, situatie of
gebeurtenis voorstellen. Zonder veel woorden te gebruiken kun je toch heel wat communiceren middels deze pictogrammen. Zo kun je gewenst gedrag stimuleren of aangeven welke volgende activiteit wordt uitgevoerd.
Ook is het fijn dat picto’s na de activiteit van het bord afgehaald kunnen worden en in een bakje worden opgeborgen. Dit communiceert naar iedereen dat de activiteit nu ‘klaar’ is.

Kieskaarten

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

gebarentaal

Slide 8 - Tekstslide

We maken in ons dagelijkse leven allemaal gebruik van gebaren. Vaak is dit om onze
gesproken taal te ondersteunen. Als je docent wil dat je stil bent, kan het gebaar van een
vinger op de mond al genoeg zijn. Iedereen snapt dat gebaar. Zo zijn er in ons dagelijkse
leven heel veel gebaren die we vaak onbewust gebruiken.
In de communicatie met mensen met een beperking of jonge kinderen die de gesproken taal nog niet beheersen, kunnen gebaren ook ondersteunend
werken
Het handalfabet, zoals mensen die doof zijn dit leren, is vaak te moeilijk. Voor mensen met een verstandelijke beperking hebben ze deze gebarentaal wat makkelijker gemaakt.
Zo maak je geen hele zinnen zoals wij die kennen. Je maakt gebruik van bepaalde gebaren, en deze gebaren vormen een zin.

Tips voor de praktijk
  1. Kies in overleg communicatiemiddelen voor de groep.
  2. Sta er samen echt voor!
  3. Iedereen communiceert!
  4. Schrijf fantasietaal op.




Slide 9 - Tekstslide

1 Hoe communiceer je?
Vaak hoef je niet zelf te bedenken hoe het kind communiceert! Bespreek op welke manier en hoe je communiceert. Misschien moet je voor de rust in het hoofdje van een kind maar 1 picto ophangen, of alleen die tot de fruitpauze of juist wel voor de hele dag. Overleg hierover met je collega’s, logopediste en als het nodig is, met de leidinggevende.
2 Sta ervoor
Het is belangrijk dat iedereen dezelfde manier van communiceren gebruikt bij een kind. Het heeft weinig tot geen zin om de enige te zijn die op die manier communiceert met het kind. Iedereen moet achter de gekozen vorm staan.
3 Iedereen communiceert!
Ook kinderen waarvan je denkt dat ze echt niet communiceren, doen dit wel. Dit zal misschien wel anders zijn dan de beschreven manieren in deze les. Let vooral op gezichtsuitdrukkingen en lichaamstaal. ‘Luister’ hiernaar en kies dan een passend communicatiemiddel voor dat specifieke kind.
4 Schrijf op!
Er zijn kinderen die hun eigen taal spreken. Ze hebben bepaalde klanken of woorden die ouders vaak wel begrijpen, maar waarvan wij als PM’ers in eerste instantie niet weten wat ze bedoelen. Maak hier een boekje van. Zo kunnen nieuwe collega’s deze woorden ook snel leren en begrijpen

Actief luisteren
Marente Mols
Periode 2

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het eind van de les:
- Benoem je minimaal 2 voorwaarden voor actief luisteren.
- Heb je gesprekken met elkaar gevoerd waarin je luisterfouten maakt.
- Heb je actief geluisterd naar het verhaal van een klasgenoot  
-Benoem je of er actief geluisterd is naar jouw verhaal (vertel welke voorwaarden voor actief luisteren je hebt gezien).

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Actief luisteren =
.....onderdeel van communicatieve vaardigheden
Net als: vragen stellen, luisteren, samenvatten, doorvragen.
(LSD)

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Voorwaarden voor actief luisteren
  • geinteresseerde houding
  • oogcontact
  • korte aanmoedigingen
  • empathisch vermogen (inleven in de ander)
  • eigen emoties onder controle
  • opper geen eigen ideeën
  • samenvatten en doorvragen
  • accepteer de mening en gevoelens van een ander

basisboek hfst. 14

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Luisterfouten
1. Met je gedachten ergens anders zijn.
2. Ongeïnteresseerde luisterhouding
3. Impulsief reageren
4.De ander niet laten uitspreken.
5. Je eigen verhaal gaan vertellen
6. te snel adviseren
7. Veronderstellingen uiten

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen stellen
Open vragen
Gesloten vragen
Suggestieve vragen
Reflecterende vragen

Slide 16 - Tekstslide

Open vragen: Wie, wat , welke, waarom, hoe , vertel eens...
Gesloten vragen: wie , wanneer, waar... Het antwoord is beperkt
Suggestieve vragen: Je legt het antwoord bij een ander in de mond: natuurlijk, zeker wel, toch?, je bent het toch met me eens dat, vind je ook niet?
Reflecterende vragen: controleren of je de bedoeling van een ander hebt begrepen: Vind je dat het zo goed gaat? Ben je het daar mee eens?
We bekijken een filmpje. Dit is een gesprek tussen de zorgcoördinator een een kind.
Dit filmpje duur 7 minuten.
Schrijf tijdens het filmpje het volgende op:
1.Welke aspecten van actief luisteren hoor of zie je ?
2. Welke luisterfouten hoor of zie je?
3. Welke soorten vragen hoor je? (open, gesloten, suggestief of reflecterend)

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zet je actief luisteren en vragen stellen  in tijdens het voorbereiden van de dag op stage?




Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Actief luisteren
Hoe goed kun jij luisteren?

Doe dit eerst:
Denk na over een verhaal dat je straks aan een klasgenoot gaat vertellen. Het moet een verhaal zijn over jezelf dat echt is gebeurd. 



Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe actief luister jij?
Hoe actief heb jij geluisterd naar het verhaal van een klasgenoot?

Kies een klasgenoot en vertel het verhaal dat je hebt gehoord zo precies mogelijk door.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het eind van de les:
- Benoem je minimaal 2 voorwaarden voor actief luisteren.
- Heb je gesprekken met elkaar gevoerd waarin je luisterfouten maakt.
- Heb je actief geluisterd naar het verhaal van een klasgenoot
 - benoem je of er actief geluisterd is naar jouw verhaal door te vertellen welke voorwaarden voor actief luisteren je hebt gezien.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies