3V-WEEK 8- JUEVES 3-3-22

BEGINTAAK
¿QUÉ TIEMPO HACE HOY?
schrijf 1 zin om te vertellen wat voor weer het is vandaag.
¿QUÉ VAS A HACER HOY POR LA TARDE?
Schrijf 1 zin waarmee je vertelt wat je vanmiddag gaat doen.
¿QUÉ HAS HECHO?
Schrijf 1 zin om te vertellen over iets dat je hebt gedaan.

timer
5:00
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

BEGINTAAK
¿QUÉ TIEMPO HACE HOY?
schrijf 1 zin om te vertellen wat voor weer het is vandaag.
¿QUÉ VAS A HACER HOY POR LA TARDE?
Schrijf 1 zin waarmee je vertelt wat je vanmiddag gaat doen.
¿QUÉ HAS HECHO?
Schrijf 1 zin om te vertellen over iets dat je hebt gedaan.

timer
5:00

Slide 1 - Tekstslide

¿QUÉ TIEMPO HACE HOY?

Slide 2 - Tekstslide

OBJETIVOS
  • Je kunt vertellen  wat je hebt gedaan.

  • Je kunt uitleggen wat je nodig hebt om te vertellen wat je hebt gedaan.

Slide 3 - Tekstslide

Cómo se dice en español...
- Ik ben op vakantie gegaan.
- Juan heeft gezongen

Slide 4 - Open vraag

Vertel 2 dingen die je vanochtend hebt gedaan. Schrijf het maar op jouw schrift.

Slide 5 - Open vraag

El presente perfecto
Repaso - Fuente D, página 53

Slide 6 - Tekstslide

¿QUIÉN LO EXPLICA?

Slide 7 - Tekstslide

Onregelmatige vormen
(Yo) he dicho
(Tú) has hecho
(Él) ha escrito
(Nosotros) hemos visto

--> Je hebt dus nog steeds het hulpwerkwoord nodig, alleen het voltooid deelwoord is onregelmatig.


Slide 8 - Tekstslide

CONTROLAMOS - WB PG. 84 11B - PG. 85 11C
timer
1:00

Slide 9 - Tekstslide

Pauze
PAUSA
timer
5:00

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

PIENSA LA PREGUNTA
SÍ, HE IDO EL VIERNES.

HAY QUE LLEVAR UN MAPA.

HACE MAL TIEMPO.





timer
5:00

Slide 13 - Tekstslide

HUISWERK -TAREA ESCRITA
Deze opdracht moet je
inleveren via Opdrachten.


OPDRACHT

Schrijf elke zin in een andere regel.

Je schrijft een email aan een vriend/in en je vertelt het volgende:

  • begin met een passende groet.
  • vertel dat je op vakantie ben in Cádiz op een camping met je ouders en broer.
  • Vertel dat je op de camping een surfcursus hebt gedaan.
  • vertel dat je surf leuk vindt.
  • vertel dat je twee nieuwe jongens hebt ontmoet op de camping.
  • vertel hoe ze heten.
  • vertel dat je vanavond naar de disco gaat met jouw broer en een paar vrienden van hem.
  • vraag hoe de vakanties van jouw vriend/in zijn.
  • Neem afscheid met een passende zin.

Slide 14 - Tekstslide