Door verbeteringen in de landbouw, zoals het drieslagstelsel, kwam er meer voedsel. Boeren konden hun overschot verkopen en sommigen werden burger in de stad. Zo trokken meer mensen naar de stad, wat leidde tot verstedelijking in West-Europa.
Slide 3 - Tekstslide
Toetsvraag 2 over §6.1
Wie bestuurden de middeleeuwse stad?
A. De heer van het gebied
B. Alle burgers samen
C. Rijke burgers in de stadsraad en burgemeesters
D. Vrouwen en ambachtslieden
Slide 4 - Tekstslide
Antwoord
Juiste antwoord: C
Slide 5 - Tekstslide
Toetsvraag 3 over §6.1
Zijn de personen in de bron handelaren of ambachtslieden?
Leg uit hoe je dat kunt
zien.
Slide 6 - Tekstslide
Antwoord
De personen zijn ambachtslieden, want ze maken zelf brood. Je ziet een bakker die broden bakt en anderen die helpen. Handelaren maken geen producten, maar verkopen ze alleen.
Slide 7 - Tekstslide
Toetsvraag 4 over §6.1
Welke verandering in
de Late Middeleeuwen
laat deze bron zien?
Leg uit.
Slide 8 - Tekstslide
Antwoord
Op de kaart zie je veel handelsroutes over land en zee. Er zijn grote handelssteden en markten, zoals Venetië, Brugge en Troyes. Ook zie je welke producten uit verschillende gebieden komen (zoals wijn, graan, zijde en specerijen). Dit toont dat Europa steeds meer verbonden raakte door handel. Handelaren reisden ver en steden groeiden door de handel.
Slide 9 - Tekstslide
Toetsvraag 5 over §6.2
Koppel elk begrip in kolom A aan de juiste betekenis in kolom B door het juiste nummer te schrijven achter het begrip.
Slide 10 - Tekstslide
Antwoord
1 - B 2 - D 3 - C 4 - A
Slide 11 - Tekstslide
Toetsvraag 6 over §6.3 + 6.4
Koppel elk begrip in kolom A aan de juiste betekenis in kolom B door het juiste nummer te schrijven achter het begrip.
Slide 12 - Tekstslide
Antwoord
1 - C
2 - D
3 - A
4 - B
5 - E
Slide 13 - Tekstslide
Aan de slag!
Maak opdracht 1 t/m 5 ''Afsluiting'' op bladzijde 165.
Eerder klaar?
Ga aan de slag met de samenvattingen van §6.1 t/m 6.4.