maandag 15 november

Unit feest 
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Unit feest 

Slide 1 - Tekstslide

Schema vandaag
Kahoot facts opinions and celebrations
articles (repeat)
the plural of nouns
practise number
bingo!


Slide 2 - Tekstslide

Kahoot
Feiten, meningen en feestdagen (celebrations). 

Slide 3 - Tekstslide

  • Het lidwoord (article) is never on its own.
  • it is always in front of a noun, het zelfstandig naamwoord

Slide 4 - Tekstslide

Articles
Articles belong to the noun that they are in front of. 
For example:
de hond-the dog
de kat-the cat
het konijn-the rabbit
You can also use een or a. A dog, a cat, a rabbit. We use een when the noun is indefinite. 

Slide 5 - Tekstslide

Examples
het huisdier-the pet
het boek-the book
het kind-the child
het raam-the window

When we talk about something we cannot count, we drop the article. 

Slide 6 - Tekstslide

Article or not
Wil je een koekje?-specific amount
Wil je koffie of thee?-no specific amount

Wil je ....... kopje koffie? 
Wil je ...... suiker in je koffie?
Wil je ..... klontje suiker in je koffie?

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Nouns get article de in the plural

Zelfstandige naamwoorden (nouns) krijgen in het meervoud (plural) “de” als lidwoord:
de jongen – de jongens
het meisje – de meisjes
het konijn-de konijnen

Slide 9 - Tekstslide

Most Dutch nouns that end on a consonant get -en at the end in the plural
And others get  -s in the plural: 
Hotel-hotels
varken-varkens

There are a few exceptions.
kind - kinderen, blad - bladeren, ei - eieren, lied - liederen


Slide 10 - Tekstslide

Words that get 's in plural
All words that end on a vowel (except -e, é, en -ee):
  -a: de opa – de opa’s
  -i: de taxi – de taxi’s
  -o: de auto – de auto’s
  -u: de paraplu – de paraplu’s
  -y: de baby – de baby’s

Slide 11 - Tekstslide

Task
Cila, Kevin, Daria, Oskar, Georgina:
les 7 de, het een. Practise wordlist in Quizlet het-woorden en het lichaam. 

All the others: les 8 the plural

Hand in your work when you are done. 


Slide 12 - Tekstslide

Done?
Practise the numbers and weather words

Slide 13 - Tekstslide

Presentation celebration
Daria, Kevin, Oskar, Cila
Prepare your presentation using 2 or 3 slides. Include information about
-what is celebrated? What are the roots/history of the celebration? 
-What do people do on this day? 
-What symbols/colours/food belong to this celebration?

Slide 14 - Tekstslide

Bingo
If you are not sure you can do this, please find someone to team up with.

Slide 15 - Tekstslide