Luisteren (Retail)


LUISTEREN
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les


LUISTEREN

Slide 1 - Tekstslide

Maar eerst dit

Slide 2 - Tekstslide

Doel van de les
- Je kunt gericht luisteren en kijken
- Je weet het belang van signaalwoorden

Slide 3 - Tekstslide

Maar eerst even..

Slide 4 - Tekstslide

De manager......nogal op complimentjes
A
kicked
B
kickt
C
kikt
D
kickd

Slide 5 - Quizvraag

Ik zie dat de klanten........
A
ervandoorgaan
B
er vandoor gaan
C
er vandoorgaan
D
ervandoor gaan

Slide 6 - Quizvraag

Met al het personeel hebben we heerlijk........
A
gebruncht
B
gebrunched
C
gebrunchet
D
gebrunchd

Slide 7 - Quizvraag

Overgebleven versproducten leveren we aan de ...........
A
warme maaltijdencentrale
B
warmemaaltijdencentrale
C
warmemaaltijden centrale
D
warme maaltijden centrale

Slide 8 - Quizvraag

Middenin de winkel staat een apparaat met ................... sap
A
lekker verse
B
lekkere verse
C
lekkere vers
D
lekker vers

Slide 9 - Quizvraag

KIJKEN & LUISTEREN
Vaak luister en kijk je zonder echt te weten waarover het gaat. Denk bijvoorbeeld aan de tv als je die aan hebt staan in de kamer. Je hoort en ziet het wel, maar na afloop weet je lang niet altijd meer wat er precies gezegd is.

Slide 10 - Tekstslide

KIJKEN & LUISTEREN
Als je echt wilt weten wat er gezegd wordt, moet je ervoor gaan zitten. Dat gaat beter als je van tevoren bedenkt wat je wilt weten. Je gaat dan gericht luisteren en kijken. Let altijd extra goed op het begin. Dan hoor je vaak waarover de spreker het gaat hebben en welke deelonderwerpen achtereenvolgens aan de orde komen. Je weet dan wanneer het voor jou belangrijk wordt.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

KIJKEN & LUISTEREN
Signaalwoorden wijzen je op belangrijke relaties in een (luister)tekst. Als je bijvoorbeeld het signaalwoord ‘omdat’ hoort, krijg je de volgende waarschuwing: hierna wordt een reden of argument genoemd.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Tegenstelling
Oorzaak - gevolg
Volgorde
Reden - argument
want, daarom
hoewel, maar, toch
doordat, daardoor
eerst, dan, vervolgens

Slide 15 - Sleepvraag

Slide 16 - Video

Waar gaat dit fragment over?

Slide 17 - Open vraag

Welke signaalwoorden hoorde je?

Slide 18 - Open vraag

KIJKEN & LUISTEREN
Beeld trekt de aandacht van de luisteraar en is daarom erg belangrijk. 


Beeld kan verschillende functies hebben:
  • de gegeven informatie verduidelijken
  • extra informatie toevoegen
  • sfeer oproepen

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

KIJKEN & LUISTEREN
Beeld trekt de aandacht van de luisteraar en is daarom erg belangrijk. 


Beeld kan verschillende functies hebben:
  • de gegeven informatie verduidelijken
  • extra informatie toevoegen
  • sfeer oproepen

Slide 21 - Tekstslide

Aantekeningen maken
Kijken, luisteren en tegelijk schrijven is moeilijk. Schrijf daarom niet teveel op!

Slide 22 - Tekstslide

Aantekeningen maken: wat is handig om te doen? Meer antwoorden mogelijk!
A
Hele zinnen opschrijven
B
Afkortingen gebruiken
C
Steekwoorden opschrijven
D
Niets opschrijven

Slide 23 - Quizvraag

Opdracht
Kijk en beluister het fragment

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Wat is het tekstdoel van het fragment?
A
Informeren
B
Instrueren
C
Overtuigen
D
Overhalen

Slide 26 - Quizvraag

Welke drie type winkels zijn aan bod gekomen?
A
Kledingwinkel, Bakker, Supermarkt
B
Kledingwinkel, Bakker, Drogisterij
C
Kledingwinkel, Supermarkt, Drogisterij
D
Supermarkt, Bakker, Drogisterij

Slide 27 - Quizvraag

Voor wie is deze film bedoeld?
A
Jongeren
B
Klanten
C
Docenten
D
Geïnteresseerden voor een baan in de detailhandel

Slide 28 - Quizvraag

Bij wie past de detailhandel volgens de inleiding van dit filmpje?
A
Bij iedereen
B
Bij ondernemende mensen
C
Bij kinderen van ondernemers
D
Bij mensen die van kleding houden

Slide 29 - Quizvraag

Wat is voor Corinne (kledingwinkel) heel belangrijk?
A
Een breed assortiment
B
Goede aanbiedingen
C
De klant, die is koning
D
Koffie en thee voor klanten

Slide 30 - Quizvraag

Joline (kledingwinkel) haar moeder had vroeger zelf een kledingwinkel
A
waar
B
niet waar
C
is niet gezegd

Slide 31 - Quizvraag

Welk voorbeeld van eigen initiatief wordt getoond?

Slide 32 - Open vraag

Hoe heeft Wybe (supermarkt) zich ontwikkeld?
A
Van caissière naar directeur
B
Van vakkenvuller naar directeur
C
Van vakkenvuller naar filiaalmanager
D
Van caissière naar filiaalmanager

Slide 33 - Quizvraag

Wat voor soort product is neusspray Rabia (drogist)
A
Seizoen product
B
Goedkoop product
C
Product voor 18+
D
Zeer gewild product

Slide 34 - Quizvraag

Welke drie eigenschappen vindt Brigit belangrijk?

Slide 35 - Open vraag

Nog eens kijken
En nu aantekeningen maken!

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Video

Bij wie past de detailhandel volgens de inleiding van dit filmpje?
A
Bij iedereen
B
Bij ondernemende mensen
C
Bij kinderen van ondernemers
D
Bij mensen die van kleding houden

Slide 38 - Quizvraag

Wat is voor Corinne (kledingwinkel) heel belangrijk?
A
Een breed assortiment
B
Goede aanbiedingen
C
De klant, die is koning
D
Koffie en thee voor klanten

Slide 39 - Quizvraag

Joline (kledingwinkel) haar moeder had vroeger zelf een kledingwinkel
A
waar
B
niet waar
C
is niet gezegd

Slide 40 - Quizvraag

Welk voorbeeld van eigen initiatief wordt getoond?

Slide 41 - Open vraag

Hoe heeft Wybe (supermarkt) zich ontwikkeld?
A
Van caissière naar directeur
B
Van vakkenvuller naar directeur
C
Van vakkenvuller naar filiaalmanager
D
Van caissière naar filiaalmanager

Slide 42 - Quizvraag

Wat voor soort product is neusspray Rabic (drogist)
A
Seizoen product
B
Goedkoop product
C
Product voor 18+
D
Zeer gewild product

Slide 43 - Quizvraag

Welke drie eigenschappen vindt Brigit belangrijk?

Slide 44 - Open vraag

Doel van de les
- Je kunt gericht luisteren en kijken
- Je weet het belang van signaalwoorden
- Je kunt korte aantekeningen maken bij een luistertekst

Slide 45 - Tekstslide