Feiten, meningen,argumenten

FEITEN
MENINGEN
EN
ARGUMENTEN

1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

FEITEN
MENINGEN
EN
ARGUMENTEN

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Feit  / mening / argument
- Een feit kun je controleren, opzoeken en vaststellen.
- Een mening is wat iemand vindt (je kunt het er mee eens of oneens zijn). Voor een goede mening maak je gebruik van argumenten en feiten.
- Met een argument verdedig je mening, je legt uit waarom je iets vindt. Je herkent dit aan signaalwoorden als: want, omdat en namelijk

Slide 3 - Tekstslide

Kijk naar onderstaande zin en kies het juiste antwoord(en):
Nederlands is het leukste vak op school.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 4 - Quizvraag

Kijk naar onderstaande zin en kies het juiste antwoord(en):
Ik vind het vak Nederlands erg leuk omdat de docent aardig is.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 5 - Quizvraag

Kijk naar onderstaande zin en kies het juiste antwoord(en):
Ik vind Maxima de mooiste koningin van Europa.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 6 - Quizvraag

Kijk naar onderstaande zin en kies het juiste antwoord(en):
Willem-Alexander is de koning van Nederland.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 7 - Quizvraag

Feit, mening of argument?
  • Als je te laat bent, dan moet je je melden.
  • Ik vind het raar om docenten aan te spreken met u
  • Jesse Klaver moet de nieuwe minister president worden.
  • Omdat hij goede standpunten heeft.
  • Atlete Dafne Schippers wisselt van trainer.

Slide 8 - Tekstslide

Feit/mening/argument
  1. Noem een feit
  2. Noem een mening
  3. Noem een argument

Slide 9 - Tekstslide

Feit/mening/argument
  1. Noem een feit
  2. Noem een mening
  3. Noem een argument

Slide 10 - Tekstslide

Feit/mening/argument
  1. Noem een feit
  2. Noem een mening
  3. Noem een argument

Slide 11 - Tekstslide